Wat betekent duda in Spaans?

Wat is de betekenis van het woord duda in Spaans? Het artikel legt de volledige betekenis uit, de uitspraak samen met tweetalige voorbeelden en instructies voor het gebruik van duda in Spaans.

Het woord duda in Spaans betekent aarzeling, hapering, onzekerheid, twijfel, twijfel, onzekerheid, onzekerheid, twijfel, dilemma, lastig vraagstuk, scrupule, onzekerheid, twijfelachtigheid, aarzelen, haperen, weifelen, twijfelen, aarzelen, dralen, aarzelen, weifelen, uh zeggen, heroverwegen, onzeker, ongetwijfeld, beslist, betwisten, zeker, stellig, ondubbelzinnig, aangenomen, verondersteld, ongetwijfeld, zonder twijfel, zonder enige twijfel, zeer zeker, absoluut, zonder enige twijfel, geen twijfel, ongetwijfeld, natuurlijk, uiteraard. Raadpleeg de onderstaande details voor meer informatie.

Luister naar uitspraak

Betekenis van het woord duda

aarzeling, hapering

El recluta mostró vacilación cuando el sargento le dijo que tirara la granada al campo de prueba.

onzekerheid

twijfel

twijfel, onzekerheid

nombre femenino

Tenía dudas sobre su capacidad para el trabajo. Estaba tan lleno de dudas que no sabía por dónde empezar.

onzekerheid, twijfel

La incertidumbre que sentía Adam era lo único que le impedía tomar una decisión.

dilemma, lastig vraagstuk

Mi dilema era empaparme bajo la lluvia o perderme la fiesta.

scrupule

No tengo escrúpulos en dejar a Jacob el cuidado de los niños.

onzekerheid, twijfelachtigheid

La empresa decidió no seguir adelante con el proyecto, debido a la incertidumbre con respecto al resultado.

aarzelen, haperen

Sarah dudó antes de decidirse y aceptar el trabajo.

weifelen, twijfelen

Está empezando a dudar sobre si quedarse con el trabajo.

aarzelen, dralen

verbo intransitivo

Colin dudó antes de armarse de valor para pedir una cita a Amy.

aarzelen, weifelen

uh zeggen

Cuando su padre le preguntó dónde estaba, Alan titubeó.

heroverwegen

Al principio Oliver quería unirse al ejército, pero ahora está teniendo dudas.

onzeker

No estoy seguro de si debo continuar esta relación o no.
Ik ben onzeker over mijn relatie.

ongetwijfeld

Hay indudablemente muy pocas razones para festejar.

beslist

La película fue decididamente un fracaso.

betwisten

Cathy cuestionó la historia de su novio acerca de haberse quedado jugando a las cartas hasta tarde.

zeker, stellig

Preston es indudablemente el más indicado para este trabajo.

ondubbelzinnig

aangenomen, verondersteld

Es verdad que a John no le fue bien en el examen, pero la maestra no tenía derecho a recriminarlo frente a toda la clase como lo hizo.

ongetwijfeld, zonder twijfel, zonder enige twijfel

locución adverbial

Esta es sin duda alguna la mejor canción del CD.

zeer zeker, absoluut

¿Que si lo amo a mi marido? ¡Sin duda alguna!

zonder enige twijfel

Siempre que hago galletas, de seguro se aparece Jim.

geen twijfel

nombre femenino

No tengo ninguna duda de que el Cielo existe. Es mejor quedarse callado y pasar por tonto que abrir la boca y no dejar ninguna duda.

ongetwijfeld

locución adverbial

Sin duda tienes más experiencia que yo en este campo.

natuurlijk, uiteraard

Sin duda alguna Henry está en el partido. Le encanta el hockey.

Laten we Spaans leren

Dus nu je meer weet over de betekenis van duda in Spaans, kun je leren hoe je ze kunt gebruiken aan de hand van geselecteerde voorbeelden en hoe je lees ze. En vergeet niet om de verwante woorden die we voorstellen te leren. Onze website wordt voortdurend bijgewerkt met nieuwe woorden en nieuwe voorbeelden, zodat u de betekenissen van andere woorden die u niet kent, kunt opzoeken in Spaans.

Ken je iets van Spaans

Spaans (español), ook bekend als Castilla, is een taal van de Iberisch-Romaanse groep van de Romaanse talen, en de 4e meest voorkomende taal ter wereld volgens sommige bronnen, terwijl andere het als een 2e of 3e vermelden meest voorkomende taal. Het is de moedertaal van ongeveer 352 miljoen mensen en wordt gesproken door 417 miljoen mensen wanneer de sprekers als taal worden toegevoegd. sub (geschat in 1999). Spaans en Portugees hebben zeer vergelijkbare grammatica en woordenschat; Het aantal vergelijkbare woordenschat van deze twee talen is tot 89%. Spaans is de primaire taal van 20 landen over de hele wereld. Geschat wordt dat het totale aantal sprekers van het Spaans tussen de 470 en 500 miljoen ligt, waarmee het de op één na meest gesproken taal ter wereld is, gemeten naar het aantal moedertaalsprekers.