Wat betekent guardar in Spaans?

Wat is de betekenis van het woord guardar in Spaans? Het artikel legt de volledige betekenis uit, de uitspraak samen met tweetalige voorbeelden en instructies voor het gebruik van guardar in Spaans.

Het woord guardar in Spaans betekent bewaren, bewaren, beschermen, beveiligen, bewaken, bewaren, bewaren, iets opbergen, bewaren, opzij leggen, verzamelen, iets voor zich houden, hamsteren, oppotten, herbergen, bewaren, overlaten, koesteren, wegstoppen, bij zich houden, bijhouden, bewaren, opsparen, huisvesten, meenemen, reserveren, bespreken, vasthouden, tegenhouden, inhouden, wegbergen, opbergen, opbergen, verstoppen, inslaan, opslaan, reserveren, vrijhouden, bewaren, opzij leggen, opslaan, bewaren, opslaan, wegbergen, zich houden aan, tijdelijk opslaan, stallen, aan iets vasthouden, afsluiten, sluiten, op-, bedaren, kalmeren, niet opgeslagen, wrok koesteren, verborgen houden, stil houden, zwijgen over, inpakken, wegruimen, opruimen, opsluiten, omsluiten, opsluiten, opbergen, lappenmand, in een kennel stoppen, opbergen, wegbergen, wegblijven bij, stallen, binnen houden. Raadpleeg de onderstaande details voor meer informatie.

Luister naar uitspraak

Betekenis van het woord guardar

bewaren

No se tomen toda el agua. Necesitamos guardar para mañana.

bewaren

Guarda la comida enlatada en el sótano.

beschermen, beveiligen, bewaken

El perro guardaba el patio trasero.

bewaren

verbo transitivo

Voy a guardar un poco de esta conserva para el próximo verano.

bewaren

verbo transitivo

Vamos a guardar el resto del carbón para cuando haga mucho frío.

iets opbergen

Guardamos las patatas en la bodega durante el invierno.

bewaren, opzij leggen

verbo transitivo

Guardé lo que quedó del pastel para mañana.

verzamelen

verbo transitivo

¿Has estado guardando todo esto?

iets voor zich houden

Tania se moría por contarle el secreto a Audrey, pero de alguna manera logro guardarlo.

hamsteren, oppotten

Llamaron a un consejero cuando se hizo evidente que estaba guardándose cosas.

herbergen

El armario almacena todo nuestro material de papelería.

bewaren, overlaten

verbo transitivo

A ella le gusta guardar lo mejor para el final.

koesteren

(sentimiento) (van gevoelens)

Creo que guardas un enamoramiento secreto por mi primo.

wegstoppen

El viejo guardaba sus ahorros en una caja de zapatos.

bij zich houden, bijhouden

verbo transitivo

Guardamos algunos euros para casos de emergencia.

bewaren, opsparen

La corredora guardó su energía para el final de la carrera.

huisvesten

El viejo granero guarda algunas herramientas rústicas.

meenemen

Mi jefe no me permite guardar días de vacaciones para el próximo año, así que tendré que tomar unas vacaciones ahora.

reserveren, bespreken

Malcolm reservó una habitación con vista al mar.

vasthouden, tegenhouden, inhouden

Irene retuvo la llave en caso de que la necesitara en el futuro.

wegbergen, opbergen

Jim almancenó provisiones en caso de emergencias.

opbergen, verstoppen

inslaan, opslaan

Los granjeros almacenan el heno para alimentar a los animales durante el invierno.

reserveren, vrijhouden

Tina reservó un asiento para su amiga.

bewaren

¿Cuál es la mejor manera de conservar frutillas?

opzij leggen

(figuurlijk)

Es buena idea ahorrar algo de dinero para necesidades inesperadas.

opslaan, bewaren

(computers)

Tienes que archivar tu disco duro una vez al mes.

opslaan, wegbergen

(AmL)

Embodegamos los libros viejos en el sótano.

zich houden aan

(silencio)

La gente suele hacer un minuto de silencio durante el Día del Armisticio.

tijdelijk opslaan

(computer)

stallen

(auto, fiets)

aan iets vasthouden

locución verbal

Estos viejos libros no valen nada, pero los guardo porque me recuerdan a mi infancia.

afsluiten, sluiten

(con llave)

op-

(in samenstelling)

Enlataron las fresas para usarlas después.

bedaren, kalmeren

La multitud se calló cuando el concierto comenzó.

niet opgeslagen

(van computers)

wrok koesteren

locución verbal

Fue injusto que la eligieran a ella y no a mí, pero no le voy a guardar rencor.
Het was oneerlijk dat ze haar kozen in plaats van mij, maar ik ben niet iemand die wrok koestert.

verborgen houden, stil houden

(informal)

La compañía guarda bajo siete llaves el nuevo modelo hasta el lanzamiento oficial.

zwijgen over

locución verbal

Al testigo lo estaban chantajeando para que guardara silencio.

inpakken

Se hace de noche, así que los trabajadores están guardando todo.

wegruimen, opruimen

locución verbal

Después de la cena, Fiona empezó a guardar y ordenar los platos.

opsluiten, omsluiten

locución verbal

Al ganado lo meten en el corral fuera del matadero.

opsluiten, opbergen

locución verbal (cosas)

Víctor guarda sus valiosos vinos bajo llave, fuera del alcance de ojos curiosos.

lappenmand

(de tela)

in een kennel stoppen

locución verbal

Guardaron a los perros en la perrera y se fueron a recorrer el mundo.

opbergen, wegbergen

locución verbal

Guarda bajo llave estos chocolates antes de que me los coma todos.

wegblijven bij

Guarden distancia del fuego, pueden saltar chispas.

stallen, binnen houden

(ES, AR)

Brian guardaba su motocicleta en el garage durante el invierno.

Laten we Spaans leren

Dus nu je meer weet over de betekenis van guardar in Spaans, kun je leren hoe je ze kunt gebruiken aan de hand van geselecteerde voorbeelden en hoe je lees ze. En vergeet niet om de verwante woorden die we voorstellen te leren. Onze website wordt voortdurend bijgewerkt met nieuwe woorden en nieuwe voorbeelden, zodat u de betekenissen van andere woorden die u niet kent, kunt opzoeken in Spaans.

Ken je iets van Spaans

Spaans (español), ook bekend als Castilla, is een taal van de Iberisch-Romaanse groep van de Romaanse talen, en de 4e meest voorkomende taal ter wereld volgens sommige bronnen, terwijl andere het als een 2e of 3e vermelden meest voorkomende taal. Het is de moedertaal van ongeveer 352 miljoen mensen en wordt gesproken door 417 miljoen mensen wanneer de sprekers als taal worden toegevoegd. sub (geschat in 1999). Spaans en Portugees hebben zeer vergelijkbare grammatica en woordenschat; Het aantal vergelijkbare woordenschat van deze twee talen is tot 89%. Spaans is de primaire taal van 20 landen over de hele wereld. Geschat wordt dat het totale aantal sprekers van het Spaans tussen de 470 en 500 miljoen ligt, waarmee het de op één na meest gesproken taal ter wereld is, gemeten naar het aantal moedertaalsprekers.