Wat betekent troublé in Frans?

Wat is de betekenis van het woord troublé in Frans? Het artikel legt de volledige betekenis uit, de uitspraak samen met tweetalige voorbeelden en instructies voor het gebruik van troublé in Frans.

Het woord troublé in Frans betekent opgewonden, troebel, onrust, beroering, onrust, troebel, troebel, drabbig, verward, onstuimigheid, wildheid, onrustig, beperking, vertroebeld, troebel, troebel, duister, wazig, verwarring, handicap, beperking, stoornis, opschudding, beroering, vaag, verward, verward, verwarring, rusteloos, beneveld, vaag, onduidelijk, onscherp, wazig, verwarring, verwarde situatie, beroering, opschudding, onscherp maken, troebel maken, van de wijs brengen, van zijn stuk brengen, storen, verwarren, in verwarring brengen, van de wijs brengen, van de wijs brengen, in de war brengen, belegeren, onrustig maken, ongerust maken, storen, verstoren, verontrusten, verstoren, storen, van zijn stuk brengen, verwarren, opwinden, vervagen, vertroebelen, verwarren, spelbreker, spelbreker, leerprobleem, domper, teleurstelling, wanordelijk gedrag, persoonlijkheidsstoornis, oproerkraaier, iets doen geraken, doen keren. Raadpleeg de onderstaande details voor meer informatie.

Luister naar uitspraak

Betekenis van het woord troublé

opgewonden

(personne)

troebel

adjectif

onrust

Priscilla n'arrivait pas à comprendre la raison du trouble de son petit ami.

beroering, onrust

nom masculin

Le pays souffre de troubles politiques depuis des décennies.

troebel

adjectif (liquide)

Ne bois pas cette eau si elle est trouble.

troebel, drabbig

adjectif (liquide)

verward

adjectif

onstuimigheid, wildheid

nom masculin

Les troubles vécus dans sa vie personnelle ont laissé Judy anxieuse et déprimée.

onrustig

adjectif (région) (figuurlijk; gebied)

On espère que ce traité apportera la paix dans cette région troublée.

beperking

(de santé)

Un trouble affecta la vision de la vieille femme et l'empêcha de réaliser la fine broderie qu'elle aimait.

vertroebeld, troebel

adjectif (vision, traits,...)

Les bords de la photo sont flous.

troebel, duister

adjectif

Le crocodile attendait dans l'eau trouble.

wazig

adjectif (yeux, vision) (ogen)

verwarring

nom masculin

handicap, beperking, stoornis

Peter est allé chez le médecin et s'est retrouvé avec un appareil auditif pour corriger sa déficience auditive.

opschudding, beroering

L'agitation de Carl était évidente tant il faisait les cent pas dans le couloir.

vaag, verward

Tom tenta de se remémorer ce qu'il avait fait à la soirée la veille, mais ses souvenirs étaient confus.

verward

verwarring

Toute déclaration portant sur un sujet controversé va forcément créer de l'agitation.

rusteloos

(personne)

beneveld

(figuurlijk)

Le litige était embrouillé par tous les problèmes liés.

vaag, onduidelijk

adjectif

La vision floue (or: trouble) de Tim était due à la quantité d'alcool qu'il avait bue.

onscherp, wazig

adjectif

Emily est allée chez le docteur quand elle a commencé à voir flou (or: trouble).

verwarring, verwarde situatie

adjectif

Je ne suis pas certaine de bien me rappeler. C'est vraiment confus.

beroering, opschudding

Ce fut l'agitation à la gare lorsque le système de signalisation est tombé en panne.

onscherp maken, troebel maken

van de wijs brengen, van zijn stuk brengen

storen

verbe transitif

verwarren, in verwarring brengen

verbe transitif (une personne)

La nouvelle l'a troublé parce qu'il ne s'attendait pas à ça.

van de wijs brengen

Nos questions à propos du divorce semblent l'avoir décontenancé.

van de wijs brengen, in de war brengen

verbe transitif (figuurlijk)

Le bruit incessant et les lumières aveuglantes ont troublé Jamie.

belegeren

verbe transitif

onrustig maken, ongerust maken

verbe transitif

L'atmosphère tendue au bureau troublait les employés.

storen, verstoren

verbe transitif (le sommeil)

Son inquiétude au sujet du prochain examen troublait le sommeil de Linda.

verontrusten

verbe transitif

Les agissements étranges de son patron commençaient à inquiéter George.

verstoren, storen

(gêne)

van zijn stuk brengen

Le bruit des explosions du feux d'artifice perturba le chien.

verwarren

opwinden

Je voyais bien que l'attente l'inquiétait ; il se rognait les ongles.

vervagen

verbe transitif

Être inconsistant en matière de punition brouille les règles chez l'enfant.

vertroebelen, verwarren

verbe transitif (rendre obscur)

Son optimisme a obscurci (or: troublé) son jugement.

spelbreker

spelbreker

leerprobleem

Les difficultés de Fiona rendent son apprentissage plus compliqué que chez les autres enfants.

domper, teleurstelling

(l'enthousiasme, le courage, les ardeurs)

Quand Paul est tombé et s'est blessé à la fête, ça a drôlement refroidi l'ambiance.

wanordelijk gedrag

nom masculin

La police lui a donné un avertissement pour trouble à l'ordre public.

persoonlijkheidsstoornis

nom masculin (psychologie)

Le trouble de la personnalité de Linda lui fait souvent penser que les gens la menacent alors que ce n'est pas le cas.

oproerkraaier

Allison est un agitatrice bien connu qui aime causer des problèmes.

iets doen geraken, doen keren

(dans un état)

Laten we Frans leren

Dus nu je meer weet over de betekenis van troublé in Frans, kun je leren hoe je ze kunt gebruiken aan de hand van geselecteerde voorbeelden en hoe je lees ze. En vergeet niet om de verwante woorden die we voorstellen te leren. Onze website wordt voortdurend bijgewerkt met nieuwe woorden en nieuwe voorbeelden, zodat u de betekenissen van andere woorden die u niet kent, kunt opzoeken in Frans.

Ken je iets van Frans

Frans (le français) is een Romaanse taal. Net als Italiaans, Portugees en Spaans, komt het uit het populaire Latijn, dat ooit in het Romeinse rijk werd gebruikt. Een Franstalig persoon of land kan een "Franstalig" worden genoemd. Frans is de officiële taal in 29 landen. Frans is de vierde meest gesproken moedertaal in de Europese Unie. Frans staat op de derde plaats in de EU, na Engels en Duits, en is na Engels de meest onderwezen taal. De meerderheid van de Franstalige wereldbevolking woont in Afrika, met ongeveer 141 miljoen Afrikanen uit 34 landen en gebieden die Frans als eerste of tweede taal spreken. Frans is de tweede meest gesproken taal in Canada, na Engels, en beide zijn officiële talen op federaal niveau. Het is de eerste taal van 9,5 miljoen mensen of 29% en de tweede taal van 2,07 miljoen mensen of 6% van de gehele bevolking van Canada. In tegenstelling tot andere continenten is het Frans in Azië niet populair. Momenteel erkent geen enkel land in Azië Frans als officiële taal.