Wat betekent quase in Portugees?
Wat is de betekenis van het woord quase in Portugees? Het artikel legt de volledige betekenis uit, de uitspraak samen met tweetalige voorbeelden en instructies voor het gebruik van quase in Portugees.
Het woord quase in Portugees betekent bijna, bijna, nagenoeg, haast, bijna, quasi-, vrijwel, praktisch, bijna, haast, rond, omstreeks, ongeveer, dichtbij, bijna, ongeveer, bijna, bijna, bijna, bijna, zo'n beetje, soort, soort van, dichtbij, nabij, praktisch, praktisch, vrijwel, gedeeltelijk, deels, nauwelijks, nauwelijks, nauwelijks, bijna niet, net als, op de loer, voor de deur, nauwelijks, min of meer hetzelfde, min of meer dezelfde, of zoiets, min of meer hetzelfde, min of meer dezelfde, vrijwel hetzelfde, ongekend, bijna nooit, haar, zelfstandig bestuursorgaan, bijna raak, zo goed als niets, iem. de stuipen op het lijf jagen, zo goed als hetzelfde, nauwelijks, praktisch hetzelfde, praktisch dezelfde, vrijwel hetzelfde, bijna, haast, praktisch, niet genoeg, onvoldoende. Raadpleeg de onderstaande details voor meer informatie.
Betekenis van het woord quase
bijnaadvérbio Ele estava quase em casa, quando o carro quebrou. |
bijnaadvérbio Eu quase me envolvi em um acidente esta manhã. |
nagenoeg, haast
|
bijnaadvérbio Há apenas um bilhete - estamos quase esgotados. O bebê está quase adormecido. |
quasi-(in samenstellingen) |
vrijwel, praktischadvérbio |
bijna, haast
A chuva está quase no fim agora. |
rond, omstreeks, ongeveeradvérbio (próximo) São quase nove horas. |
dichtbij, bijna, ongeveeradvérbio Você e eu estamos quase da mesma altura. |
bijnaadvérbio Quase todos eles estão em casa à noite. |
bijnaadvérbio (aproximadamente) Faz quase cinco anos desde que vi meus amigos. |
bijnaadvérbio Já são quase seis horas. |
bijna(resultado negativo) Eu quase esqueci de trancar a porta. |
zo'n beetjeadvérbio (informeel) |
soort, soort vanadvérbio (informeel) |
dichtbij, nabijadvérbio Era quase noite quando eles chegaram. |
praktisch
|
praktisch, vrijweladvérbio Tudo que disse a Tim foi "Bom dia," e ele praticamente explodiu de raiva comigo! |
gedeeltelijk, deelsadvérbio Estou quase pronto. |
nauwelijks
Mal tem comida suficiente para todo mundo na festa. |
nauwelijks
O gatinho mal era maior do que a palma da minha mão. |
nauwelijks, bijna niet
Tim era um empreendedor brilhante; ele mal tinha vinte anos quando ganhou seu primeiro milhão. |
net als(muito parecido) Amy comprou um par de sapatos igualzinho aos seus. |
op de loer, voor de deur(figurado: esperando para acontecer) (figuurlijk) |
nauwelijksexpressão |
min of meer hetzelfde, min of meer dezelfdelocução adjetiva |
of zoiets
|
min of meer hetzelfde, min of meer dezelfde, vrijwel hetzelfdelocução adverbial |
ongekendlocução adjetiva |
bijna nooit
Eu quase nunca bebo pela manhã. Ik drink bijna nooit in de ochtend. |
haar(figuurlijk) Hij miste de roos op een haar na. |
zelfstandig bestuursorgaanexpressão |
bijna raak(figurado) |
zo goed als nietslocução adverbial |
iem. de stuipen op het lijf jagen(informeel) Você tinha que pular na minha frente desse jeito? Quase me matou de susto! |
zo goed als hetzelfdelocução adjetiva |
nauwelijks
|
praktisch hetzelfde, praktisch dezelfde, vrijwel hetzelfdelocução adverbial |
bijna, haast, praktisch
Já terminamos a maior parte do projeto. |
niet genoeg, onvoldoende
Preciso ir às compras: estamos quase sem pão e leite. |
Laten we Portugees leren
Dus nu je meer weet over de betekenis van quase in Portugees, kun je leren hoe je ze kunt gebruiken aan de hand van geselecteerde voorbeelden en hoe je lees ze. En vergeet niet om de verwante woorden die we voorstellen te leren. Onze website wordt voortdurend bijgewerkt met nieuwe woorden en nieuwe voorbeelden, zodat u de betekenissen van andere woorden die u niet kent, kunt opzoeken in Portugees.
Verwante woorden van quase
Geüpdatete woorden van Portugees
Ken je iets van Portugees
Portugees (português) is een Romeinse taal afkomstig uit het Iberisch schiereiland van Europa. Het is de enige officiële taal van Portugal, Brazilië, Angola, Mozambique, Guinee-Bissau, Kaapverdië. Portugees heeft tussen de 215 en 220 miljoen moedertaalsprekers en 50 miljoen tweedetaalsprekers, voor een totaal van ongeveer 270 miljoen. Portugees wordt vaak vermeld als de zesde meest gesproken taal ter wereld, de derde in Europa. In 1997 rangschikte een uitgebreide academische studie het Portugees als een van de 10 meest invloedrijke talen ter wereld. Volgens UNESCO-statistieken zijn Portugees en Spaans na Engels de snelst groeiende Europese talen.