Wat betekent traspasar in Spaans?

Wat is de betekenis van het woord traspasar in Spaans? Het artikel legt de volledige betekenis uit, de uitspraak samen met tweetalige voorbeelden en instructies voor het gebruik van traspasar in Spaans.

Het woord traspasar in Spaans betekent door iets reizen, doorboren, doorbreken, overdragen, opdringen, binnendringen, overdragen, delegeren. Raadpleeg de onderstaande details voor meer informatie.

Luister naar uitspraak

Betekenis van het woord traspasar

door iets reizen

verbo transitivo (van een kant naar de andere kant)

Demoramos 20 minutos en traspasar el Túnel Mont Blanc.
Het duurde 20 minuten om door de Mont Blanc-tunnel te reizen

doorboren

doorbreken

El río traspasó los bancos durante la lluvia.

overdragen

verbo transitivo (eigendom)

Dos meses después, la casa fue traspasada al nuevo propietario.

opdringen, binnendringen

verbo transitivo

La hiedra de mi vecino está traspasando a nuestro jardín pero él se niega a recortarla.

overdragen, delegeren

El gobierno está pensando en delegar algunos poderes en las provincias.

Laten we Spaans leren

Dus nu je meer weet over de betekenis van traspasar in Spaans, kun je leren hoe je ze kunt gebruiken aan de hand van geselecteerde voorbeelden en hoe je lees ze. En vergeet niet om de verwante woorden die we voorstellen te leren. Onze website wordt voortdurend bijgewerkt met nieuwe woorden en nieuwe voorbeelden, zodat u de betekenissen van andere woorden die u niet kent, kunt opzoeken in Spaans.

Ken je iets van Spaans

Spaans (español), ook bekend als Castilla, is een taal van de Iberisch-Romaanse groep van de Romaanse talen, en de 4e meest voorkomende taal ter wereld volgens sommige bronnen, terwijl andere het als een 2e of 3e vermelden meest voorkomende taal. Het is de moedertaal van ongeveer 352 miljoen mensen en wordt gesproken door 417 miljoen mensen wanneer de sprekers als taal worden toegevoegd. sub (geschat in 1999). Spaans en Portugees hebben zeer vergelijkbare grammatica en woordenschat; Het aantal vergelijkbare woordenschat van deze twee talen is tot 89%. Spaans is de primaire taal van 20 landen over de hele wereld. Geschat wordt dat het totale aantal sprekers van het Spaans tussen de 470 en 500 miljoen ligt, waarmee het de op één na meest gesproken taal ter wereld is, gemeten naar het aantal moedertaalsprekers.