Wat betekent terminar in Portugees?

Wat is de betekenis van het woord terminar in Portugees? Het artikel legt de volledige betekenis uit, de uitspraak samen met tweetalige voorbeelden en instructies voor het gebruik van terminar in Portugees.

Het woord terminar in Portugees betekent afmaken, volbrengen, de finish of eindmeet bereiken, beëindigen, stoppen, ophouden, stoppen, eindigen, aflopen, beëindigen, afmaken, voltooien, beëindigen, afronden, opeten, afbreken, afronden, beëindigen, uitkomen, dumpen, afmaken, uitvoeren, doen, raken, snel voltooien, terechtkomen, afsluiten, ondertekenen, uit elkaar gaan, scheiden, afbreken, sluiten voor de schoolvakanties, afmaken, voltooien, afmaken, beëindigen, , vernietigen, opeten, afronden, voltooien, aflopen, stoppen, laten rusten, laten gaan, door de zure appel heen bijten, opdrinken, uitdrinken, eet op, opdrinken, in de steek laten, verlaten. Raadpleeg de onderstaande details voor meer informatie.

Luister naar uitspraak

Betekenis van het woord terminar

afmaken, volbrengen

verbo transitivo

Ele terminará a tradução em 30 minutos.

de finish of eindmeet bereiken

verbo transitivo

Ele terminou a corrida em 35 minutos.

beëindigen

verbo transitivo (acabar)

stoppen, ophouden

Por favor, termine logo para nós podermos ir embora.

stoppen, eindigen, aflopen

Minha aula acaba meio-dia.

beëindigen

(relacionamento)

Ela acabou com o relacionamento deles após apenas dois meses.

afmaken, voltooien

beëindigen, afronden

opeten

verbo transitivo (informar, comer)

afbreken

Quando chove, o chefe nos deixa terminar o trabalho mais cedo.

afronden, beëindigen

Vamos terminar e ir embora.

uitkomen

verbo transitivo

dumpen

(informal) (spreektaal)

Mark está desconsolado desde que sua namorada terminou com ele.

afmaken

verbo transitivo (werk of opdracht)

Você poderá terminar esse trabalho em duas horas.

uitvoeren, doen

Os Yankees concluíram com vitória sobre seus adversários de Boston.

raken

verbo transitivo (informal)

snel voltooien

verbo transitivo (gíria)

Eu terminei um ensaio político enquanto esperava ela ficar pronta.

terechtkomen

(um soco, um tiro) (klap)

O soco do boxeador acabou na mandíbula do adversário.

afsluiten, ondertekenen

(brief)

Debbie finalizou dizendo a Ian o quanto sentia saudades dele.

uit elkaar gaan, scheiden

(relacionamento)

O casal se separou após um relacionamento de três anos.

afbreken

(figurado) (figuurlijk)

Matt e Glenda decidiram romper o noivado deles.

sluiten voor de schoolvakanties

A escola para na próxima semana para as férias de verão.

afmaken, voltooien

Ele é muito bom em começar coisas, mas parece nunca conseguir concluir.

afmaken, beëindigen

verbo transitivo

Acabe o relatório antes de ir para casa.

vernietigen

verbo transitivo (figuratief)

O desempenho dela no teste extinguiu (or: terminou, or: acabou) com seus planos de uma carreira jurídica.

opeten

verbo transitivo

John terminou a refeição e, depois, saiu de casa.

afronden, voltooien

(informal)

Não vai ser fácil, mas vamos chegar até o fim deste projeto.

aflopen, stoppen

A peça termina na segunda-feira.

laten rusten, laten gaan

Devemos acabar com o assunto.

door de zure appel heen bijten

(figuurlijk)

É melhor mandar brasa agora do que deixar para o último minuto.
Het beste is om door de zure appel heen te bijten dan het tot de laatste minuut uit te stellen.

opdrinken, uitdrinken

(sua própria)

eet op

(informal)

Termine de comer! Temos um longo caminho por fazer.

opdrinken

in de steek laten, verlaten

(figurado, informal)

Harry percebeu que ficava discutindo com a namorada o tempo todo, então ele a largou.

Laten we Portugees leren

Dus nu je meer weet over de betekenis van terminar in Portugees, kun je leren hoe je ze kunt gebruiken aan de hand van geselecteerde voorbeelden en hoe je lees ze. En vergeet niet om de verwante woorden die we voorstellen te leren. Onze website wordt voortdurend bijgewerkt met nieuwe woorden en nieuwe voorbeelden, zodat u de betekenissen van andere woorden die u niet kent, kunt opzoeken in Portugees.

Ken je iets van Portugees

Portugees (português) is een Romeinse taal afkomstig uit het Iberisch schiereiland van Europa. Het is de enige officiële taal van Portugal, Brazilië, Angola, Mozambique, Guinee-Bissau, Kaapverdië. Portugees heeft tussen de 215 en 220 miljoen moedertaalsprekers en 50 miljoen tweedetaalsprekers, voor een totaal van ongeveer 270 miljoen. Portugees wordt vaak vermeld als de zesde meest gesproken taal ter wereld, de derde in Europa. In 1997 rangschikte een uitgebreide academische studie het Portugees als een van de 10 meest invloedrijke talen ter wereld. Volgens UNESCO-statistieken zijn Portugees en Spaans na Engels de snelst groeiende Europese talen.