Wat betekent maior in Portugees?

Wat is de betekenis van het woord maior in Portugees? Het artikel legt de volledige betekenis uit, de uitspraak samen met tweetalige voorbeelden en instructies voor het gebruik van maior in Portugees.

Het woord maior in Portugees betekent grootst, grootste, groter, grootste, belangrijker, grootste, groots, majeur, majeur, groot, majeur, groot, grootste deel, meerendeel, volwassene, groter, hoger, grootste, omvangrijkste, belangrijkste, voornaamste, grootste, meer bieden dan, merendeel, gros, staf, fijnst, meestal, hoger bod, hoogste prioriteit, overmacht, maximale waarschijnlijkheid, verder bespreken, verbeterd, verst, het grootste deel, het grootste gedeelte, James, Jacob, Jacobus, hoe … ook, bijna, haast, praktisch, minimaal, ouder dan. Raadpleeg de onderstaande details voor meer informatie.

Luister naar uitspraak

Betekenis van het woord maior

grootst

adjetivo

Tóquio é uma das maiores cidades do mundo.

grootste

adjetivo

Este é nosso maior cômodo.

groter

adjetivo

O mapa sugere que Seattle é maior do que Cleveland.

grootste

adjetivo

A maior crescimento econômico foi visto na Ásia, no último trimestre.

belangrijker

A nossa maior preocupação é que o dinheiro acabe.

grootste

substantivo masculino

Não me importa como você divide os quartos, mas eu quero o maior.

groots

adjetivo

A nona sinfonia de Beethoven é uma das maiores peças musicais desta era.

majeur

adjetivo (nota musical)

Esta canção está escrita em C maior.

majeur, groot

adjetivo (música: escala)

Eu preciso praticar minha escala de F maior no piano.

majeur, groot

adjetivo (clave musical)

O Canon em D maior de Pachelbel é uma peça famosa.

grootste deel, meerendeel

adjetivo (a maior parte)

Já concluímos a maior parte do caminho até lá.

volwassene

adjetivo (maior de idade)

Um maior é uma pessoa que atingiu a idade adulta.

groter, hoger

adjetivo

Insira sua renda ou $20.000, qual for maior.

grootste, omvangrijkste

adjetivo

Os maiores aumentos em empregos foram vistos no Nordeste. A maior margem de vitória do time foi de treze.

belangrijkste, voornaamste

adjetivo

A maior (or: principal) contribuição do João para a ciência foi o seu último livro.

grootste

substantivo masculino

Temos três quartos disponíveis; vou reservar o maior para você. Temos diversos grandes parques, e este é nosso maior.

meer bieden dan

(em uma licitação)

merendeel, gros

A maioria da sopa foi tomada.

staf

substantivo masculino (unidade operativa militar) (leger, ontelbaar)

O estado-maior militar cuida dos problemas administrativos.

fijnst

Esta é a melhor farinha disponível para fazer pão.

meestal

Eu mal consigo entender o que ele diz na maior parte do tempo.

hoger bod

hoogste prioriteit

substantivo feminino

overmacht

maximale waarschijnlijkheid

substantivo feminino

verder bespreken

verbeterd

Suas chances de conseguir um emprego são muito melhores se você tiver habilidade com um computador.

verst

locução adverbial

het grootste deel, het grootste gedeelte

locução pronominal

Levamos a maior parte da manhã para terminar o serviço.

James, Jacob, Jacobus

(personagem bíblico, apóstolo)

hoe … ook

Por mais que chova, vamos sair assim mesmo.

bijna, haast, praktisch

Já terminamos a maior parte do projeto.

minimaal, ouder dan

(idade)

No Reino Unido você precisa ser maior de dezoito anos para comprar bebida alcoólica. Espera-se que a participação na votação seja maior do que 80% para esta eleição.

Laten we Portugees leren

Dus nu je meer weet over de betekenis van maior in Portugees, kun je leren hoe je ze kunt gebruiken aan de hand van geselecteerde voorbeelden en hoe je lees ze. En vergeet niet om de verwante woorden die we voorstellen te leren. Onze website wordt voortdurend bijgewerkt met nieuwe woorden en nieuwe voorbeelden, zodat u de betekenissen van andere woorden die u niet kent, kunt opzoeken in Portugees.

Ken je iets van Portugees

Portugees (português) is een Romeinse taal afkomstig uit het Iberisch schiereiland van Europa. Het is de enige officiële taal van Portugal, Brazilië, Angola, Mozambique, Guinee-Bissau, Kaapverdië. Portugees heeft tussen de 215 en 220 miljoen moedertaalsprekers en 50 miljoen tweedetaalsprekers, voor een totaal van ongeveer 270 miljoen. Portugees wordt vaak vermeld als de zesde meest gesproken taal ter wereld, de derde in Europa. In 1997 rangschikte een uitgebreide academische studie het Portugees als een van de 10 meest invloedrijke talen ter wereld. Volgens UNESCO-statistieken zijn Portugees en Spaans na Engels de snelst groeiende Europese talen.