Wat betekent white in Engels?

Wat is de betekenis van het woord white in Engels? Het artikel legt de volledige betekenis uit, de uitspraak samen met tweetalige voorbeelden en instructies voor het gebruik van white in Engels.

Het woord white in Engels betekent wit, bleek, blank, blanken, eiwit, met melk, wit, wit, wit, wit, wit, blanco, interlinie, witte sportkleding, witte kleren, white, white, white, white, white, white, blond, white person, egg white, house with a white picket fence, kids, and a pet, white lie, Whitsun, White Sunday, white bread, black-and-white, black-and-white, black-and-white photo, black-and-white photograph, zwart-wit, zwart-wit, zwart-wit, zwart-witfotografie, witte walnoot, bont, niet blank, Sneeuwwitje, wittebrood, avondkleding, witte vlinderdas, whitewall, stroomversnelling. Raadpleeg de onderstaande details voor meer informatie.

Luister naar uitspraak

Betekenis van het woord white

wit

adjective (white in colour)

She printed the document on white paper.

bleek

adjective (skin: pale)

My skin's naturally so white that I never tan.

blank

adjective (fair-skinned)

While there are many white people in this city, the number of other races has increased dramatically.

blanken

plural noun (of white-skinned race)

The whites generally voted for one candidate, while the blacks usually voted for another.

eiwit

noun (egg white)

Separate the white of the egg from the yolk.

met melk

adjective (coffee: milky)

My husband doesn't like milk in his coffee, but I take mine white.

wit

noun (white piece in games) (stuk van een bordspel)

Do you want to be white or black in the chess match?

wit

adjective (with snow)

We will have a white Christmas if the weather prediction comes true.

wit

adjective (wine)

We usually drink white wine with fish.

wit

noun (colour)

Do you have this dress in white or black?

wit

noun (player using white piece) (stuk van een bordspel)

White moved his king one space. Now it is black's turn.

blanco

noun (unmarked part of page)

You can write your comments in the white of the page.

interlinie

noun (space in printing)

Leave more white between the lines of type.

witte sportkleding

plural noun (cricket, tennis outfit)

He put on his whites for the tennis game.

witte kleren

plural noun (washing)

I just washed the colours, so now I need to wash the whites.

white

(licht gekleurd, niet gekleurd)

(adjective: Describes a noun or pronoun--for example, "a tall girl," "an interesting book," "a big house.")

white

(kleur)

(noun: Refers to person, place, thing, quality, etc.)

white

(iets dat wit van kleur is)

(noun: Refers to person, place, thing, quality, etc.)

white

(drukwezen: onbedrukt deel) (space in printing)

(noun: Refers to person, place, thing, quality, etc.)

white

(kleur: niet zwart)

(adjective: Describes a noun or pronoun--for example, "a tall girl," "an interesting book," "a big house.")

white

(gelaatskleur: bleek)

(adjective: Describes a noun or pronoun--for example, "a tall girl," "an interesting book," "a big house.")

blond

(haarkleur)

(adjective: Describes a noun or pronoun--for example, "a tall girl," "an interesting book," "a big house.")

white person

(blank persoon)

(noun: Refers to person, place, thing, quality, etc.)

egg white

(deel van ei)

(noun: Refers to person, place, thing, quality, etc.)

house with a white picket fence, kids, and a pet

(kleinburgerlijk) (fig. middle class)

(expression: Prepositional phrase, adverbial phrase, or other phrase or expression--for example, "behind the times," "on your own.")

white lie

(goed bedoelde leugen)

(noun: Refers to person, place, thing, quality, etc.)

Whitsun, White Sunday

(christelijke feestdag) (Christian holiday, UK)

(proper noun: Names a unique person, place, thing, group, or idea--for example, "John," "Africa," "Manchester United." Always capitalized.)

white bread

(wit brood)

(noun: Refers to person, place, thing, quality, etc.)

black-and-white

(fotografie: kleur)

(adjective: Describes a noun or pronoun--for example, "a tall girl," "an interesting book," "a big house.")

black-and-white

(ongenuanceerd)

(adjective: Describes a noun or pronoun--for example, "a tall girl," "an interesting book," "a big house.")

black-and-white photo, black-and-white photograph

(foto in zwart-wit)

(noun: Refers to person, place, thing, quality, etc.)

zwart-wit

noun (grayscale)

He asked the director why she had chosen to use black and white for her movie.

zwart-wit

adjective (in grayscale)

Black-and-white photography relies on composition rather than color.

zwart-wit

adjective (figurative (clear, defined)

The situation may seem very black and white to you, but actually it's more complicated.

zwart-witfotografie

noun (taking photos without colour)

He specialized in black-and-white photography.

witte walnoot

noun (US (type of edible nut)

John prepared a side dish of butternuts.

bont

noun as adjective (cat: with coloured markings) (dier: veelkleurig)

niet blank

adjective (of ethnic origin other than white)

Sneeuwwitje

noun (female character in a fairy tale)

Snow White bit into the poisoned apple and fell fast asleep.

wittebrood

noun (bread baked with bleached flour)

Wholewheat bread is more nutritious than white bread.

avondkleding

noun (men's formal dress)

I'll be wearing white tie to the mayor's ball.

witte vlinderdas

noun (men's bow tie)

Ron was wearing a white tie with his tux.

whitewall

adjective (tyre: having white sidewalls) (anglicisme: autoband)

stroomversnelling

noun (river: rapids)

Laten we Engels leren

Dus nu je meer weet over de betekenis van white in Engels, kun je leren hoe je ze kunt gebruiken aan de hand van geselecteerde voorbeelden en hoe je lees ze. En vergeet niet om de verwante woorden die we voorstellen te leren. Onze website wordt voortdurend bijgewerkt met nieuwe woorden en nieuwe voorbeelden, zodat u de betekenissen van andere woorden die u niet kent, kunt opzoeken in Engels.

Verwante woorden van white

Ken je iets van Engels

Het Engels is afkomstig van Germaanse stammen die naar Engeland zijn geëmigreerd en is over een periode van meer dan 1400 jaar geëvolueerd. Engels is de derde meest gesproken taal ter wereld, na Chinees en Spaans. Het is de meest geleerde tweede taal en de officiële taal van bijna 60 soevereine landen. Deze taal heeft een groter aantal sprekers als tweede en vreemde taal dan moedertaalsprekers. Engels is ook de co-officiële taal van de Verenigde Naties, van de Europese Unie en van vele andere internationale en regionale organisaties. Tegenwoordig kunnen Engelstaligen over de hele wereld relatief gemakkelijk communiceren.