Wat betekent momento in Portugees?

Wat is de betekenis van het woord momento in Portugees? Het artikel legt de volledige betekenis uit, de uitspraak samen met tweetalige voorbeelden en instructies voor het gebruik van momento in Portugees.

Het woord momento in Portugees betekent moment, moment, ogenblik, ogenblikje, belang, hoogtepunt, moment, ogenblik, moment, ogenblik, tijdstip, ogenblik, moment, timing, ogenblik, moment, momentje, ogenblikje, tijdigheid, nu, tegenwoordig, momenteel, timing, kort, vlug, onmiddellijk, vaart, stuwkracht, nu, nou, nu, momenteel, nooit, op geen enkel moment, voorlopig, vooralsnog, op dat moment, op dit moment, op dit ogenblik, over een tijdje, tot nu toe, tot dan toe, in het vuur van.., op het nippertje, net op tijd, in een opwelling, spontaan, voorlopig, carpe diem, slecht tijdstip, slecht moment, kritiek moment, cruciaal moment, keerpunt, zeldzame momenten, zo meteen, zo dadelijk, zo, nu, op het moment, net op dit moment, penarie, lol, gedurende, in de loop van, met het verloop van, nu. Raadpleeg de onderstaande details voor meer informatie.

Luister naar uitspraak

Betekenis van het woord momento

moment

substantivo masculino (ponto no tempo)

Onde você estava no momento em que ouviu que haviam atirado em Kennedy?

moment, ogenblik

substantivo masculino (presente)

No momento, não estou disponível. Por favor, ligue depois.

ogenblikje

substantivo masculino (pequeno período de tempo)

Só estive lá por um momento. Saí da loja segundos depois de entrar.

belang

(importância)

hoogtepunt

substantivo masculino (tempo de excelência)

moment, ogenblik

substantivo masculino (gíria, abreviatura)

moment, ogenblik, tijdstip

Onde ele estava naquele momento?

ogenblik, moment

timing

(momento certo para algo)

No momento perfeito, Tim sugeriu uma solução ideal, justamente quando todos achavam que nunca encontrariam uma.

ogenblik, moment

Parecia ter tudo acabado em um instante.

momentje, ogenblikje

substantivo masculino (informal)

tijdigheid

nu, tegenwoordig, momenteel

substantivo masculino

Pare de se preocupar com o amanhã e mantenha seus pensamentos no presente.

timing

(evento)

A data da exibição coincidiu com minhas férias, então não pude ir.

kort, vlug

Liza parou brevemente na loja no caminho para o show.

onmiddellijk

Vou partir imediatamente.

vaart, stuwkracht

(física)

O meteoro tinha bastante momentum quando atingiu o solo.

nu, nou

locução adverbial

Steve não tem um emprego no momento.

nu, momenteel

advérbio

No momento, estou no supermercado.

nooit, op geen enkel moment

locução adverbial

voorlopig, vooralsnog

advérbio

We zijn voorlopig oké.

op dat moment

locução adverbial (determinado tempo no passado)

Naquele tempo, eu não entendi completamente o que ela queria dizer, mas eu compreendi mais tarde.
Op dat moment begreep ik niet helemaal wat ze bedoelde, maar ik kwam er na een tijdje achter.

op dit moment, op dit ogenblik

locução adverbial (agora)

O modelo do carro não está disponível nesse momento.

over een tijdje

tot nu toe

(até o presente momento)

tot dan toe

(até um momento anterior)

in het vuur van..

expressão (figurado: emoção)

op het nippertje, net op tijd

locução adverbial

in een opwelling, spontaan

voorlopig

locução adverbial (temporariamente)

Meu carro quebrou, então estou usando minha bicicleta no momento.

carpe diem

(Latim)

"Carpe diem" é meu lema favorito: uma bela desculpa para festejar!

slecht tijdstip, slecht moment

Vocês vieram em uma má hora. Nosso departamento acabou de ter seu orçamento cortado, então é uma má hora para pedir ao chefe um aumento de salário.

kritiek moment, cruciaal moment

substantivo masculino

keerpunt

zeldzame momenten

zo meteen, zo dadelijk, zo

locução adverbial

nu, op het moment

Até agora, arrecadamos 80% dos recursos que precisamos para completar o projeto.

net op dit moment

advérbio

penarie

(figurado) (moeilijke situatie)

Eles discutem muito, mas quando chega a hora do aperto, eles são muito leais um ao outro.

lol

(informeel)

Nós tivemos um momento divertido no baile da escola.

gedurende, in de loop van, met het verloop van

locução adverbial (tempo)

O idioma tem mudado até o momento.

nu

locução adverbial

O que precisamos neste momento é fazer um pequeno intervalo.

Laten we Portugees leren

Dus nu je meer weet over de betekenis van momento in Portugees, kun je leren hoe je ze kunt gebruiken aan de hand van geselecteerde voorbeelden en hoe je lees ze. En vergeet niet om de verwante woorden die we voorstellen te leren. Onze website wordt voortdurend bijgewerkt met nieuwe woorden en nieuwe voorbeelden, zodat u de betekenissen van andere woorden die u niet kent, kunt opzoeken in Portugees.

Ken je iets van Portugees

Portugees (português) is een Romeinse taal afkomstig uit het Iberisch schiereiland van Europa. Het is de enige officiële taal van Portugal, Brazilië, Angola, Mozambique, Guinee-Bissau, Kaapverdië. Portugees heeft tussen de 215 en 220 miljoen moedertaalsprekers en 50 miljoen tweedetaalsprekers, voor een totaal van ongeveer 270 miljoen. Portugees wordt vaak vermeld als de zesde meest gesproken taal ter wereld, de derde in Europa. In 1997 rangschikte een uitgebreide academische studie het Portugees als een van de 10 meest invloedrijke talen ter wereld. Volgens UNESCO-statistieken zijn Portugees en Spaans na Engels de snelst groeiende Europese talen.