Wat betekent abalar in Portugees?

Wat is de betekenis van het woord abalar in Portugees? Het artikel legt de volledige betekenis uit, de uitspraak samen met tweetalige voorbeelden en instructies voor het gebruik van abalar in Portugees.

Het woord abalar in Portugees betekent schokken, ontstellen, ontzetten, overdonderen, schokken, van zijn stuk brengen, uithollen, iemand stijl achterover doen slaan, ondergraven, ondermijnen, treffen, wankelen, van zijn stuk zijn. Raadpleeg de onderstaande details voor meer informatie.

Luister naar uitspraak

Betekenis van het woord abalar

schokken

verbo transitivo (emocionalmente) (figuurlijk)

As notícias abalaram Sarah, e ela precisou se sentar.

ontstellen, ontzetten, overdonderen

A maneira como ele perdeu a paciência me abalou totalmente, e eu tive que sair.

schokken

verbo transitivo (emocionalmente) (figuurlijk)

A notícia abalou Larry e ele teve que se sentar.
ⓘEsta frase não é uma tradução da frase em inglês Het slechte nieuws schokte haar.

van zijn stuk brengen

(figuurlijk)

uithollen

(figuurlijk)

As críticas constantes do chefe minaram a confiança de Janet.

iemand stijl achterover doen slaan

(figuurlijk, informeel)

ondergraven, ondermijnen

verbo transitivo (figuurlijk)

O conflito irrompeu durante o cessar-fogo, abalando as negociações de paz.

treffen

verbo transitivo (afetar)

A cidade foi atingida pela tempestade na terça-feira.

wankelen, van zijn stuk zijn

(figuurlijk)

Imogen abalara-se com a notícia do fracasso da empresa.

Laten we Portugees leren

Dus nu je meer weet over de betekenis van abalar in Portugees, kun je leren hoe je ze kunt gebruiken aan de hand van geselecteerde voorbeelden en hoe je lees ze. En vergeet niet om de verwante woorden die we voorstellen te leren. Onze website wordt voortdurend bijgewerkt met nieuwe woorden en nieuwe voorbeelden, zodat u de betekenissen van andere woorden die u niet kent, kunt opzoeken in Portugees.

Ken je iets van Portugees

Portugees (português) is een Romeinse taal afkomstig uit het Iberisch schiereiland van Europa. Het is de enige officiële taal van Portugal, Brazilië, Angola, Mozambique, Guinee-Bissau, Kaapverdië. Portugees heeft tussen de 215 en 220 miljoen moedertaalsprekers en 50 miljoen tweedetaalsprekers, voor een totaal van ongeveer 270 miljoen. Portugees wordt vaak vermeld als de zesde meest gesproken taal ter wereld, de derde in Europa. In 1997 rangschikte een uitgebreide academische studie het Portugees als een van de 10 meest invloedrijke talen ter wereld. Volgens UNESCO-statistieken zijn Portugees en Spaans na Engels de snelst groeiende Europese talen.