Wat betekent alcance in Spaans?

Wat is de betekenis van het woord alcance in Spaans? Het artikel legt de volledige betekenis uit, de uitspraak samen met tweetalige voorbeelden en instructies voor het gebruik van alcance in Spaans.

Het woord alcance in Spaans betekent bereik, omvang, reikwijdte, dracht, omvang, grootte, reikwijdte, bepalingen, boogschot, wijdte, overspanning, bereik, schootsafstand, omvang, bereik, begrip, begripsvermogen, bevattingsvermogen, omvang, belangrijkheid, straal, bereik, kaliber, inhalen, bereiken, voldoende zijn, ergens bij kunnen, bereiken, behalen, realiseren, verwezenlijken, uitvoeren, rondkomen, bereiken, zijn doel vinden, raken, treffen, te pakken krijgen, registreren, meten, aangeven, halen, inhalen, geven, aangeven, toereikend zijn, halen, overwinnen, inhalen, over hebben, opofferen, bereiken, halen, sluiten, behalen, onbereikbaar, ontoegankelijk, zich veroorloven, landelijk, binnen handbereik, binnen gehoorsafstand, buiten, uit, binnen handbereik, verleidelijk, openbaar maken, blootleggen. Raadpleeg de onderstaande details voor meer informatie.

Luister naar uitspraak

Betekenis van het woord alcance

bereik

Creo que nuestros teléfonos móviles están fuera del alcance de la torre de radio más cercana.

omvang

nombre masculino

El alcance de la colección cubría varios siglos de pinturas.

reikwijdte, dracht

nombre masculino

La bala de artillería tiene un alcance de seis millas.

omvang, grootte, reikwijdte

¿Cuál es el alcance de los daños?

bepalingen

(juridisch)

La recolección de impuestos está dentro del alcance del estado.

boogschot

nombre masculino (de un arco)

wijdte, overspanning

nombre masculino

El alcance de la estructura es muy amplio.

bereik

nombre masculino

Nuestro alcance incluye cinco comunidades vecinas.

schootsafstand

nombre masculino

El objetivo todavía estaba al alcance.

omvang

Al principio el gerente no comprendió el alcance del problema, pero pronto se percató de su magnitud.

bereik

nombre masculino

Los vasos en la repisa superior están fuera de su alcance.

begrip, begripsvermogen, bevattingsvermogen

Esa idea está más allá del alcance de la mayoría de los estudiantes.

omvang

nombre masculino

El alcance del fuego era de unas tres hectáreas.

belangrijkheid

Nadie apreció de verdad la magnitud que este evento tuvo en realidad.

straal

(área)

La policía cubrió un radio de 16 kilómetros buscando al niño perdido.

bereik, kaliber

La dimensión de su propuesta es asombrosa.

inhalen

verbo transitivo

Mira aminoró la marcha para que su hermana menor pudiera alcanzarla.

bereiken

verbo transitivo

Perdí contacto con mi hermano hace años, y las noticias de su muerte me alcanzaron con una carta de su abogado.

voldoende zijn

¿Crees que alcanzará con estos panes y pescados?

ergens bij kunnen

verbo transitivo

¿Puedes alcanzar los vasos en la repisa superior?

bereiken, behalen

La abuela de Marlene alcanzó los 99 años antes de morir.

realiseren, verwezenlijken, uitvoeren

Espero que alcances tus sueños.

rondkomen

verbo transitivo

$150 te alcanzará para toda la semana.

bereiken

verbo transitivo

Hoy la Bolsa alcanzó un máximo histórico ante buenos reportes corporativos.

zijn doel vinden

verbo transitivo (figuurlijk, van projectiel)

La flecha alcanzó el blanco.

raken, treffen

La bala le alcanzó en el estómago.

te pakken krijgen

Quizá lo alcances si te das prisa.

registreren, meten, aangeven, halen

verbo transitivo

El terremoto alcanzó el grado cuatro en la escala de Richter.

inhalen

verbo transitivo

La policía intentó alcanzar a los ladrones en fuga.

geven, aangeven

¿Podrías pasarme el libro que está por allá, por favor?

toereikend zijn

Si, la leche nos durará hasta el viernes.

halen

El desastre apareció en las noticias de la tarde.

overwinnen

(alcanzar)

El escalador ganó la cima de la montaña el lunes por la mañana.

inhalen

Camino más rápido que él, así que lo espero en cada esquina para que me alcance.

over hebben, opofferen

¿Tienes unos minutos para ayudarme?

bereiken, halen

Él se sintió afortunado de llegar a la edad de noventa años.

sluiten

Los afectados llegaron a un acuerdo.
een overeenkomst sluiten

behalen

El equipo de ventas espera llegar a sus objetivos este mes.

onbereikbaar, ontoegankelijk

Una participación del 100% es inalcanzable en este momento.

zich veroorloven

No podemos permitirnos una casa grande.

landelijk

Lanzaron una alerta a nivel nacional por el chico perdido.

binnen handbereik

locución adverbial (figuurlijk)

Sigue intentándolo, el primer premio está al alcance de tu mano.

binnen gehoorsafstand

locución adverbial

Te lo contaré después, cuando no haya chicos al alcance del oído.

buiten, uit

locución adverbial (buiten bereik)

Tus pastillas tienen que estar fuera del alcance de los niños.

binnen handbereik

locución adverbial

Los anteojos están arriba de la mesa, bien al alcance de tu mano.

verleidelijk

locución verbal

openbaar maken, blootleggen

El congresista ha puesto al alcance del público sus finanzas para el que desee verlas.

Laten we Spaans leren

Dus nu je meer weet over de betekenis van alcance in Spaans, kun je leren hoe je ze kunt gebruiken aan de hand van geselecteerde voorbeelden en hoe je lees ze. En vergeet niet om de verwante woorden die we voorstellen te leren. Onze website wordt voortdurend bijgewerkt met nieuwe woorden en nieuwe voorbeelden, zodat u de betekenissen van andere woorden die u niet kent, kunt opzoeken in Spaans.

Ken je iets van Spaans

Spaans (español), ook bekend als Castilla, is een taal van de Iberisch-Romaanse groep van de Romaanse talen, en de 4e meest voorkomende taal ter wereld volgens sommige bronnen, terwijl andere het als een 2e of 3e vermelden meest voorkomende taal. Het is de moedertaal van ongeveer 352 miljoen mensen en wordt gesproken door 417 miljoen mensen wanneer de sprekers als taal worden toegevoegd. sub (geschat in 1999). Spaans en Portugees hebben zeer vergelijkbare grammatica en woordenschat; Het aantal vergelijkbare woordenschat van deze twee talen is tot 89%. Spaans is de primaire taal van 20 landen over de hele wereld. Geschat wordt dat het totale aantal sprekers van het Spaans tussen de 470 en 500 miljoen ligt, waarmee het de op één na meest gesproken taal ter wereld is, gemeten naar het aantal moedertaalsprekers.