Wat betekent molesto in Spaans?

Wat is de betekenis van het woord molesto in Spaans? Het artikel legt de volledige betekenis uit, de uitspraak samen met tweetalige voorbeelden en instructies voor het gebruik van molesto in Spaans.

Het woord molesto in Spaans betekent lastig vallen, lastig vallen, overstuur maken, muggenzifterij, haarkloverij, ergeren, irriteren, bezwaar hebben, zich storen aan, lastigvallen, storen, dissen, dwars zitten, zich storen aan, lastig vallen, kwellen, dollen, ergeren, treiteren, dwarszitten, irriteren, ergeren, ergeren, irriteren, plagen, pesten, plagen, iemand de kast opjagen, onderbreken, provoceren, lastig vallen, overstuur, geschokt, zeurend, vervelend, lastig, vervelend, afleidend, geïrriteerd voelen, irritant, vervelend, lastig, onaangenaam sterk, irritant, vervelend, niet op zijn gemak, ongemakkelijk, stroef, irritant, ergerlijk, onaangenaam, vervelend, onwelkom, chagrijnig, slechtgehumeurd, ergerlijk, irritant, knagend, hardnekkig, , gemeen, vals, hatelijk, lelijk, drukkend, bezwarend, geërgerd, geïrriteerd, boos, kwaad, zwaar, lastpost, zeikerd, op stang jagen, irriteren, ergeren, irriteren, lastig vallen, irriteren, ergeren, van streek maken, ergeren, irriteren, pesten, treiteren, sarren, plagen, sarren, pesten, lastigvallen, hinderen, met rust laten, iem. tot last zijn, ongevraagd mengen, zeuren, zaniken, Iemand met rust laten, iemand lastigvallen, pesten, kwellen, lastigvallen, plagen, stangen, pesten, lastig vallen, irriteren, kwellen, ergeren, irriteren. Raadpleeg de onderstaande details voor meer informatie.

Luister naar uitspraak

Betekenis van het woord molesto

lastig vallen

verbo intransitivo

Mi hermanito siempre me está molestando.

lastig vallen

No molestes a tu hermano mientras estudia.

overstuur maken

verbo transitivo

Ella lo molestó con sus acciones.

muggenzifterij, haarkloverij

El abogado molestaba con cada detalle del contrato.

ergeren, irriteren

Su incesante silbido realmente me molesta.
Zijn onophoudelijke fluiten irriteert me echt.

bezwaar hebben

verbo transitivo

Quisiera sentarme aquí, ¿te molesta?

zich storen aan

Le molestaba tener que pasar tanto tiempo sola.

lastigvallen, storen

verbo transitivo

Lamento molestarlo, pero le esperan al teléfono.

dissen

(slang)

Perdón por molestarte, pero necesito cambiar la fecha de nuestra reunión.

dwars zitten

Lo que me molesta de la película es por qué él nunca regresa.

zich storen aan

verbo transitivo

Me molestan mucho las intromisiones del gobierno.

lastig vallen

verbo transitivo

Le he dicho que me deje en paz, pero sigue molestándome con llamadas telefónicas.

kwellen

dollen

(informeel)

¡Es muy divertido molestarlo (or: fastidiarlo)!

ergeren

¡La engreída sonrisa de Bob me irrita!

treiteren, dwarszitten

irriteren, ergeren

El crítico irritó al autor con sus insultos.

ergeren, irriteren

En realidad me fastidia Ana cuando se pone a cantar.

plagen, pesten

Deja de fastidiar a tu hermana mientras hace la tarea.

plagen

El bosque estaba afectado por una nueva enfermedad de los árboles.

iemand de kast opjagen

(coloquial)

Te está haciendo muecas para hacerte saltar.
Hij trekt gewoon gezichten om jou de kast op te jagen.

onderbreken, provoceren

Alguien de entre la multitud empezó a interrumpir con preguntas.

lastig vallen

No hagas enojar a Stan porque te golpeará.

overstuur, geschokt

adjetivo

Ella estaba molesta por las acciones de su amiga.

zeurend

Kate salió para escapar de su molesto novio.

vervelend, lastig

Estos molestos insectos están arruinando nuestro picnic.

vervelend

afleidend

El sonido de alguien haciendo ruido con el bolígrafo sobre el escritorio era molesto.

geïrriteerd voelen

Atorada en el tráfico bajo el sol radiante, Vera se sentía molesta.

irritant, vervelend

Tal vez renuncie a mi trabajo porque ella es muy molesta.

lastig

Sus hijos pueden ser increíblemente molestos a veces.

onaangenaam sterk

El sonido de la ciudad era molesto con sirenas a toda hora.

irritant, vervelend

El ruido constante del tráfico resultaba irritante.

niet op zijn gemak

Beth estaba incómoda sentada en la silla dura.

ongemakkelijk, stroef

(persona)

Ann se sintió incómoda cuando su jefe la miró por encima del hombro mientras trabajaba.

irritant, ergerlijk

Es tan irritante que ignoren mis preguntas en los correos electrónicos.

onaangenaam, vervelend

El hotel nos pareció desagradable y redujimos nuestra estadía.

onwelkom

(persona)

chagrijnig, slechtgehumeurd

Cuando Rob no duerme lo suficiente, está enfadado todo el día.

ergerlijk, irritant

La derrota del equipo fue mortificante, considerando que trabajaron duro para llegar al torneo.

knagend, hardnekkig

Cuando planificas una boda, debes prestar atención a miles de detalles exasperantes.

gemeen, vals, hatelijk, lelijk

La amiga de Kelsey empezó rumores sobre ella.

drukkend, bezwarend

(figurado)

Cuidar de mis padres y también de mis hijos es una responsabilidad pesada.

geërgerd, geïrriteerd

Siempre termino sintiéndome exasperado después de ver las noticias de la noche.

boos, kwaad

Te dabas cuenta por su mirada que estaba enojada.

zwaar

Las pesadas exigencias de su padre hicieron que se fuera de casa.

lastpost, zeikerd

(informeel)

Mi jefe siempre está vigilándome y ya se está volviendo un incordio.

op stang jagen

(figuurlijk, informeel)

irriteren, ergeren

La descortesía de Kyle molestaba a su esposa.

irriteren, lastig vallen

La gente que se salta la fila me molesta.

irriteren, ergeren

Estás irritando a tu padre con todas esas preguntas estúpidas.

van streek maken

Aunque la situación parecía peligrosa, el desafío no desconcertó a Brett.

ergeren, irriteren

Las constantes quejas del niño empezaban a irritar a Elisabeth.

pesten, treiteren, sarren, plagen

(irritar)

¡Deja de molestar a tu hermanita!

sarren, pesten

Jane me está fastidiando para que vaya de acampada con ella.

lastigvallen, hinderen

Nunca voy a terminar el informe si me sigues molestando.
Ik krijg dit verslag nooit op tijd af als je steeds komt om me lastig te vallen.

met rust laten

Deja en paz a tu hermana, ¿no ves que intenta hacer su tarea?

iem. tot last zijn

No quisiera abusar de tu amabilidad, pero ¿podrías pasar a buscar mi ropa de la tintorería?

ongevraagd mengen

(in een gesprek)

Siento entrometerme en tu fiesta, pero el ruido realmente me molesta.

zeuren, zaniken

No soporto a mi padrastro, siempre me molesta.

Iemand met rust laten

¿Puedes no molestar a tu hermana por cinco minutos? Ya la molestaste suficiente.

iemand lastigvallen

Los vendedores ambulantes en la calle siempre molestan a Karen cuando camina por la ciudad.

pesten, kwellen, lastigvallen

El nuevo pasante está siempre acosando al jefe con preguntas.

plagen, stangen, pesten

(figurado)

Los chicos siempre molestaban a Ben por su tartamudez.

lastig vallen, irriteren

Estoy tratando de concentrarme, deja de fastidiarme.

kwellen, ergeren, irriteren

Las quejas constantes de Bobby me molestan. ¡Necesito alejarme de él!

Laten we Spaans leren

Dus nu je meer weet over de betekenis van molesto in Spaans, kun je leren hoe je ze kunt gebruiken aan de hand van geselecteerde voorbeelden en hoe je lees ze. En vergeet niet om de verwante woorden die we voorstellen te leren. Onze website wordt voortdurend bijgewerkt met nieuwe woorden en nieuwe voorbeelden, zodat u de betekenissen van andere woorden die u niet kent, kunt opzoeken in Spaans.

Ken je iets van Spaans

Spaans (español), ook bekend als Castilla, is een taal van de Iberisch-Romaanse groep van de Romaanse talen, en de 4e meest voorkomende taal ter wereld volgens sommige bronnen, terwijl andere het als een 2e of 3e vermelden meest voorkomende taal. Het is de moedertaal van ongeveer 352 miljoen mensen en wordt gesproken door 417 miljoen mensen wanneer de sprekers als taal worden toegevoegd. sub (geschat in 1999). Spaans en Portugees hebben zeer vergelijkbare grammatica en woordenschat; Het aantal vergelijkbare woordenschat van deze twee talen is tot 89%. Spaans is de primaire taal van 20 landen over de hele wereld. Geschat wordt dat het totale aantal sprekers van het Spaans tussen de 470 en 500 miljoen ligt, waarmee het de op één na meest gesproken taal ter wereld is, gemeten naar het aantal moedertaalsprekers.