Wat betekent fría in Spaans?

Wat is de betekenis van het woord fría in Spaans? Het artikel legt de volledige betekenis uit, de uitspraak samen met tweetalige voorbeelden en instructies voor het gebruik van fría in Spaans.

Het woord fría in Spaans betekent braden, bakken, frituren, koel, koud, fris, koud, koel, fris, kil, zielloos, kilte, koud, koel, keihard, kil, kou, koude, kil, koel, koud, afstandelijk, gereserveerd, terughoudend, koud, koud, koel, kou, koude, koud, koel, gemeen, hard, koud, kil, afstandelijk, objectief, zonder gevoelens, neutraal, frigide, onvoorbereid, niet opgewarmd, onvriendelijk, ijskoud, ijzig, winters, niet romantisch, afstandelijk, gereserveerd, onbewogen, keihard, afstandelijk, terughoudend, gewetenloos, gevoelloos, afstandelijk, gereserveerd, koud, koud, koud opgediend, liefdeloos, koudbloedig, koelbloedig, koud, dood, opdonderen, opsodemieteren, oprotten, frituren, braadkip. Raadpleeg de onderstaande details voor meer informatie.

Luister naar uitspraak

Betekenis van het woord fría

braden, bakken, frituren

verbo transitivo

Kelsey frió las patatas hasta que estuvieron doradas.

koel, koud, fris

Mi café ya está lo suficientemente frío como para tomármelo.

koud

adjetivo

Laura metió un pie en el agua fría del lago.

koel, fris, kil

(weer)

El clima está frío hoy.

zielloos

El departamento está bien, pero es frío e insulso.

kilte

Ian se puso una bufanda gruesa para protegerse del frío.

koud, koel

Un café frío, por favor.

keihard

(figurado) (informeel)

kil

kou, koude

nombre masculino

kil, koel, koud

(carácter, figurado) (figuurlijk)

La recepcionista dirigió a Jim una fría sonrisa.

afstandelijk, gereserveerd, terughoudend

adjetivo (carácter)

La secretaria me dirigió una fría sonrisa y respondió: "No".

koud

adjetivo

No, no necesito el microondas, me gusta comer restos de pizza fría.

koud, koel

adjetivo

Prefiero beber agua fría.

kou, koude

nombre masculino

A mucha gente de Alaska no le molesta el frío.

koud, koel

adjetivo

Pintaron la habitación en azul frío.

gemeen

La anciana rara vez demostraba sus emociones y la gente decía que era fría.

hard

adjetivo

Cuando empecé a llorar en su oficina, sólo me lanzó una fría mirada y me pidió que me fuera.

koud, kil, afstandelijk

(figurado)

Aunque resulta frío en público, los que le conocen bien saben que es una persona encantadora.

objectief, zonder gevoelens, neutraal

adjetivo (figurado)

La fría lógica del razonamiento del juez se ajustaba a la ley, pero enfureció a la familia de la víctima.

frigide

Quería hacer el amor con ella, pero la encontró muy fría.

onvoorbereid, niet opgewarmd

adjetivo

No está preparado para salir a jugar. Aún está frío.

onvriendelijk

Estaban tan antipáticos que nos preguntábamos en qué los habríamos ofendido.

ijskoud, ijzig

La pareja caminó de la mano en el clima helado.

winters

niet romantisch

afstandelijk, gereserveerd

La actitud distante de Tia le apartó de sus compañeros de clase.

onbewogen

(figuurlijk)

keihard

(figuurlijk)

No esperes ningún tipo de empatía por su parte, es un insensible.

afstandelijk, terughoudend

Janet estaba distante y no habló con ninguno de sus conocidos.

gewetenloos, gevoelloos

Cuando me despidió mi jefe, lo hizo de forma fría e inhumana.

afstandelijk, gereserveerd

El trato distante del aristócrata ofendió a los comerciantes.

koud

(figuurlijk)

Sus respuestas seguían siendo desacertadas. Realmente no tenía ni idea.

koud, koud opgediend

(van voedsel)

liefdeloos

koudbloedig, koelbloedig

(figurado) (figuurlijk)

Es una persona fría que no se implica emocionalmente con nadie.

koud, dood

(coloquial)

Cuando llegó la policía, encontraron los dos cuerpos tiesos.

opdonderen, opsodemieteren, oprotten

(ES, coloquial) (vulgair)

Le reclamé el dinero de la deuda y me mandó a freír espárragos.

frituren

locución verbal

Una forma muy popular de hacer el pollo es freírlo en aceite abundante para que quede crocante.

braadkip

Mamá compró un par de pollos para freír para la gran cena familiar de mañana.

Laten we Spaans leren

Dus nu je meer weet over de betekenis van fría in Spaans, kun je leren hoe je ze kunt gebruiken aan de hand van geselecteerde voorbeelden en hoe je lees ze. En vergeet niet om de verwante woorden die we voorstellen te leren. Onze website wordt voortdurend bijgewerkt met nieuwe woorden en nieuwe voorbeelden, zodat u de betekenissen van andere woorden die u niet kent, kunt opzoeken in Spaans.

Ken je iets van Spaans

Spaans (español), ook bekend als Castilla, is een taal van de Iberisch-Romaanse groep van de Romaanse talen, en de 4e meest voorkomende taal ter wereld volgens sommige bronnen, terwijl andere het als een 2e of 3e vermelden meest voorkomende taal. Het is de moedertaal van ongeveer 352 miljoen mensen en wordt gesproken door 417 miljoen mensen wanneer de sprekers als taal worden toegevoegd. sub (geschat in 1999). Spaans en Portugees hebben zeer vergelijkbare grammatica en woordenschat; Het aantal vergelijkbare woordenschat van deze twee talen is tot 89%. Spaans is de primaire taal van 20 landen over de hele wereld. Geschat wordt dat het totale aantal sprekers van het Spaans tussen de 470 en 500 miljoen ligt, waarmee het de op één na meest gesproken taal ter wereld is, gemeten naar het aantal moedertaalsprekers.