Wat betekent viajar in Portugees?

Wat is de betekenis van het woord viajar in Portugees? Het artikel legt de volledige betekenis uit, de uitspraak samen met tweetalige voorbeelden en instructies voor het gebruik van viajar in Portugees.

Het woord viajar in Portugees betekent reizen, rijden, dragen, overal komen, trekken, reizen, op reis gaan, wegdromen, de kruissnelheid aanhouden, rondtoeren in , rondreizen in, reiken, rijden, reizen, trippen, flashen, reizen, trekken, reizen, trekken, rijden, afleggen, een uitval doen, vliegen, backpacken, reislust, naar het buitenland gaan, vertrekken met met vliegtuig, backpacken, liftend reizen, gratis toegang verkrijgen, met de bus gaan. Raadpleeg de onderstaande details voor meer informatie.

Luister naar uitspraak

Betekenis van het woord viajar

reizen

Eu amo viajar. Levamos o dia todo para viajar do sul da França até o porto da balsa em Calais.

rijden

Os caminhões viajaram pela estrada.

dragen

(luz, som)

O som viaja longe no cânion.

overal komen

trekken

O destacamento viajou pelo deserto.

reizen

op reis gaan

verbo transitivo

Oliver está planejando viajar esse fim de semana.

wegdromen

(figurado)

de kruissnelheid aanhouden

verbo transitivo (manter velocidade)

James estava viajando a cerca de 100 quilômetros por hora.

rondtoeren in , rondreizen in

verbo transitivo (viajar por um lugar)

Viajamos pela Itália no verão passado.

reiken

(som)

No cânion, as vozes viajam até longe.

rijden

Dirigimos por 80 quilômetros, mas depois o carro quebrou.

reizen

Meus primos vão viajar para o litoral.

trippen, flashen

(nas drogas)

Fred está viajando no ácido.

reizen, trekken

reizen, trekken

Ele viajou pela floresta até as ruínas maias.

rijden, afleggen

verbo transitivo

Viajamos 30 km hoje de bicicleta.

een uitval doen

(leger)

vliegen

(de avião) (met vliegtuig)

Voamos para São Francisco no verão passado.

backpacken

(BRA: informal)

Tammy mochilou por três dias nas montanhas.

reislust

Beth fez um cruzeiro pelo mundo para satisfazer seu desejo de viajar.

naar het buitenland gaan

(BRA)

Stavros está planejando viajar para o exterior pela primeira vez na vida.

vertrekken met met vliegtuig

locução verbal

backpacken

(BRA: informal)

Jeremy viajou de mochilão pela Ásia depois que ele acabou a faculdade.

liftend reizen

(BRA)

gratis toegang verkrijgen

locução verbal

met de bus gaan

(BRA)

Viajamos de ônibus até a cidade para o concerto.

Laten we Portugees leren

Dus nu je meer weet over de betekenis van viajar in Portugees, kun je leren hoe je ze kunt gebruiken aan de hand van geselecteerde voorbeelden en hoe je lees ze. En vergeet niet om de verwante woorden die we voorstellen te leren. Onze website wordt voortdurend bijgewerkt met nieuwe woorden en nieuwe voorbeelden, zodat u de betekenissen van andere woorden die u niet kent, kunt opzoeken in Portugees.

Ken je iets van Portugees

Portugees (português) is een Romeinse taal afkomstig uit het Iberisch schiereiland van Europa. Het is de enige officiële taal van Portugal, Brazilië, Angola, Mozambique, Guinee-Bissau, Kaapverdië. Portugees heeft tussen de 215 en 220 miljoen moedertaalsprekers en 50 miljoen tweedetaalsprekers, voor een totaal van ongeveer 270 miljoen. Portugees wordt vaak vermeld als de zesde meest gesproken taal ter wereld, de derde in Europa. In 1997 rangschikte een uitgebreide academische studie het Portugees als een van de 10 meest invloedrijke talen ter wereld. Volgens UNESCO-statistieken zijn Portugees en Spaans na Engels de snelst groeiende Europese talen.