Wat betekent fresco in Spaans?

Wat is de betekenis van het woord fresco in Spaans? Het artikel legt de volledige betekenis uit, de uitspraak samen met tweetalige voorbeelden en instructies voor het gebruik van fresco in Spaans.

Het woord fresco in Spaans betekent vers, fresco, recent, vers, fris, koud, fris, licht, dun, koelte, koel, koud, fris, weer uitbrekend, koelte, fries, sierlijst, onbedorven, nat, verfrissend, fris, fris, verfrissend, vlot, fris, frisjes, koud, koud, schaamteloos, kilte, levendig, helder, vers, met fresco's beschilderen, vers houden, koel bewaren, vers blijven, tiptop, fris als een hoentje, frisse lucht, koel houden, kwark, koeler, frisser, kouder, koel houden. Raadpleeg de onderstaande details voor meer informatie.

Luister naar uitspraak

Betekenis van het woord fresco

vers

adjetivo

¿Tiene pescado fresco? Porque sólo veo congelado.

fresco

(pintura)

El edificio estaba decorado con frescos a lo largo de las paredes.

recent

adjetivo

Tengo noticias frescas acerca de la fusión.

vers

(niet oudbakken)

¿Ese pan está fresco o rancio?

fris

adjetivo

Vamos a abrir la ventana para que entre aire fresco.

koud, fris

adjetivo

El día está fresco.

licht, dun

Jane se pone ropa fresca en verano.

koelte

nombre masculino

Me gusta el fresco de la tarde.

koel, koud, fris

Mi café ya está lo suficientemente frío como para tomármelo.

weer uitbrekend

adjetivo (ziekte)

koelte

nombre masculino

fries, sierlijst

nombre masculino (pintura) (bouwkunde)

Pudimos ver frescos maravillosos durante nuestro tour por Italia.

onbedorven

(alimento) (eten)

nat

adjetivo (pintura)

¡Cuidado! Pintura fresca.

verfrissend, fris

Carmen se puso una chaqueta y se fue a pasear en el fresco tiempo otoñal.

fris, verfrissend

adjetivo

El viento era fresco y Miles se alegró de haber traído una chaqueta.

vlot

Mi pícara tía hace reír a todo el mundo.

fris, frisjes, koud

(coloquial)

Trae una chaqueta porque el aire de la mañana es fresquito.

koud

schaamteloos

kilte

Ian se puso una bufanda gruesa para protegerse del frío.

levendig, helder

(recuerdo)

James tenía un recuerdo vívido de estar en la playa de niño construyendo un castillo de arena.

vers

Tenía una herida tierna en su brazo derecho que aún sangraba.

met fresco's beschilderen

locución verbal

El pintor pintó el techo de la iglesia al fresco.

vers houden

El envase debe conservar la comida lo más posible.

koel bewaren, vers blijven

Las bananas se conservan en el freezer hasta tres meses.

tiptop

(AR, familiar) (informeel)

Después de una buena noche de sueño me sentí fresco como una uva.

fris als een hoentje

locución adjetiva

frisse lucht

locución nominal masculina

koel houden

Guillermo usaba un pequeño ventilador para mantenerse fresco.

kwark

koeler, frisser, kouder

locución adjetiva

El porche es un poco más fresco que el invernadero.

koel houden

A estas plantas no les gusta el calor, así que mantenlas frescas en un lugar con sombra.

Laten we Spaans leren

Dus nu je meer weet over de betekenis van fresco in Spaans, kun je leren hoe je ze kunt gebruiken aan de hand van geselecteerde voorbeelden en hoe je lees ze. En vergeet niet om de verwante woorden die we voorstellen te leren. Onze website wordt voortdurend bijgewerkt met nieuwe woorden en nieuwe voorbeelden, zodat u de betekenissen van andere woorden die u niet kent, kunt opzoeken in Spaans.

Ken je iets van Spaans

Spaans (español), ook bekend als Castilla, is een taal van de Iberisch-Romaanse groep van de Romaanse talen, en de 4e meest voorkomende taal ter wereld volgens sommige bronnen, terwijl andere het als een 2e of 3e vermelden meest voorkomende taal. Het is de moedertaal van ongeveer 352 miljoen mensen en wordt gesproken door 417 miljoen mensen wanneer de sprekers als taal worden toegevoegd. sub (geschat in 1999). Spaans en Portugees hebben zeer vergelijkbare grammatica en woordenschat; Het aantal vergelijkbare woordenschat van deze twee talen is tot 89%. Spaans is de primaire taal van 20 landen over de hele wereld. Geschat wordt dat het totale aantal sprekers van het Spaans tussen de 470 en 500 miljoen ligt, waarmee het de op één na meest gesproken taal ter wereld is, gemeten naar het aantal moedertaalsprekers.