Wat betekent lugar in Portugees?

Wat is de betekenis van het woord lugar in Portugees? Het artikel legt de volledige betekenis uit, de uitspraak samen met tweetalige voorbeelden en instructies voor het gebruik van lugar in Portugees.

Het woord lugar in Portugees betekent plaats, plek, plek, plaats, plaats, plek, plek, plaats, plaats, plek, plaats, plaats, plek, plaats, plaats, plek, positie, status, plaats, plek, plaats, baan, arbeidsplaats, betrekking, plek, plaats, plek, plaats, locatie, plekje, locatie, plek, ligging, positie, plek, lege plaats, open plaats, plaats, plek, plek, plaats, waaruit, lijzijde, lij, zich bewegen, verwisselen, omwisselen, algemeen bekend, baan, betrekking, voorspelbaar, nergens, ergens, ten tweede, op de tweede plaats, overal, op zijn plek, op zijn plaats, ergens anders, overal behalve hier, waar dan ook, in plaats van, ten eerste, op de eerste plaats, om te beginnen, werkplek, hangplek, zedenpreek, gebied rond de ring bij vechtsporten, staanplaatsen, warme plek, warme plaats, niet toegeven, vervangen, de plaats innemen van, waar dan ook, nergens heen, gepast, tegeltjeswijsheid, gerieflijkheid, ergens, misplaatsen, normaal verschijnsel, prachtige plek, op de eerste plaats komen, in iemands plaats, in iemands plek, doorgang, op, vestiging, derde worden bij paardenrennen. Raadpleeg de onderstaande details voor meer informatie.

Luister naar uitspraak

Betekenis van het woord lugar

plaats, plek

substantivo masculino (localização)

Este parque é um dos meus lugares favoritos.

plek, plaats

substantivo masculino (posição) (positie)

Ela perdeu seu lugar na fila.

plaats, plek

substantivo masculino (espaço) (ruimte)

Tem sempre lugar para você nesta casa.

plek, plaats

substantivo masculino (localização apropriada) (juiste positie)

Todas as crianças estavam em seus lugares.

plaats, plek

substantivo masculino (lugar vago) (m.b.t. toegang)

Há algum lugar sobrando para o concerto de hoje à noite?

plaats

substantivo masculino (como substituto para) (als vervanging voor)

Ele mandou um delegado para ir à cerimônia em seu lugar.

plaats, plek

substantivo masculino (situação) (situatie)

Este não é o lugar ideal para discutir sobre política.

plaats

substantivo masculino (mesa de jantar) (om te zitten)

Precisamos de quantos lugares na mesa?

plaats, plek

substantivo masculino (função) (rol)

As pessoas não conseguem concordar quanto ao lugar da ciência na teologia.

positie, status

substantivo masculino (posição, direito)

Não viveria minha vida como você, mas não é meu lugar julgar. Ele devia se lembrar de seu lugar na sociedade e parar de causar confusão.

plaats, plek

substantivo masculino (área) (omtrek)

Ela marcou um lugar na areia e se sentou para tomar banho de sol.

plaats

substantivo masculino (colocação)

Ela ficou em segundo lugar na competição.

baan, arbeidsplaats, betrekking

(profissão, emprego)

Estou procurando um emprego na editora.

plek, plaats

substantivo masculino (localização com propósito)

Este lugar foi usado como acampamento por muitos escaladores.

plek, plaats, locatie

substantivo masculino

Aquele é o lugar onde aconteceu o assassinato.

plekje

substantivo masculino

O gato foi procurar um lugar no sol.

locatie, plek, ligging

substantivo masculino (localização)

positie, plek

(localização)

De sua posição na escada, Henrique podia ver longe.

lege plaats, open plaats

Bill ligou para o hotel para ver se tinham alguma vaga para o final de semana seguinte. Ainda há algumas vagas neste curso, caso queira se inscrever.

plaats, plek

plek, plaats

waaruit

(literário, arcaico)

lijzijde, lij

(scheepvaart)

zich bewegen

Eu não consigo fazer a pedra se mexer nem um pouquinho!

verwisselen, omwisselen

algemeen bekend

substantivo masculino

É um lugar-comum que nós utilizamos apenas uma pequena parta do nosso cérebro.

baan, betrekking

(emprego)

voorspelbaar

nergens

locução adverbial

As chaves do carro do Daniel não estavam em lugar nenhum.

ergens

locução adverbial

Robert estava se escondendo em algum lugar da casa. Coloquei meu passaporte em algum lugar, mas não consigo lembrar onde. // Por que você está colocando seu casaco? Você está indo a algum lugar?

ten tweede, op de tweede plaats

locução adverbial

Primeiramente, obrigado a todos por virem. Em segundo lugar, permitam-me apresentar nosso anfitrião.

overal

locução adverbial

op zijn plek, op zijn plaats

expressão (local apropriado)

De inbreker legde de rmband terug op zijn plaats.

ergens anders

locução adverbial

overal behalve hier

locução adverbial

Prefiro estar em qualquer outro lugar agora.

waar dan ook

locução adverbial

in plaats van

advérbio (substituição)

Je kan tomaat in blik gebruiken in plaats van verse.

ten eerste, op de eerste plaats, om te beginnen

expressão (coloquial: primeiramente)

Por que você não gosta dele? Bem, para começar, ele não se lava.
Waarom vind ik hem niet leuk? In de eerste plaats omdat hij zich niet wast.

werkplek

É importante ter um lugar de trabalho onde possa se sentir confortável; afinal de contas, você passa muito tempo lá!

hangplek

(informal) (informeel)

O clube se tornou um lugar muito frequentado pelos estudantes depois da escola.

zedenpreek

(clichê)

gebied rond de ring bij vechtsporten

staanplaatsen

expressão

warme plek, warme plaats

substantivo feminino

niet toegeven

expressão

vervangen

de plaats innemen van

waar dan ook

(para,onde qualquer lugar)

Não conseguimos encontrar minhas chaves em lugar nenhum. // O dinheiro está curto, então não vamos a lugar nenhum neste verão.

nergens heen

locução adverbial (não em qualquer lugar)

O carro quebrado não iria a lugar nenhum, então Peter começou a caminhar.

gepast

expressão (figurado: ocasião apropriada)

tegeltjeswijsheid

substantivo masculino

gerieflijkheid

substantivo masculino (lugar: hospitaleiro, confortável)

ergens

locução adverbial

Você tem algum lugar para dormir hoje à noite?

misplaatsen

locução verbal

normaal verschijnsel

Restaurantes com mesas no exterior são lugar-comum (or: comuns) agora.

prachtige plek

op de eerste plaats komen

expressão verbal (figurado, ser prioridade)

in iemands plaats, in iemands plek

locução prepositiva

Falei para minha mãe que iria ao funeral no lugar dela.

doorgang

expressão (viagem) (plaats)

op

locução adverbial (na posição)

vestiging

(lugar de negócio)

O restaurante abriu uma nova filial perto de nossa casa.

derde worden bij paardenrennen

locução verbal (corrida de cavalo)

Esperava-se que o cavalo chegasse em terceiro lugar na corrida.

Laten we Portugees leren

Dus nu je meer weet over de betekenis van lugar in Portugees, kun je leren hoe je ze kunt gebruiken aan de hand van geselecteerde voorbeelden en hoe je lees ze. En vergeet niet om de verwante woorden die we voorstellen te leren. Onze website wordt voortdurend bijgewerkt met nieuwe woorden en nieuwe voorbeelden, zodat u de betekenissen van andere woorden die u niet kent, kunt opzoeken in Portugees.

Ken je iets van Portugees

Portugees (português) is een Romeinse taal afkomstig uit het Iberisch schiereiland van Europa. Het is de enige officiële taal van Portugal, Brazilië, Angola, Mozambique, Guinee-Bissau, Kaapverdië. Portugees heeft tussen de 215 en 220 miljoen moedertaalsprekers en 50 miljoen tweedetaalsprekers, voor een totaal van ongeveer 270 miljoen. Portugees wordt vaak vermeld als de zesde meest gesproken taal ter wereld, de derde in Europa. In 1997 rangschikte een uitgebreide academische studie het Portugees als een van de 10 meest invloedrijke talen ter wereld. Volgens UNESCO-statistieken zijn Portugees en Spaans na Engels de snelst groeiende Europese talen.