Wat betekent romper in Spaans?

Wat is de betekenis van het woord romper in Spaans? Het artikel legt de volledige betekenis uit, de uitspraak samen met tweetalige voorbeelden en instructies voor het gebruik van romper in Spaans.

Het woord romper in Spaans betekent kapot maken, stuk maken, beëindigen,, verbreken, afbreken, beginnen, afslaan, beëindigen, breken, scheuren, breken, verbreken, verstoren, uit elkaar gaan, scheiden, verbeteren, breken, breken, kraken, knappen, breken, stuksmijten, ontkurken, kraken, breken, breken, splijten, zich afscheiden, zich afsplitsen, scheuren, verdelen, splijten, doordringen, doorboren, doorbreken, openhalen, scheuren, doen splijten/splisten, breken, uitbarsten, ontsteken, in huilen uitbarsten, iets schuwen, fragmenteren, uit elkaar gaan, in tranen uitbarsten, in huilen uitbarsten, het ijs breken, in tranen uitbarsten, uitkomen, openen, ontzegelen, ingaan tegen, iem. gek maken, zich afscheiden, zich afsplitsen, verbreken, rafelen, inrukken. Raadpleeg de onderstaande details voor meer informatie.

Luister naar uitspraak

Betekenis van het woord romper

kapot maken, stuk maken

Si juegas a la pelota dentro de casa vas a romper algo.

beëindigen,, verbreken

El equipo local rompió la racha ganadora de los campeones.

afbreken

(figurado)

Las constantes interferencias de la suegra lograron romper su matrimonio.

beginnen, afslaan

verbo transitivo (billar)

Cuando juego al billar siempre me gusta romper.

beëindigen

El actor quiere romper su contrato.

breken, scheuren

verbo transitivo

Las burbujas rompieron la superficie del agua.

breken

verbo transitivo (tenis)

El contrincante rompió el servicio de su oponente.

verbreken, verstoren

verbo transitivo (calma, silencio)

El sonido de un claxon rompió el silencio.

uit elkaar gaan, scheiden

La pareja se separó después de tres años juntos.

verbeteren, breken

Nuestro equipo batió la marca de cantidad de partidos ganados.

breken, kraken, knappen

(con un chasquido)

La rama se rompió por el peso de la fruta.

breken, stuksmijten

Oliver rompió la botella tirándola contra la pared.

ontkurken

(para abrir)

Los ladrones rompieron el candado con una barreta.

kraken, breken

Jenny se rompió la cabeza contra la mesa cuando se cayó.

breken

Randy ya rompió su nuevo teléfono.

splijten

El rompió el mango de la escoba.

zich afscheiden, zich afsplitsen

Dos de los miembros se separaron del grupo para formar una banda propia.

scheuren

(papel)

Gerald releyó su poema, decidió que era horrible, y rasgó el papel en dos.

verdelen, splijten

doordringen, doorboren

El escuadrón penetró las defensas enemigas. El sol penetraba las nubes.

doorbreken

El río traspasó los bancos durante la lluvia.

openhalen, scheuren

Él rasgó sus pantalones subiendo al árbol.

doen splijten/splisten, breken

verbo transitivo

Él quebró la tabla al pararse sobre ella.

uitbarsten, ontsteken

(figuurlijk, emoties)

Paul estalló en lágrimas cuando vio a su familia de nuevo tras la guerra.

in huilen uitbarsten

Estela se largó a llorar cuando la policía le contó sobre el accidente de su marido.

iets schuwen

La pareja está evitando la tradición al casarse en la playa.

fragmenteren

uit elkaar gaan

Los dos se separaron luego de asistir a diferentes universidades.

in tranen uitbarsten, in huilen uitbarsten

Helena estalló en llanto cuando oyó las tristes noticias.

het ijs breken

expresión (figuurlijk)

Para romper el hielo les propuso a los presentes un juego.

in tranen uitbarsten

Se puso a llorar ante la noticia de la muerte de su amigo.

uitkomen

(ave) (van ei)

Peter observaba mientras los pollitos salían del cascarón.

openen, ontzegelen

ingaan tegen

iem. gek maken

(AR, vulgar) (informeel, fig.)

zich afscheiden, zich afsplitsen

(persona, grupo)

Muchos miembros se separaron del partido para formar su propio grupo extremista.

verbreken

Peter ha cortado todos los lazos con su familia.

rafelen

Lydia rompió en pedazos la carta de su exnovio.

inrukken

locución verbal

Concluida la inspección, los soldados rompieron filas.

Laten we Spaans leren

Dus nu je meer weet over de betekenis van romper in Spaans, kun je leren hoe je ze kunt gebruiken aan de hand van geselecteerde voorbeelden en hoe je lees ze. En vergeet niet om de verwante woorden die we voorstellen te leren. Onze website wordt voortdurend bijgewerkt met nieuwe woorden en nieuwe voorbeelden, zodat u de betekenissen van andere woorden die u niet kent, kunt opzoeken in Spaans.

Ken je iets van Spaans

Spaans (español), ook bekend als Castilla, is een taal van de Iberisch-Romaanse groep van de Romaanse talen, en de 4e meest voorkomende taal ter wereld volgens sommige bronnen, terwijl andere het als een 2e of 3e vermelden meest voorkomende taal. Het is de moedertaal van ongeveer 352 miljoen mensen en wordt gesproken door 417 miljoen mensen wanneer de sprekers als taal worden toegevoegd. sub (geschat in 1999). Spaans en Portugees hebben zeer vergelijkbare grammatica en woordenschat; Het aantal vergelijkbare woordenschat van deze twee talen is tot 89%. Spaans is de primaire taal van 20 landen over de hele wereld. Geschat wordt dat het totale aantal sprekers van het Spaans tussen de 470 en 500 miljoen ligt, waarmee het de op één na meest gesproken taal ter wereld is, gemeten naar het aantal moedertaalsprekers.