Wat betekent encher in Portugees?

Wat is de betekenis van het woord encher in Portugees? Het artikel legt de volledige betekenis uit, de uitspraak samen met tweetalige voorbeelden en instructies voor het gebruik van encher in Portugees.

Het woord encher in Portugees betekent vullen, opvullen, zich vullen, vullen, opvullen, opvullen, vullen, vetmesten, vullen, benzine tanken, verlengen, aanvullen, aandikken, opkomen, iets vullen, gul geven, tanken, opblazen, opgeblazen zijn, overspoelen, verzwelgen, overstelpen, zeuren, zaniken, volproppen, bedekken, besprenkelen, vullen met, volstouwen met, zich volproppen, ergens schoon genoeg van hebben, opgeblazen, doordrammen, pesten, plagen, het op een zuipen zetten, zich volstoppen met, stennis maken, klagen, plagen, beetnemen, losbarsten, tanken, verrukken, opgetogen maken, te vol doen, doen overlopen, zuipen, voltanken, opnieuw vullen, met zand bedekken, volschieten. Raadpleeg de onderstaande details voor meer informatie.

Luister naar uitspraak

Betekenis van het woord encher

vullen, opvullen

verbo transitivo

Ele encheu a garrafa com água.

zich vullen

A garrafa d'água encheu rapidamente.

vullen, opvullen

As caixas encheram toda a sala de estoque.

opvullen, vullen

verbo transitivo

Joseph encheu o buraco com cimento para concertar o vazamento.

vetmesten

verbo transitivo (eten; figuurlijk, informeel)

Ela estufou as crianças dando um monte de batatas para elas.

vullen

verbo transitivo

Encha sua xícara antes que eles parem de servir chá.

benzine tanken

verbo transitivo

Alison encheu o tanque de gasolina.

verlengen, aanvullen, aandikken

(figurado: adicionar algo extra) (figuurlijk)

Josh está enchendo seu discurso; ainda não está longo o suficiente.

opkomen

(maré) (vloed)

A maré alta subiu às três da tarde de hoje.

iets vullen

verbo transitivo

O cano estava vazando, por isso Ben o encheu com estopa.

gul geven

(figurado)

A avó de Karen sempre a cobria de presentes toda vez que a visitava.

tanken

Petra abasteceu o tanque do seu carro com gasolina.

opblazen

(encher com gás, ar)

opgeblazen zijn

(estar cheio de gás, ar)

overspoelen, verzwelgen, overstelpen

verbo transitivo

zeuren, zaniken

(BRA, figurado, informal)

Não aguento meu padrasto; ele está sempre me enchendo o saco.

volproppen

verbo transitivo (informal: encher demais)

Tom entupiu sua mochila com coisas inúteis.

bedekken, besprenkelen

verbo transitivo (cobrir com algo)

A foto mostrou os noivos cobertos de confete.

vullen met, volstouwen met

(van mensen)

A equipe do candidato lotou o salão com apoiadores.

zich volproppen

(eten)

Tania não tinha comido o dia inteiro, por isso ela empanturrou-se assim que teve chance.

ergens schoon genoeg van hebben

opgeblazen

(encher-se de orgulho ou arrogância) (figuurlijk)

doordrammen

Ik bleef doordrammen bij mijn baas tot hij me eindelijk een loonsverhoging gaf.

pesten, plagen

(informal)

Os colegas de classe de Patricia descobriram a paixão dela por Henry e a estavam atazanando sem piedade.

het op een zuipen zetten

(informeel)

Estudantes universitários embebedando-se em festas se tornou um problema amplamente difundido.

zich volstoppen met

(figurado, informal)

stennis maken, klagen

Alan disse às crianças que sabia que estavam com fome, mas que levaria mais tempo para preparar o almoço se elas continuassem reclamando o tempo todo.

plagen, beetnemen

losbarsten

tanken

verrukken, opgetogen maken

te vol doen, doen overlopen

locução verbal

zuipen

(BRA: informal, gíria) (informeel)

Emily e as amigas dela estão enchendo a cara e fofocando novamente.

voltanken

opnieuw vullen

met zand bedekken

locução verbal

Eles encheram de areia as costas artificiais da ilha para fazer praias.

volschieten

Craig ficou emocionado quando alguém mencionou sua falecida esposa.

Laten we Portugees leren

Dus nu je meer weet over de betekenis van encher in Portugees, kun je leren hoe je ze kunt gebruiken aan de hand van geselecteerde voorbeelden en hoe je lees ze. En vergeet niet om de verwante woorden die we voorstellen te leren. Onze website wordt voortdurend bijgewerkt met nieuwe woorden en nieuwe voorbeelden, zodat u de betekenissen van andere woorden die u niet kent, kunt opzoeken in Portugees.

Ken je iets van Portugees

Portugees (português) is een Romeinse taal afkomstig uit het Iberisch schiereiland van Europa. Het is de enige officiële taal van Portugal, Brazilië, Angola, Mozambique, Guinee-Bissau, Kaapverdië. Portugees heeft tussen de 215 en 220 miljoen moedertaalsprekers en 50 miljoen tweedetaalsprekers, voor een totaal van ongeveer 270 miljoen. Portugees wordt vaak vermeld als de zesde meest gesproken taal ter wereld, de derde in Europa. In 1997 rangschikte een uitgebreide academische studie het Portugees als een van de 10 meest invloedrijke talen ter wereld. Volgens UNESCO-statistieken zijn Portugees en Spaans na Engels de snelst groeiende Europese talen.