Wat betekent vestir in Portugees?
Wat is de betekenis van het woord vestir in Portugees? Het artikel legt de volledige betekenis uit, de uitspraak samen met tweetalige voorbeelden en instructies voor het gebruik van vestir in Portugees.
Het woord vestir in Portugees betekent aankleden, kleden, aankleden, kleden, aantrekken, aankleden, aankleden, stijlvol gekleed zijn, stijlvol gekleed gaan, lange tijd meegaan, aantrekken, aandoen, dragen, aantrekken, aanschieten, iets dragen, aanhebben, met een korst bedekken, dragen, hebben, dragen, aanhebben, zich aankleden, kleden, zich aankleden, zich klaarmaken, zich gereedmaken, zich aankleden, zich te netjes kleden, informele kleding, eenvoudige kleding, mooi gekleed gaan, mooi gekleed zijn, te veel kleren aandoen, avondkleding dragen, er goed uitzien, zich te netjes kleden, elegant gekleed zijn, elegant gekleed gaan, opnieuw aankleden. Raadpleeg de onderstaande details voor meer informatie.
Betekenis van het woord vestir
aankleden, kledenverbo transitivo Ela sempre veste os gêmeos iguais. |
aankleden, kledenverbo transitivo |
aantrekkenverbo transitivo (roupa) Ele rapidamente vestiu as calças e correu para a porta. |
aankledenverbo transitivo Vista as crianças rapidamente, assim nós podemos ir. |
aankledenverbo transitivo (figuurlijk) Quem irá vestir os pobres se a caridade acabar? |
stijlvol gekleed zijn, stijlvol gekleed gaanverbo transitivo (de forma estilosa) Lisa vestiu a filha dela com um belo vestido. |
lange tijd meegaan
Esse casaco veste bem em quaisquer condições climáticas. |
aantrekken, aandoen, dragenverbo transitivo (kleding) O que devo vestir hoje? |
aantrekken
Estava frio lá fora, então Karen vestiu um casaco e um cachecol. |
aanschieten(figurado, roupa) (kleding) |
iets dragen, aanhebben(kleding) Todo mundo usa jeans hoje em dia. |
met een korst bedekkenverbo transitivo (cobrir com crosta) |
dragen, hebbenverbo transitivo (roupa) (kledingmaat) Que tamanho você usa? |
dragen, aanhebbenverbo transitivo Amanda veste preto na maioria dos dias. |
zich aankleden
Eu estava atrasado esta manhã e tive que me vestir com pressa. |
kleden(ato) Não penso muito no que vestir, então geralmente levo apenas alguns minutos para me vestir. |
zich aankleden
Ele se vestiu e tomou o café-da-manhã rapidamente. |
zich klaarmaken, zich gereedmaken
Depressa, arrume-se! Elas vão chegar em um minuto. Schiet op en maak je klaar! Ze zullen hier binnen een minuut zijn. |
zich aankleden(van misgewaden) |
zich te netjes kleden
|
informele kleding, eenvoudige kledingexpressão |
mooi gekleed gaan, mooi gekleed zijnexpressão |
te veel kleren aandoen
|
avondkleding dragen
As atrizes amam se vestir de gala para as estreias dos filmes. |
er goed uitzien(informal: ficar bonita) |
zich te netjes kleden
|
elegant gekleed zijn, elegant gekleed gaanexpressão verbal Para aqueles que não querem vestir roupa formal, o restaurante tem um código de vestimenta casual. |
opnieuw aankleden
|
Laten we Portugees leren
Dus nu je meer weet over de betekenis van vestir in Portugees, kun je leren hoe je ze kunt gebruiken aan de hand van geselecteerde voorbeelden en hoe je lees ze. En vergeet niet om de verwante woorden die we voorstellen te leren. Onze website wordt voortdurend bijgewerkt met nieuwe woorden en nieuwe voorbeelden, zodat u de betekenissen van andere woorden die u niet kent, kunt opzoeken in Portugees.
Verwante woorden van vestir
Geüpdatete woorden van Portugees
Ken je iets van Portugees
Portugees (português) is een Romeinse taal afkomstig uit het Iberisch schiereiland van Europa. Het is de enige officiële taal van Portugal, Brazilië, Angola, Mozambique, Guinee-Bissau, Kaapverdië. Portugees heeft tussen de 215 en 220 miljoen moedertaalsprekers en 50 miljoen tweedetaalsprekers, voor een totaal van ongeveer 270 miljoen. Portugees wordt vaak vermeld als de zesde meest gesproken taal ter wereld, de derde in Europa. In 1997 rangschikte een uitgebreide academische studie het Portugees als een van de 10 meest invloedrijke talen ter wereld. Volgens UNESCO-statistieken zijn Portugees en Spaans na Engels de snelst groeiende Europese talen.