Wat betekent dirigir in Spaans?
Wat is de betekenis van het woord dirigir in Spaans? Het artikel legt de volledige betekenis uit, de uitspraak samen met tweetalige voorbeelden en instructies voor het gebruik van dirigir in Spaans.
Het woord dirigir in Spaans betekent regisseren, regelen, leiden, dirigeren, regisseren, zich richten tot, adresseren, addresseren, richten, richten, besturen, besturen, de weg wijzen, beheren, besturen, dirigeren, navigeren, leiden, beheren, voorzitten, leiden, als ingenieur iets bouwen, sturen, leiden, leiden, aanvoeren, leiden, naar een doel leiden, aan het hoofd staan van, drijven, wegdrijven van, voorgaan, duwen, sturen, rondleiden, gidsen, sturen, besturen, beheren, toezicht houden op, beheren, besturen, uitdenken, commanderen, aanvoeren, leiden, aanvoeren, leiden, oriënteren, situeren, richten op, dirigeren, richten, afstemmen op, richten, schijnen, de aandacht richten op iets, verkeerd aanpakken, slecht aanpakken, zich bezighouden met, de weg wijzen, sturen, leiden, verkeerd uitleggen, leiden, verkeerd behandelen, initiëren, misleiden, iets in iets schakelen, richten, uitbrengen, uiten. Raadpleeg de onderstaande details voor meer informatie.
Betekenis van het woord dirigir
regisserenverbo transitivo (cine) Después de muchos años de actor, él quería dirigir. |
regelen, leiden
El CEO dirigía la compañía. |
dirigerenverbo transitivo Dirigió la orquesta. |
regisserenverbo transitivo (cine) ¿Quién dirigió Lo que el viento se llevó? |
zich richten tot, adresserenverbo transitivo El político dirigió su discurso a los votantes indecisos. |
addresseren, richtenverbo transitivo (envíos, cartas) ¿A quien debo dirigir la carta? |
richtenverbo transitivo (quejas, reclamaciones) Deberías dirigir tus críticas al responsable. |
besturen
Tiene capacidad suficiente para manejar la empresa ella sola. |
besturen
Helena es la que verdaderamente maneja la oficina. |
de weg wijzen
Yo manejo si tú nos diriges. |
beheren, besturen
Dirigía la operación del sistema. |
dirigerenverbo transitivo Él dirigió la orquesta. |
navigeren
No es fácil dirigir un barco hacia dentro de ese puerto. |
leiden, beheren(negocio) Dirigió su negocio eficientemente. |
voorzitten, leidenverbo transitivo (reunión) Él dirigió la reunión ya que nadie quería hacerlo. |
als ingenieur iets bouwen(obra) Él dirigió la construcción de esos edificios. |
sturen, leiden
El protocolo determina cómo el sistema dirige los datos. |
leiden
Estudiantes voluntarios nos dirigieron hasta nuestros asientos. |
aanvoeren
Martin dirige el departamento financiero. |
leiden
Dirigir no es su punto fuerte. Él es un pensador. |
naar een doel leiden(militar) El misil fue dirigido hacia su objetivo. |
aan het hoofd staan van
Ese hombre dirige el servicio de bomberos de toda la nación. |
drijven, wegdrijven vanverbo transitivo El perro pastor dirigió a las ovejas lejos del río. |
voorgaanverbo transitivo El sacerdote dirige (or: conduce) en oración a la congregación. |
duwen, sturenverbo transitivo (figuurlijk) Gastar dirige la economía. |
rondleiden, gidsen
El guía turístico guía a la gente a través de la ciudad. |
sturen, besturen
|
beheren
¿Quién administra tu sistema informático? |
toezicht houden op
Johnathan supervisó la construcción de la nueva cafetería. |
beheren, besturen
|
uitdenken
El principal criminal planeó el robo. |
commanderen, aanvoeren
El general manda sus tropas muy bien, de manera que ellos hacen lo que él les ordena. |
leiden, aanvoeren
El inspector en jefe conduce la investigación. |
leiden
El ex congresista encabezó la investigación. |
oriënteren, situeren
Sally orientó sus plantas hacia el sur para que tuviesen la mejor luz. |
richten op(aandacht) Ahora fijen su atención en el jugador más alto. |
dirigeren(música) El director ha encabezado esta orquesta por dos años. |
richten
Enfocó la luz hacia la entrada. |
afstemmen op
Los fabricantes lanzan sus productos con vistas a un mercado específico. |
richtenverbo intransitivo No apuntes ese cuchillo hacia mí. |
schijnen
Alumbra la esquina. |
de aandacht richten op ietslocución verbal Me gustaría dirigir su atención al gráfico en la parte superior de la página 5 del informe. |
verkeerd aanpakken, slecht aanpakken
El contador manejó mal los fondos. |
zich bezighouden met
Un auditor sabe centrarse en los problemas que alberga un reporte financiero. |
de weg wijzen
|
sturen, leiden
Los padres de Ben dirigieron a su hija hacia una carrera en finanzas. |
verkeerd uitleggen
|
leiden
Como jefa del departamento, Jessie supervisa a un equipo de 12 trabajadores. |
verkeerd behandelen
El jefe manejó mal a sus empleados y recibió varias quejas. |
initiëren
El trabajo de Martín era orientar a los estudiantes nuevos en su primera semana. |
misleiden(esfuerzos) |
iets in iets schakelen
Debes dirigir esos anuncios a un sector de población más joven. |
richten(aandacht) Ellos dirigieron su atención al orador. |
uitbrengen, uiten
Los ex compañeros de trabajo lanzaron terribles acusaciones contra Ray. |
Laten we Spaans leren
Dus nu je meer weet over de betekenis van dirigir in Spaans, kun je leren hoe je ze kunt gebruiken aan de hand van geselecteerde voorbeelden en hoe je lees ze. En vergeet niet om de verwante woorden die we voorstellen te leren. Onze website wordt voortdurend bijgewerkt met nieuwe woorden en nieuwe voorbeelden, zodat u de betekenissen van andere woorden die u niet kent, kunt opzoeken in Spaans.
Verwante woorden van dirigir
Geüpdatete woorden van Spaans
Ken je iets van Spaans
Spaans (español), ook bekend als Castilla, is een taal van de Iberisch-Romaanse groep van de Romaanse talen, en de 4e meest voorkomende taal ter wereld volgens sommige bronnen, terwijl andere het als een 2e of 3e vermelden meest voorkomende taal. Het is de moedertaal van ongeveer 352 miljoen mensen en wordt gesproken door 417 miljoen mensen wanneer de sprekers als taal worden toegevoegd. sub (geschat in 1999). Spaans en Portugees hebben zeer vergelijkbare grammatica en woordenschat; Het aantal vergelijkbare woordenschat van deze twee talen is tot 89%. Spaans is de primaire taal van 20 landen over de hele wereld. Geschat wordt dat het totale aantal sprekers van het Spaans tussen de 470 en 500 miljoen ligt, waarmee het de op één na meest gesproken taal ter wereld is, gemeten naar het aantal moedertaalsprekers.