Wat betekent mar in Spaans?

Wat is de betekenis van het woord mar in Spaans? Het artikel legt de volledige betekenis uit, de uitspraak samen met tweetalige voorbeelden en instructies voor het gebruik van mar in Spaans.

Het woord mar in Spaans betekent zee, zee, zee, dinsdag, mrt, zee, diepte, zeepaardje, zeehaven, stern, schaaldier, alikruik, matroos, zeeman, in zee, voor de kust, zilt, zout, zeewaarts, over zee, stroom, zeester, zeebodem, zeebedding, zeezicht, zeewater, meerschuim, sepioliet, witte ombervis, uitvaren, gelegen aan de kust, van zee, overal, zeewaarts, zee-egel, woelige zee, woeste zee, zeebonk, gaan. Raadpleeg de onderstaande details voor meer informatie.

Luister naar uitspraak

Betekenis van het woord mar

zee

nombre ambiguo en cuanto al género

El Mediterráneo no es un océano, es un mar.

zee

nombre ambiguo en cuanto al género

El mar alberga miles de especies de peces.

zee

nombre ambiguo en cuanto al género (figurado) (figuurlijk)

Había un mar de gente en el concierto de la semana pasada.

dinsdag

(abreviatura: martes)

mrt

nombre masculino (marzo) (afkorting: maart)

La cita de Paul es el 15 de mar.

zee

nombre masculino (figurado) (figuurlijk)

En algunas áreas de Ohio, todo lo que puede verse es un mar de maíz.

diepte

El gigantesco pulpo salió de las profundidades y se acercó al submarino.

zeepaardje

Algunos hipocampos no son más grandes que un dedo.

zeehaven

El puerto estaba lleno de barcos de carga.

stern

(Sterna hirundo) (dierkunde)

schaaldier

(vlees)

Soy alérgica a los mariscos así que nunca como.

alikruik

(animal) (soort slak)

matroos, zeeman

El pub que hay cerca del muelle estaba lleno de marineros.

in zee, voor de kust

locución adjetiva

Carlos trabaja en un pozo petrolero en el mar.

zilt, zout

(water)

zeewaarts

locución adjetiva

over zee

locución adjetiva

stroom

locución nominal masculina (figurado)

Podías ver un río (or: mar) de lágrimas en su cara.

zeester

locución nominal femenina

Vimos distintos tipos de estrellas de mar en la playa.

zeebodem, zeebedding

El bote yace en el fondo del mar, a 200 metros de la orilla.

zeezicht

zeewater

meerschuim, sepioliet

(mineraal)

witte ombervis

(Cynoscion regalis) (vissoort)

uitvaren

locución verbal

Nos haremos a la mar una vez que las velas estén reparadas.

gelegen aan de kust

locución adjetiva

van zee

locución adjetiva

overal

Buscamos el zapato perdido por cielo, mar y tierra.

zeewaarts

locución adverbial

zee-egel

locución nominal masculina

Si te bañas en el mar, lleva calzado adecuado para proteger los pies de los erizos de mar.

woelige zee, woeste zee

zeebonk

locución nominal masculina (figurado) (informeel)

El viejo lobo de mar ha navegado por más de cuarenta años.

gaan

locución verbal (zarpar, navegar)

El portaaviones se hizo a la mar con ochenta aviones a bordo.

Laten we Spaans leren

Dus nu je meer weet over de betekenis van mar in Spaans, kun je leren hoe je ze kunt gebruiken aan de hand van geselecteerde voorbeelden en hoe je lees ze. En vergeet niet om de verwante woorden die we voorstellen te leren. Onze website wordt voortdurend bijgewerkt met nieuwe woorden en nieuwe voorbeelden, zodat u de betekenissen van andere woorden die u niet kent, kunt opzoeken in Spaans.

Verwante woorden van mar

Ken je iets van Spaans

Spaans (español), ook bekend als Castilla, is een taal van de Iberisch-Romaanse groep van de Romaanse talen, en de 4e meest voorkomende taal ter wereld volgens sommige bronnen, terwijl andere het als een 2e of 3e vermelden meest voorkomende taal. Het is de moedertaal van ongeveer 352 miljoen mensen en wordt gesproken door 417 miljoen mensen wanneer de sprekers als taal worden toegevoegd. sub (geschat in 1999). Spaans en Portugees hebben zeer vergelijkbare grammatica en woordenschat; Het aantal vergelijkbare woordenschat van deze twee talen is tot 89%. Spaans is de primaire taal van 20 landen over de hele wereld. Geschat wordt dat het totale aantal sprekers van het Spaans tussen de 470 en 500 miljoen ligt, waarmee het de op één na meest gesproken taal ter wereld is, gemeten naar het aantal moedertaalsprekers.