Wat betekent venue in Frans?

Wat is de betekenis van het woord venue in Frans? Het artikel legt de volledige betekenis uit, de uitspraak samen met tweetalige voorbeelden en instructies voor het gebruik van venue in Frans.

Het woord venue in Frans betekent komen, komen, gaan, komen, komen, opdagen, komen, aanbreken, naar, opdagen, zuidoostelijk, zuidwestelijk, toevoeging, aankomst, komst, wonen, komen, aankomen, beheersen, te boven komen, toekomstig, komen na, ondersteunen, steunen, gebeuren nadat, gebeuren na, verhaasten, bespoedigen, oproepen, ontbieden, op bezoek krijgen, vers van de pers, net zonder, nieuw, heen en weer, voor de aankomende jaren, toekomstige gebeurtenis, hulp geven, hulp verschaffen, ter zake komen, ontstaan, langskomen, bezoeken, komen van, afgeleid zijn van, komen voor, komen uit, meekomen met, meegaan met, uitnodigen, wenken, redden, bevrijden, verlossen, assistentie verlenen, bijstand verlenen, verzorgen, bijstaan, dagen, ontbieden, bedoelen, komen uit, afkomstig zijn uit, met de bus laten gaan, op de bus zetten, bediscussiëren, meenemen, meebrengen, vers van de pers, heet van de naald, net, net hier, als eerste komen, tegelijk aankomen, afkomstig zijn uit, in je op komen, vervallen, verlopen, meekomen, meegaan, dreigend afkomen op iemand, rondkomen, meegaan met, meekomen met, migrant, liggen, zitten, komen uit, malen, fijnmalen. Raadpleeg de onderstaande details voor meer informatie.

Luister naar uitspraak

Betekenis van het woord venue

komen

verbe intransitif

Viens ici et lis ça.

komen, gaan

verbe intransitif

La ligne de bus ne vient pas jusqu'ici.

komen

verbe intransitif

Vendredi vient à la fin de la semaine.

komen

De bonnes choses arrivent à ceux qui sont patients.

opdagen

verbe intransitif (informeel)

Nous étions censées prendre le thé à cinq heures, mais elle n'est pas venue.

komen, aanbreken

verbe intransitif (heure) (tijd)

L'heure est venue pour vous de vous marier.

naar

verbe intransitif

Est-ce que tu viens au pub avec nous ?

opdagen

Joe a-t-il fait une apparition à la soirée d'hier ?

zuidoostelijk

(uit het zuidoosten)

zuidwestelijk

(uit het zuidwesten)

toevoeging

aankomst, komst

(lancement)

Ils n'étaient pas prêts pour l'arrivée de la révolution Internet.

wonen

verbe intransitif (localisation actuelle)

Je viens de New York, mais j'ai grandi dans le Connecticut.

komen, aankomen

Je viens du Zimbabwe, mais j'ai grandi en Picardie.

beheersen

(le cœur de [qqn])

te boven komen

toekomstig

Les plans d'affaires futurs devront inclure un budget.

komen na

ondersteunen, steunen

(aider)

Le gouvernement a soutenu financièrement l'organisation humanitaire.

gebeuren nadat, gebeuren na

(dans le temps)

verhaasten, bespoedigen

(un processus, un départ,...)

oproepen, ontbieden

Jim a appelé un médecin lorsque la fièvre de son fils s'est aggravée.

op bezoek krijgen

(des personnes)

Nous avons du monde à dîner demain.

vers van de pers

(journal) (krant)

La nouvelle lettre d'information du club vient de sortir.

net zonder

J'allais prendre un bol de céréales mais on est justement d'être à court de lait.

nieuw

(compétences)

Ze woont nog maar net in het dorp en niemand kent haar naam nog.

heen en weer

locution verbale

J'ai passé la journée à aller et venir.

voor de aankomende jaren

locution adverbiale

De grands déficits de balances des paiements sont attendus pour les années à venir (or: dans les années à venir).

toekomstige gebeurtenis

nom masculin

La lettre d'information a une liste des événements intéressants à venir dans le quartier.
De nieuwsbrief bevat een lijst van spannende toekomstige gebeurtenissen in de buurt.

hulp geven, hulp verschaffen

locution verbale

Certains criminels apaisent leur conscience en venant en aide aux pauvres.
Sommige criminelen sussen hun geweten door hulp te geven aan de armen.

ter zake komen

Il a fallu longtemps à Natalie pour qu'elle en vienne au fait.

ontstaan

D'où l'idée d'écrire ce livre tire son origine ?

langskomen, bezoeken

verbe intransitif

Si tu viens chez moi (or: à la maison) plus tard, on peut faire nos devoirs ensemble.

komen van, afgeleid zijn van

(mot)

Le verbe "déduire" dérive du latin.

komen voor

Le nombre 2 vient avant 3 et 4 vient avant 5.

komen uit

(d'une région)

Elle vient d'Inde. Il vient d'une région très pauvre du pays.

meekomen met, meegaan met

Je m'en vais. Tu viens avec moi ?

uitnodigen, wenken

Nous lui avons fait signe de nous rejoindre à notre table.

redden, bevrijden, verlossen

(une personne)

Julia voyait que la petite fille était en danger et l'a sauvée.

assistentie verlenen, bijstand verlenen

verzorgen, bijstaan

dagen

(figuurlijk)

Tout à coup, il lui est venu à l'esprit (or: il lui a traversé l'esprit) que ses remarques pouvaient blesser les autres.

ontbieden

verbe transitif (formeel)

Il est très malade, je crois qu'il faudrait faire venir un médecin.

bedoelen

locution verbale

Je ne vois pas où tu veux en venir.

komen uit, afkomstig zijn uit

Son grand-père venait de Grèce.

met de bus laten gaan, op de bus zetten

(urbain)

bediscussiëren

locution verbale

meenemen, meebrengen

vers van de pers, heet van de naald

(information) (figuurlijk)

L'info de dernière minute, c'est qu'Alice a annulé le mariage.

net

Tu veux une autre tasse de thé ? Je viens (juste) de t'en faire une !

net hier

locution verbale

Je viens juste d'arriver.

als eerste komen

verbe intransitif

Qui est arrivé en premier : l'œuf ou la poule ?

tegelijk aankomen

Vu qu'ils prennent le même bus, ils arrivent toujours ensemble.

afkomstig zijn uit

Les trois-quarts de notre approvisionnement quotidien en eau viennent (or: proviennent) de lacs, de rivières et de cours d'eau

in je op komen

Ne vous est-il jamais venu à l'esprit qu'elle pouvait peut-être s'y opposer ?

vervallen, verlopen

(carte, abonnement,…)

L'adhésion de Britney au club a expiré à la fin de l'année.

meekomen, meegaan

Jack et moi allons au cinéma cet après-midi, tu peux venir (or: tu peux nous accompagner) si tu veux.

dreigend afkomen op iemand

L'homme a foncé sur Jim qui marchait sur le chemin.

rondkomen

150 $ par semaine est assez pour t'aider à t'en sortir.

meegaan met, meekomen met

Nancy est venue avec nous au parc.

migrant

locution verbale

Kelly n'est pas originaire de Floride, elle vient du Texas.

liggen, zitten

(figuurlijk)

komen uit

La mère de Kelsey vient du (or: est originaire du) Canada.

malen, fijnmalen

locution verbale

Jeff a utilisé des outils électriques pour venir à bout du verrou de son abri de jardin.

Laten we Frans leren

Dus nu je meer weet over de betekenis van venue in Frans, kun je leren hoe je ze kunt gebruiken aan de hand van geselecteerde voorbeelden en hoe je lees ze. En vergeet niet om de verwante woorden die we voorstellen te leren. Onze website wordt voortdurend bijgewerkt met nieuwe woorden en nieuwe voorbeelden, zodat u de betekenissen van andere woorden die u niet kent, kunt opzoeken in Frans.

Ken je iets van Frans

Frans (le français) is een Romaanse taal. Net als Italiaans, Portugees en Spaans, komt het uit het populaire Latijn, dat ooit in het Romeinse rijk werd gebruikt. Een Franstalig persoon of land kan een "Franstalig" worden genoemd. Frans is de officiële taal in 29 landen. Frans is de vierde meest gesproken moedertaal in de Europese Unie. Frans staat op de derde plaats in de EU, na Engels en Duits, en is na Engels de meest onderwezen taal. De meerderheid van de Franstalige wereldbevolking woont in Afrika, met ongeveer 141 miljoen Afrikanen uit 34 landen en gebieden die Frans als eerste of tweede taal spreken. Frans is de tweede meest gesproken taal in Canada, na Engels, en beide zijn officiële talen op federaal niveau. Het is de eerste taal van 9,5 miljoen mensen of 29% en de tweede taal van 2,07 miljoen mensen of 6% van de gehele bevolking van Canada. In tegenstelling tot andere continenten is het Frans in Azië niet populair. Momenteel erkent geen enkel land in Azië Frans als officiële taal.