Wat betekent terminar in Spaans?
Wat is de betekenis van het woord terminar in Spaans? Het artikel legt de volledige betekenis uit, de uitspraak samen met tweetalige voorbeelden en instructies voor het gebruik van terminar in Spaans.
Het woord terminar in Spaans betekent afmaken, beëindigen, opeten, de finish of eindmeet bereiken, stoppen, eindigen, aflopen, afmaken, volbrengen, opmaken, stoppen, ophouden, afmaken, voltooien, opkrassen, afnokken, kappen, raken, opdrinken, afronden, beëindigen, uitkomen, afbreken, opeten, over, gedaan, voorbij, over, afgelopen, klaar, af, voorbij, beëindigd, stopgezet, opdrinken, afmaken, afmaken, volbrengen, voltooien, beëindigen, culmineren in, opeten, beëindigen, afronden, beëindigen, beëindigen, afronden, uit elkaar gaan, scheiden, , opmaken, opgebruiken, wegsterven, wegebben, als ... eindigen, uitputten, leiden tot, aanleiding geven tot, slagen, overgaan, kappen, nokken, beëindigen, afmaken, voltooien, beëindigen, snel voltooien, door, eindigen, ophouden, uitkomen, terechtkomen, sluiten, eindigen, afronden, afmaken, onaf, onvoltooid, onvolkomen, vernietigen, geruïneerd, verloren, net zonder, na schooltijd, aan het einde van de dag, voor eeuwig doorgaan, schroothoop, prullenbak, iets gedaan krijgen, terechtkomen, uitkomen, afsluiten, ondertekenen, voortslepen, verliezen, snel produceren, snel maken. Raadpleeg de onderstaande details voor meer informatie.
Betekenis van het woord terminar
afmaken, beëindigen
Termina el informe antes de irte. |
opetenverbo transitivo Juan terminó la comida y después se retiró de la casa. |
de finish of eindmeet bereiken
Terminó la carrera en 35 minutos. |
stoppen, eindigen, aflopen
Mi clase termina al mediodía. |
afmaken, volbrengen
Él terminará la traducción en los próximos 30 minutos. |
opmaken
Ella acabó (or: terminó) los cereales y tuvo que abrir otra caja. |
stoppen, ophoudenverbo intransitivo Por favor termina (or: acaba) para que nos podamos ir. |
afmaken, voltooienverbo transitivo Tengo que terminar la tarea antes de ir al centro comercial. |
opkrassen, afnokken, kappenverbo intransitivo (informeel) Terminemos por hoy, estamos muy cansados y todo nos sale mal, seguiremos mañana. |
raken(resultar) Si seguimos yendo por este camino, terminaremos perdidos. |
opdrinkenverbo transitivo Termina tu jugo, es hora de irnos. |
afronden, beëindigenverbo transitivo Terminemos y vayámonos a casa. |
uitkomen
El país está terminando un año de inmenso crecimiento económico. |
afbreken(figuurlijk) Matías y Gloria decidieron terminar su compromiso. |
opetenverbo transitivo (comida) Si terminas tus vegetales puedes comer postre. |
over, gedaan, voorbijverbo intransitivo ¿Han terminado las noticias? |
over, afgelopen, klaar, af, voorbij
Estoy cansada de tus celos. ¡Quiero que terminemos! |
beëindigd, stopgezetverbo transitivo La venta de liquidación termina mañana al cierre del día laboral. |
opdrinken
Terminó su cerveza y se fue. |
afmaken(werk of opdracht) Deberías ser capaz de terminar este trabajo en dos horas. |
afmaken, volbrengen, voltooien
Terminaré (or: finalizaré) la pintura para el viernes. |
beëindigenverbo transitivo Ella terminó su relación al cabo de solo dos meses. |
culmineren in
La visita del Papa culminará con una misa en la catedral. |
opeten(comida) Si acabas rápido tendremos más tiempo para jugar. |
beëindigen, afronden
Dan finalizó el informe y se lo envió a su jefa. |
beëindigen
El jefe decidió que Tom no era apto para el puesto y rescindió su contrato. |
beëindigen, afronden
La historia concluye cuando el héroe rescata a los chicos. |
uit elkaar gaan, scheiden
La pareja se separó después de tres años juntos. |
Sam siempre está haciendo planes, pero nunca completa ninguno. |
opmaken, opgebruiken
El grupo había agotado sus reservas de leña y ahora todos tenían frío. |
wegsterven, wegebben(figurado) (verdwijnen) Mi amor por ti nunca morirá. |
als ... eindigen(in wedstrijd) No me importa ganar la carrera; lo que no quiero es llegar último. |
uitputten
Los dos hombres habían agotado los temas de conversación, así que se sentaron en silencio. |
leiden tot, aanleiding geven tot
Sus mentiras fueron la causa de su despido y de toda la situación en la que resultó. |
slagen, overgaan
Su hijo se graduó del tercer grado. |
kappen, nokken(coloquial) (NL slang) ¡Vosotros dos! ¡Cortad esa pelea ya! |
beëindigen
El actor quiere romper su contrato. |
afmaken, voltooien
Él es muy bueno para comenzar las cosas, pero nunca parece acabar lo que empieza. |
beëindigen
El jefe de personal finalizó la reunión temprano. |
snel voltooienverbo transitivo Terminé con un ensayo de política mientras la esperaba. |
door(van begin tot eind) Cuando la canción acabe, pon otro CD. |
eindigen, ophoudenverbo intransitivo ¿Dónde acabará todo esto? |
uitkomen, terechtkomen
Queríamos ir a Brighton, pero fuimos a parar a Hastings. |
sluiten, eindigen
El proceso concluyó a horario. |
afronden
Vamos a finalizar las negociaciones ahora. |
afmaken(figurado) (informeel) Esa caminata de 30 millas me mató. |
onaf, onvoltooid, onvolkomen
El edificio sigue incompleto después de diez años de construcción. |
vernietigen(figuratief) Su desempeño en el examen extinguió todos sus planes de una carrera legal. |
geruïneerd, verloren
Un simple error y todo por lo que trabajó el ministro está arruinado. |
net zonderlocución verbal Me iba a preparar un poco de cereal pero se nos acaba de terminar la leche. |
na schooltijd
Todos los días, al terminar la escuela, acudían al jardín a reunirse con los amigos. |
aan het einde van de dag
Al terminar el día volvió a casa. Hij ging aan het einde van de dag naar huis. |
voor eeuwig doorgaan(literal) Todos creían que la relación de la pareja no terminaría nunca. |
schroothoop, prullenbak(figurado) (figuurlijk) |
iets gedaan krijgenlocución verbal Estar en el paro me va a servir para terminar de hacer las cosas en la casa. |
terechtkomen, uitkomen
Confiaba en que cogiendo el metro terminaría en el centro de París. |
afsluiten, ondertekenenlocución verbal (brief) Debbie terminó la carta diciéndole a Ian cuánto lo extrañaba. |
voortslepen
La película de tres horas se hizo eterna. |
verliezen
Actúa ya o saldrás perdiendo a la larga. |
snel produceren, snel makenlocución verbal Terminó su redacción rápidamente el día antes de la fecha límite. |
Laten we Spaans leren
Dus nu je meer weet over de betekenis van terminar in Spaans, kun je leren hoe je ze kunt gebruiken aan de hand van geselecteerde voorbeelden en hoe je lees ze. En vergeet niet om de verwante woorden die we voorstellen te leren. Onze website wordt voortdurend bijgewerkt met nieuwe woorden en nieuwe voorbeelden, zodat u de betekenissen van andere woorden die u niet kent, kunt opzoeken in Spaans.
Verwante woorden van terminar
Geüpdatete woorden van Spaans
Ken je iets van Spaans
Spaans (español), ook bekend als Castilla, is een taal van de Iberisch-Romaanse groep van de Romaanse talen, en de 4e meest voorkomende taal ter wereld volgens sommige bronnen, terwijl andere het als een 2e of 3e vermelden meest voorkomende taal. Het is de moedertaal van ongeveer 352 miljoen mensen en wordt gesproken door 417 miljoen mensen wanneer de sprekers als taal worden toegevoegd. sub (geschat in 1999). Spaans en Portugees hebben zeer vergelijkbare grammatica en woordenschat; Het aantal vergelijkbare woordenschat van deze twee talen is tot 89%. Spaans is de primaire taal van 20 landen over de hele wereld. Geschat wordt dat het totale aantal sprekers van het Spaans tussen de 470 en 500 miljoen ligt, waarmee het de op één na meest gesproken taal ter wereld is, gemeten naar het aantal moedertaalsprekers.