Wat betekent voyant in Frans?

Wat is de betekenis van het woord voyant in Frans? Het artikel legt de volledige betekenis uit, de uitspraak samen met tweetalige voorbeelden en instructies voor het gebruik van voyant in Frans.

Het woord voyant in Frans betekent zien, zien, waarnemen, onderscheiden, ontwaren, zien, zien, bekijken, opzoeken, bezoeken, zien, raadplegen, zien, ervaren, beoordelen, snappen, begrijpen, zien, aanschouwen, aanzien, zien, zien, bekijken, onderschrijven, beschouwen, zien, uitgaan met, omgaan met, optrekken met, aannemen, accepteren, aanvaarden, zien, opmerken, begrijpen, bevatten, inzien, zien, zich voorstellen, ontvangen, zien, zorgen voor iets, hallucineren, bekijken, overdenken, zie, onderzoek, zeggen, uitmaken, zien, beschouwen, zien, horen, kijken, nakijken, herhalen, zien, bekijken, bijpraten, bijkletsen, bezoeken, uitvinden, zien, kijken, strekking, intentie, teneur, blindheid, goedkeuren, langsgaan bij, ziend, relevant, zonneklaar, aanrader, loop naar de hel, een ogenblikje!, wacht eens even!, snappen, begrijpen, snappen, begrijpen, nauw samenhangen met, geen banden hebben met, niet betrokken zijn bij, te maken hebben met, de spijker op zijn kop slaan, in de toekomst kijken, iets van de positieve kant bekijken, uit het oog verliezen, langs gaan bij, niets te maken hebben met, niet in verband staan met, improviseren, beide invalshoeken beschouwen, het einde in zicht krijgen, dubbel zien, een rode waas voor de ogen krijgen, anders aankijken tegen, het licht zien, zien wat er gedaan kan worden, met je eigen ogen zien, van de grond komen, gezellig doen, afkeuren, veroordelen, afwijzen, kijken door, opdonderen, opsodemieteren, oprotten, langskomen, afspreken, langskomen, in de gunst komen, invloed krijgen, opstellen als tegenstander, aanlopen bij, langsgaan bij, verder kijken dan, met iemand in contact komen. Raadpleeg de onderstaande details voor meer informatie.

Luister naar uitspraak

Betekenis van het woord voyant

zien

verbe transitif

Je ne vois rien. Allume, s'il te plaît !

zien, waarnemen

verbe transitif

Avez-vous jamais vu un livre aussi épais ?

onderscheiden, ontwaren, zien

verbe transitif (apercevoir)

Peux-tu voir cette colline dans le lointain ?

zien, bekijken

verbe transitif

Avez-vous vu son dernier film ?

opzoeken, bezoeken

verbe transitif (rendre visite)

J'aimerais aller voir Tante June ce week-end.

zien, raadplegen

verbe transitif (consulter)

Je dois voir un médecin.

zien, ervaren, beoordelen

verbe transitif (percevoir)

Je vois la situation différemment.

snappen, begrijpen, zien

verbe transitif (comprendre)

Je vois. Et c'est pour cela que tu n'étais pas chez toi.

aanschouwen, aanzien, zien

verbe transitif

Ceux qui l'ont vu ont dit que c'était horrible.

zien, bekijken

verbe intransitif

Voyons, que faisons-nous maintenant ?

onderschrijven

verbe transitif (approuver)

Oui, je vois tout à fait. C'est un plan génial.

beschouwen, zien

verbe pronominal

Je la vois comme un premier ministre potentiel.

uitgaan met

Nous nous voyons depuis trois semaines.

omgaan met, optrekken met

(fréquenter)

Il me semble que tu vois beaucoup ces garçons en ce moment.

aannemen, accepteren, aanvaarden

verbe transitif (jeu d'argent) (gokken)

Je vois tes 100 et je suis de 100.

zien, opmerken

verbe transitif (remarquer)

Je vois que les mineurs sont encore en grève, selon le journal.

begrijpen, bevatten, inzien, zien

verbe transitif

Je vois (or: Je comprends) ce que tu dis, mais je ne suis toujours pas d'accord.

zich voorstellen

verbe transitif (visualiser)

Je vois (or: J'imagine) sa tête !

ontvangen, zien

Le docteur va vous recevoir tout de suite.

zorgen voor iets

hallucineren

verbe transitif

bekijken, overdenken

verbe transitif

zie

verbe intransitif (informeel, SMS-taal)

On se voit ce soir !

onderzoek

verbe transitif

Elle cueillit la fleur pour la voir de plus près.

zeggen, uitmaken

verbe transitif

Tu vois qui c'est ?

zien, beschouwen

(figuré)

Je vois cette idée d'un mauvais œil.

zien, horen

verbe transitif (TV, radio)

Tu as vu les infos hier soir ?

kijken, nakijken

verbe transitif

Laissez-moi voir (or: vérifier) s'il y a une fuite.

herhalen

Uren achteraf, bleef ze steeds herhalen wat hij haar had verteld, maar het klopte nog steeds niet.

zien, bekijken

Après avoir attendu une heure, les touristes furent enchantés de voir (or: d'apercevoir) des dauphins.

bijpraten, bijkletsen

C'était sympa de retrouver tout le monde à la réunion de famille.

bezoeken

Mes parents viennent nous voir (or: rendre visite).

uitvinden, zien, kijken

Je vais voir si mon père est au courant.

strekking, intentie, teneur

blindheid

(figuré) (figuurlijk)

Son aveuglement face aux difficultés l'a en fait aidé à réussir.

goedkeuren

Ses parents n'appréciaient pas son nouveau copain.

langsgaan bij

Pourrais-tu passer à la pharmacie pour moi en rentrant à la maison ?

ziend

locution adjectivale (personne)

Les étudiants aveugles travaillent au côté des étudiants qui peuvent voir dans certaines classes.

relevant

zonneklaar

Après sa chute, les bosses sur sa tête étaient bien visibles.

aanrader

loop naar de hel

(tutoiement) (informeel)

Va te faire voir ! Tu me dégoûtes !

een ogenblikje!, wacht eens even!

(informeel)

Attends un peu ! Répète ce que tu viens de dire.

snappen, begrijpen

(un peu familier)

snappen, begrijpen

locution verbale (figuré)

Tu vois le tableau ? Il n'était pas en « voyages d'affaires » mais avec sa maîtresse.
Snap je het? Zijn 'zakenreizen' waren eigenlijk bezoekjes aan zijn minnares.

nauw samenhangen met

locution verbale

Sa réussite a beaucoup à voir avec les relations d'affaire de son père.
Zijn succes hangt nauw samen met zijn vaders connecties.

geen banden hebben met, niet betrokken zijn bij

locution verbale

Le diabète de type 1 n'a rien à faire (or: à voir) avec l'obésité ou d'autres facteurs liés au mode de vie et on ne peut le prévenir.

te maken hebben met

La Commission peut enquêter sur des sujets qui ont à voir avec des policiers.

de spijker op zijn kop slaan

(figuurlijk)

Russell a vu juste (or: a tapé dans le mille) avec son commentaire.

in de toekomst kijken

locution verbale (figuurlijk)

La voyante prétendait qu'elle pouvoir voir l'avenir.

iets van de positieve kant bekijken

locution verbale

Si tu vois le bon côté des choses, tu seras une personne beaucoup plus heureuse.

uit het oog verliezen

(temps) (figuurlijk)

J'étais en retard parce que j'ai perdu la notion du temps.

langs gaan bij

niets te maken hebben met, niet in verband staan met

Faire un gâteau n'a rien à voir avec la réparation d'une voiture.

improviseren

Je ne sais pas trop ce qu'on fera demain, on verra bien.

beide invalshoeken beschouwen

het einde in zicht krijgen

locution verbale

Après avoir travaillé plus de 15 heures par jour sur ce projet, il commença enfin à voir le bout du tunnel.

dubbel zien

locution verbale

een rode waas voor de ogen krijgen

locution verbale (figuré) (figuurlijk)

Quand il a parlé de mon amie de façon irrespectueuse, j'ai vu rouge.

anders aankijken tegen

locution verbale

Depuis qu'ils ont repeint la mairie, je la vois sous un nouveau jour.

het licht zien

locution verbale (figuurlijk)

Ton projet est si nul qu'il ne verra jamais le jour.

zien wat er gedaan kan worden

locution verbale

Ils n'arrêtent pas de me dire qu'ils vont voir ce qu'ils peuvent faire mais pour l'instant, je ne vois aucun résultat.

met je eigen ogen zien

verbe transitif (informeel)

Je ne l'aurais jamais cru si je ne l'avais pas vu de mes propres yeux.

van de grond komen

(figuurlijk)

Sans financement, le projet ne va jamais voir le jour.

gezellig doen

Nous n'avons le temps de fréquenter des gens que le week-end.

afkeuren, veroordelen, afwijzen

verbe transitif

Je ne pense pas que ta mère désapprouvera, mais ne lui demande pas si elle est de mauvaise humeur.

kijken door

opdonderen, opsodemieteren, oprotten

interjection (euphémisme) (vulgair)

langskomen

verbe intransitif

Il ne passe pas souvent nous voir.

afspreken

J'aimerais bien voir mes amis plus souvent mais c'est difficile de se retrouver à un moment qui convienne à tous.

langskomen

in de gunst komen

invloed krijgen

locution verbale

Les grandes compagnies ont vu leur influence grandir au fil des décennies.
Grote bedrijven hebben meer invloed gekregen in de regering in de afgelopen decennia.

opstellen als tegenstander

(sport)

Ce match oppose le champion en titre à un parfait inconnu.

aanlopen bij, langsgaan bij

Matilda adore passer chez ses amis à l'improviste.

verder kijken dan

(figuurlijk)

Vois plus loin que son physique, considère sa personnalité.

met iemand in contact komen

(soutenu)

Laissez-moi me rapprocher de mon avocat pour voir ce qu'il dira.

Laten we Frans leren

Dus nu je meer weet over de betekenis van voyant in Frans, kun je leren hoe je ze kunt gebruiken aan de hand van geselecteerde voorbeelden en hoe je lees ze. En vergeet niet om de verwante woorden die we voorstellen te leren. Onze website wordt voortdurend bijgewerkt met nieuwe woorden en nieuwe voorbeelden, zodat u de betekenissen van andere woorden die u niet kent, kunt opzoeken in Frans.

Ken je iets van Frans

Frans (le français) is een Romaanse taal. Net als Italiaans, Portugees en Spaans, komt het uit het populaire Latijn, dat ooit in het Romeinse rijk werd gebruikt. Een Franstalig persoon of land kan een "Franstalig" worden genoemd. Frans is de officiële taal in 29 landen. Frans is de vierde meest gesproken moedertaal in de Europese Unie. Frans staat op de derde plaats in de EU, na Engels en Duits, en is na Engels de meest onderwezen taal. De meerderheid van de Franstalige wereldbevolking woont in Afrika, met ongeveer 141 miljoen Afrikanen uit 34 landen en gebieden die Frans als eerste of tweede taal spreken. Frans is de tweede meest gesproken taal in Canada, na Engels, en beide zijn officiële talen op federaal niveau. Het is de eerste taal van 9,5 miljoen mensen of 29% en de tweede taal van 2,07 miljoen mensen of 6% van de gehele bevolking van Canada. In tegenstelling tot andere continenten is het Frans in Azië niet populair. Momenteel erkent geen enkel land in Azië Frans als officiële taal.