Wat betekent marché in Frans?

Wat is de betekenis van het woord marché in Frans? Het artikel legt de volledige betekenis uit, de uitspraak samen met tweetalige voorbeelden en instructies voor het gebruik van marché in Frans.

Het woord marché in Frans betekent markt, marktplaats, markt, afzetmarkt, tree, trede, traptrede, markt, afzetmarkt, mars, sport, opstapje, mars, demonstratie, manifestatie, mars, mars,tred, gang, lopen, wandelen, beurs, trede, traptrede, marktplein, markt, markt, aan, markt, werking, lopen, stappen, lopen, lopen, lopen, betreden, lopen, werken, lopen, stappen, lukken, slagen, slagen, werken, het doen, bedienen, beheren, leiden, runnen, doortrekken, werken, functioneren, lopen, het doen, werken, een wandeling gaan maken, een eindje gaan wandelen, rondlopen, doen marcheren, goedkoop, inferieur, terugkrabbelen, achteruit rijden, achteruit rijden, goed lopend, meerderheids-, dealer, bewegend, goedkoop, op de koop toe, bovendien, daarnaast, in werkende staat, in goed werkende staat, secundaire markt, maanwandeling, persoon of dier dat hoge stappen neemt, sjokken, stijl van marcheren, dalende markt, snelgroeiende markt, geforceerde mars, dodenmars, treurmars, vlooienmarkt, huizenmarkt, marktaandeel, afgesproken zijn, met de massa meelopen, de weg wijzen, zich terugtrekken. Raadpleeg de onderstaande details voor meer informatie.

Luister naar uitspraak

Betekenis van het woord marché

markt, marktplaats

nom masculin (lieu)

Ils mettent en place le marché à quatre heures du matin.

markt

nom masculin

Le marché des maisons neuves est important.

afzetmarkt

(potentiel de vente)

Je pense qu'il y a un gros marché pour les motos faites sur commande.

tree, trede, traptrede

nom féminin (d'un escalier)

Il y a 13 marches dans cet escalier.

markt, afzetmarkt

nom masculin

Le marché de l'emploi a beaucoup évolué ces 30 dernières années.

mars

nom féminin (Militaire : exercice)

La marche à travers champs a duré quatre jours.

sport

nom féminin (d'une échelle) (van een ladder)

La plus haute marche de l'échelle n'est pas assez solide pour te supporter.

opstapje

nom féminin (d'un véhicule)

Le général ouvrit la portière et se mit debout sur la marche alors que le camion commençait à s'arrêter.

mars, demonstratie, manifestatie

La marche de protestation comprenait à la fois des étudiants et des ouvriers.

mars

nom féminin

Sheepscot est à quatre jours de marche d'ici.

mars,tred, gang

nom féminin

Une marche au pas accéléré devrait nous permettre de gagner la ville en moins d'une heure.

lopen, wandelen

Marcher fait économiser de l'argent sur le prix du bus ou sur l'essence et c'est aussi un bon exercice.

beurs

(Bourse)

Le cours de la Bourse a perdu 2% aujourd'hui.

trede, traptrede

nom féminin

La petite fille était assise sur la dernière marche et écoutait ses parents parler dans le salon.

marktplein

nom masculin

Les artisans du village vendent leurs produits sur le marché.

markt

nom masculin

Avec un marché libre et ouvert, nos produits peuvent rivaliser.

markt

nom masculin (figuré) (figuurlijk)

Le monde universitaire est un marché aux idées.

aan

nom féminin (bouton)

Appuyez sur « marche ».

markt

nom masculin

werking

Le fonctionnement de cette machine est assez simple.

lopen

verbe intransitif

Souhaitez-vous conduire ou marcher ?

stappen, lopen

verbe intransitif

J'ai marché dans la boue dehors.

lopen

(Basket-ball) (basketbal)

Le basketteur allait marquer, mais il a marché.

lopen

betreden

verbe intransitif

Je marchais avec précaution en traversant le sol glissant. Tu as marché partout sur la moquette avec tes bottes pleines de boue !

lopen

werken

(familier)

Le médicament a-t-il marché ?

lopen, stappen

La voiture est tombée en panne, on va devoir marcher.

lukken, slagen

slagen

Le projet a réussi après des années d'efforts.

werken, het doen

verbe intransitif (appareil, ...)

Est-ce que la voiture fonctionne ?

bedienen

Maria a laissé le logiciel fonctionner toute la nuit.

beheren, leiden, runnen

(entreprise)

doortrekken

verbe intransitif (chasse d'eau)

La chasse d'eau ne marche pas. On va devoir appeler le plombier.

werken, functioneren, lopen

verbe intransitif (machine)

La machine à café ne fonctionne pas correctement.

het doen, werken

verbe intransitif (appareil)

Ce ventilateur ne marche pas.

een wandeling gaan maken, een eindje gaan wandelen

Imogen est allée se promener pour prendre l'air.

rondlopen

Je n'avais nulle part où aller. Je ne faisais que déambuler (or: marcher).

doen marcheren

verbe transitif (d'autorité)

L'armée a emmené les captifs à marche forcée jusqu'au camp de prisonniers.

goedkoop, inferieur

adjectif (quartier)

Marion achète des maisons dans des quartiers populaires, puis les vend après les avoir rénovées.

terugkrabbelen

(figuré) (figuurlijk)

achteruit rijden

Il recula dans la place de parking.

achteruit rijden

Il a reculé la voiture dans l'allée… directement dans le lampadaire.

goed lopend

(entreprise)

Son entreprise de publicité est toujours florissante.

meerderheids-

(Politique : majorité) (in samenstelling)

Pour redresser la barre, le gouvernement aurait besoin d'une majorité suffisante.

dealer

(anglicisme) (financieel)

Le trader a reçu une grosse prime à la fin de l'année.

bewegend

Cette horloge a beaucoup de pièces en mouvement.

goedkoop

Cette bague n'était vraiment pas chère : je l'ai eue pour 5 € !

op de koop toe

(informeel)

L'hôtel a des équipements magnifiques et en plus, il se trouve en plein centre de Paris.

bovendien, daarnaast

Quelle journée ! D'abord, je me suis réveillé en retard, ensuite, le chauffe-eau a éclaté et en plus, j'ai crevé.

in werkende staat

locution adjectivale

in goed werkende staat

locution adjectivale

secundaire markt

nom masculin (Finance) (economie)

maanwandeling

nom féminin

persoon of dier dat hoge stappen neemt

(cheval, anglicisme)

sjokken

nom féminin

stijl van marcheren

nom féminin

dalende markt

nom masculin (handel)

Le prix du pétrole est actuellement à la baisse.

snelgroeiende markt

nom masculin

Il y a un marché en plein essor pour les applications de téléphones portables.

geforceerde mars

nom féminin

Les soldats ont fait une marche forcée dans la nuit.
De soldaten maakten een geforceerde mars door de nacht.

dodenmars, treurmars

nom féminin

La fanfare militaire a joué une marche funèbre.
De militaire band speelde een dodenmars.

vlooienmarkt

nom masculin

Tu peux faire de bonnes affaires dans un marché aux puces.

huizenmarkt

nom masculin

Le marché immobilier (or: le marché de l'immobilier) a souffert d'une grande chute pendant la crise financière de 2009.

marktaandeel

nom féminin

La part de marché de Microsoft s'est réduite avec le succès croissant d'Apple.

afgesproken zijn

met de massa meelopen

(figuré) (figuurlijk)

Si tu crois en cette cause, super, mais ne te contente pas de suivre le mouvement.

de weg wijzen

locution verbale

Comme John connaît le chemin, il ouvrira la marche.

zich terugtrekken

À la dernière minute, les investisseurs se sont retirés.

Laten we Frans leren

Dus nu je meer weet over de betekenis van marché in Frans, kun je leren hoe je ze kunt gebruiken aan de hand van geselecteerde voorbeelden en hoe je lees ze. En vergeet niet om de verwante woorden die we voorstellen te leren. Onze website wordt voortdurend bijgewerkt met nieuwe woorden en nieuwe voorbeelden, zodat u de betekenissen van andere woorden die u niet kent, kunt opzoeken in Frans.

Ken je iets van Frans

Frans (le français) is een Romaanse taal. Net als Italiaans, Portugees en Spaans, komt het uit het populaire Latijn, dat ooit in het Romeinse rijk werd gebruikt. Een Franstalig persoon of land kan een "Franstalig" worden genoemd. Frans is de officiële taal in 29 landen. Frans is de vierde meest gesproken moedertaal in de Europese Unie. Frans staat op de derde plaats in de EU, na Engels en Duits, en is na Engels de meest onderwezen taal. De meerderheid van de Franstalige wereldbevolking woont in Afrika, met ongeveer 141 miljoen Afrikanen uit 34 landen en gebieden die Frans als eerste of tweede taal spreken. Frans is de tweede meest gesproken taal in Canada, na Engels, en beide zijn officiële talen op federaal niveau. Het is de eerste taal van 9,5 miljoen mensen of 29% en de tweede taal van 2,07 miljoen mensen of 6% van de gehele bevolking van Canada. In tegenstelling tot andere continenten is het Frans in Azië niet populair. Momenteel erkent geen enkel land in Azië Frans als officiële taal.