Wat betekent primo in Portugees?

Wat is de betekenis van het woord primo in Portugees? Het artikel legt de volledige betekenis uit, de uitspraak samen met tweetalige voorbeelden en instructies voor het gebruik van primo in Portugees.

Het woord primo in Portugees betekent verwant, broeder, broer, neef, neef, neef, familie, achterneef, neef, neef, priem-, priemgetal. Raadpleeg de onderstaande details voor meer informatie.

Luister naar uitspraak

Betekenis van het woord primo

verwant

substantivo masculino

Vou visitar minhas primas do interior, que moram numa fazenda.

broeder

substantivo masculino (grupo similar)

Nossos primos no movimento trabalhista espanhol travaram batalhas semelhantes por seus direitos.

broer

substantivo masculino (coisa similar) (figuurlijk)

O piano foi o primo mais novo do cravo.

neef

substantivo masculino, substantivo feminino

Minha tia e meu tio e a filha deles, Maria, minha prima favorita, virão para o jantar.

neef

substantivo masculino

neef

substantivo masculino

familie

substantivo masculino (figurado)

Algumas pessoas acham que os humanos e certos macacos são primos distantes.

achterneef

substantivo masculino (mannelijk)

neef

substantivo masculino (mannelijk)

neef

(mannelijk)

priem-

substantivo masculino (in samenstellingen; getal)

Um número primo somente pode ser dividido por 1 ou ele mesmo.

priemgetal

substantivo masculino

Números primos só podem ser divididos por eles mesmos e 1.

Laten we Portugees leren

Dus nu je meer weet over de betekenis van primo in Portugees, kun je leren hoe je ze kunt gebruiken aan de hand van geselecteerde voorbeelden en hoe je lees ze. En vergeet niet om de verwante woorden die we voorstellen te leren. Onze website wordt voortdurend bijgewerkt met nieuwe woorden en nieuwe voorbeelden, zodat u de betekenissen van andere woorden die u niet kent, kunt opzoeken in Portugees.

Ken je iets van Portugees

Portugees (português) is een Romeinse taal afkomstig uit het Iberisch schiereiland van Europa. Het is de enige officiële taal van Portugal, Brazilië, Angola, Mozambique, Guinee-Bissau, Kaapverdië. Portugees heeft tussen de 215 en 220 miljoen moedertaalsprekers en 50 miljoen tweedetaalsprekers, voor een totaal van ongeveer 270 miljoen. Portugees wordt vaak vermeld als de zesde meest gesproken taal ter wereld, de derde in Europa. In 1997 rangschikte een uitgebreide academische studie het Portugees als een van de 10 meest invloedrijke talen ter wereld. Volgens UNESCO-statistieken zijn Portugees en Spaans na Engels de snelst groeiende Europese talen.