Wat betekent lá in Portugees?
Wat is de betekenis van het woord lá in Portugees? Het artikel legt de volledige betekenis uit, de uitspraak samen met tweetalige voorbeelden en instructies voor het gebruik van lá in Portugees.
Het woord lá in Portugees betekent wol, daar, er, daarginds, daar, schaapsvacht, la, LA, wollen goederen, daar, wol, fleece, A, A, la, ginds, daar ginder, ginds, daarginds, ginds, ginds, daar ginder, naar, erheen, daarheen, daar, pompom, geruit, matje, wollen, daarbinnen, daarin, boven het hoofd, boven, derwaarts, à la carte, à la, tegen die tijd, daarbuiten, heen en weer, wanneer dan ook, heen en weer, laat maar, laat maar zitten, Ik weet het niet, Daar gaan we!, korte geruite jas, borduurwol, borduurwerk, borduursel, schuurspons, scheerwol, huppeldepup, hoe-heet-ie ook-alweer, dinges, geven en nemen, kamgaren, naderen, wollen, à la carte, heen-en-weergaand, in het kruis, daarginds, kom maar op, laken, kamelenhaar, borduurwerk, borduursel, wollig, wolachtig, à la carte, kamelenharen, à la carte, wat maakt het uit, iets loslaten, heen en weer lopen, wollen kledingstuk, zijn/haar doel bereiken. Raadpleeg de onderstaande details voor meer informatie.
Betekenis van het woord lá
wolsubstantivo feminino Marilyn comprou um pouco de lã para tricotar um pulôver. |
daar, er(nesse, naquele lugar) Ele estava lá no bar. |
daarginds, daaradvérbio O bolo está lá. |
schaapsvacht(de carneiro) O tosquiador removeu a lã do carneiro. |
lasubstantivo masculino (nota musical: A) (zesde muzieknoot) |
LA(Louisiana, estado americano) (Louisiana) |
wollen goederensubstantivo feminino (coisas feitas de lã) |
daar
Ok, classe, vamos parar lá para o almoço. |
wolsubstantivo feminino Tom transportou fardos de lã para uma planta de processamento. |
fleecesubstantivo feminino (materiaal) Karen tinha uma jaqueta feita de lã quente que ela gostava de vestir no outono. |
Asubstantivo masculino (música: nota) (muzieknoot) A música começa com um lá. |
A, lasubstantivo masculino (nota musical) (muziek) Eles estão tocando o concerto para piano em lá menor de Grieg hoje à noite. |
ginds, daar ginderadjetivo |
ginds, daargindsadvérbio |
gindslocução adjetiva (verouderd) |
ginds, daar ginderadvérbio |
naar
Você vai lá no bar com a gente? |
erheen, daarheenadvérbio (a esse, aquele lugar) Vou aí hoje à noite. |
daaradvérbio (indicando localização) Lá está ele. |
pompom(informal) |
geruit(padrão: xadrez) |
matje(anglicismo, corte de cabelo dos anos 80s) (haarstijl) |
wollenadjetivo |
daarbinnen, daarinlocução adverbial Estou indo para lá. Você também vem? |
boven het hoofd, boven
A multidão olhou para os aviões circulando no alto. |
derwaartslocução adverbial (naquela direção) (verouderd) |
à la carteadvérbio (culinair) Ao invés de escolher o prato do almoço, ela decidiu pedir à la carte. |
à lalocução adverbial (no estilo de) (Frans) Ele xinga muito quando está bravo, à la Gordon Ramsay. |
tegen die tijd
Nessa altura, será tarde demais. A festa começa às 7? Tudo bem, eu devo estar pronto nessa altura. |
daarbuitenlocução adverbial |
heen en weer
|
wanneer dan ookconjunção |
heen en weer
O leão andava de um lado para o outro na jaula. |
laat maar, laat maar zitten
"O jantar está arruinado!" "Deixa pra lá! Vamos levar para viagem," "Você ainda precisa de carona?" "Não, deixa pra lá! Eu vou pegar o ônibus." |
Ik weet het nietinterjeição (informal) "Wie is die vrouw die tegen jouw broer praat?" "Ik weet het niet." |
Daar gaan we!(estamos começando) "Lá vamos nós!", disse o pai, virando a chave na ignição. "Daar gaan we !", zei vader, terwijl hij de sleutel in het contact draaide. |
korte geruite jas
|
borduurwol
|
borduurwerk, borduursel
|
schuursponssubstantivo feminino |
scheerwolsubstantivo feminino |
huppeldepup, hoe-heet-ie ook-alweer, dinges(informal: nome esquecido) (informeel) |
geven en nemen(coloquial) |
kamgarensubstantivo feminino |
naderen(aproximando: de certa idade) Tom sempre se recusa a falar a idade dele, mas ele deve estar lá pelos setenta. Tom weigert altijd zijn leeftijd prijs te geven, maar hij moet de zeventig naderen. |
wollenlocução adjetiva Esquentou tanto que tiramos todas as nossas roupas de lã. |
à la carteadjetivo (culinair) O restaurante oferece uma grande variedade de itens à la carte no cardápio. |
heen-en-weergaand
|
in het kruisadvérbio (órgãos genitais) |
daargindslocução adverbial (informal) Você já olhou para as estrelas e se perguntou se existe alguém lá em cima? |
kom maar op(BR, informal) Se acha que consegue fazer melhor, manda ver! |
laken(stof) |
kamelenhaar(stof) |
borduurwerk, borduursel
|
wollig, wolachtiglocução adjetiva Parece de lã, mas é sintético. |
à la carteadvérbio (figuurlijk) Os clientes podem baixar músicas à la carte. |
kamelenharenlocução adjetiva |
à la carteadjetivo (figuurlijk) O website permite que as pessoas façam compras à la carte. |
wat maakt het uit
|
iets loslatenexpressão (figuurlijk) Decidimos deixar o assunto para lá. |
heen en weer lopenexpressão verbal Ele andava para lá e para cá do lado de fora enquanto sua mulher dava à luz o bebê. |
wollen kledingstuksubstantivo feminino |
zijn/haar doel bereikenexpressão verbal (figurado, informal) Quando David conseguiu a promoção, ele sentiu que tinha finalmente chegado lá. |
Laten we Portugees leren
Dus nu je meer weet over de betekenis van lá in Portugees, kun je leren hoe je ze kunt gebruiken aan de hand van geselecteerde voorbeelden en hoe je lees ze. En vergeet niet om de verwante woorden die we voorstellen te leren. Onze website wordt voortdurend bijgewerkt met nieuwe woorden en nieuwe voorbeelden, zodat u de betekenissen van andere woorden die u niet kent, kunt opzoeken in Portugees.
Verwante woorden van lá
Geüpdatete woorden van Portugees
Ken je iets van Portugees
Portugees (português) is een Romeinse taal afkomstig uit het Iberisch schiereiland van Europa. Het is de enige officiële taal van Portugal, Brazilië, Angola, Mozambique, Guinee-Bissau, Kaapverdië. Portugees heeft tussen de 215 en 220 miljoen moedertaalsprekers en 50 miljoen tweedetaalsprekers, voor een totaal van ongeveer 270 miljoen. Portugees wordt vaak vermeld als de zesde meest gesproken taal ter wereld, de derde in Europa. In 1997 rangschikte een uitgebreide academische studie het Portugees als een van de 10 meest invloedrijke talen ter wereld. Volgens UNESCO-statistieken zijn Portugees en Spaans na Engels de snelst groeiende Europese talen.