Wat betekent na in Portugees?

Wat is de betekenis van het woord na in Portugees? Het artikel legt de volledige betekenis uit, de uitspraak samen met tweetalige voorbeelden en instructies voor het gebruik van na in Portugees.

Het woord na in Portugees betekent aan, onmiddelijk, online, als, qua, iets samen doen met, online, gemakkelijk, eenvoudig, op de loer, voor de deur, beginnen met, in de rij staan, schooien, bietsen, ontslaan, online, koppelen aan, laagste, tachtig, chic, elegant, in je opkomen, opbergen, inpakken, gekocht, trendy, hip, modieus, hip, vlot, golflengte, tegemoetkomend, overheerlijk, verrukkelijk, hip, televisie-, film-, ingesneeuwd, door de hele winkel verspreid, in de hele winkel aanwezig, in de roos, precies, naar buiten, à la mode, op bestelling, Shaker, zonder gekheid, even serieus, op zijn tenen, modieus, stroomopwaarts, in wording, ten noordwesten, in het ergste geval, thuis, achter de tralies, achter slot en grendel, met de hoed in de hand, eigenlijk, met gevoel voor humor, in natura, met gelijke munt, in ziekte en gezondheid, op het spel, aan de leiding, op kop, volgens jou, als ik jou was, in jouw plaats, aan de lijn, op tafel, ter tafel, wat mij betreft, grotendeels, hoofdzakelijk, in bed, naar mijn mening, in werkelijkheid, in het beste geval, tegen de tijd, meestal, hiernaast, volgende week, eenmalig, uniek, om de waarheid te zeggen, iemand op de hielen zitten, in de praktijk, in de put, het maakt me niet uit, het maakt me allemaal niet uit, dat is voor mij gelijk, het is hoog tijd dat je, het wordt hoog tijd dat je, net op tijd, kracht van zijn leven, bloei van zijn leven, met het oog op, in de vorm van, in de buurt van, op het rechte pad, op het puntje van je tong, meeliften op, bemoei je met je eigen zaken, bemoei je lekker met je eigen zaken, iets dat handig is of goed uitkomt, bliep, maanwandeling, ballenmeisje, remmer, buitenwijken, pannenkoek, knoestgat, houtpulp, waterlanding, uitstrooien, tempowisseling, vriend in nood, bijna raak, volgende, niets ter wereld, klopje, aaitje, huis in de stad, stoel bij het raam, plaats bij het raam. Raadpleeg de onderstaande details voor meer informatie.

Luister naar uitspraak

Betekenis van het woord na

aan

(anexado a)

A foto está na parede.

onmiddelijk

Quando Beth viu o quanto o filho dela estava doente, ela ligou para o centro médico imediatamente.

online

(anglicismo) (anglicisme)

Fiquei on-line para ver se tinha alguma mensagem nova.

als, qua

iets samen doen met

Você quer rachar com a gente o presente da chefe?
ⓘEsta frase não é uma tradução da frase em inglês Ik kocht het cadeau met vrienden om de kosten te drukken.

online

(anglicismo) (anglicisme)

gemakkelijk, eenvoudig

op de loer, voor de deur

(figurado: esperando para acontecer) (figuurlijk)

beginnen met

Vicente precisa começar o projeto da escola logo porque o prazo já é na semana que vem.

in de rij staan

(mensen)

As pessoas estavam enfileirando-se do lado de fora da loja às 5 da manhã no dia da promoção.

schooien, bietsen

(informal: viver às custas dos outros) (informeel)

ontslaan

(informal)

O chefe despediu Edward porque ele se atrasava o tempo todo.

online

(anglicismo) (anglicisme)

Você pode tentar o suporte on-line.

koppelen aan

Joan está tentando me arranjar com com uma de suas amigas solteiras.

laagste

tachtig

(inf, idade: 80-89)

ⓘEsta frase não é uma tradução da frase em inglês Mijn opa is in de tachtig.

chic, elegant

in je opkomen

(vir ao pensamento, à memória)

Nunca me ocorreu que eu poderia postar os documentos

opbergen, inpakken

Embate tudo em uma bolsa de viagem.

gekocht

locução adjetiva

trendy, hip, modieus

locução adjetiva (pessoa)

Steve está mesmo na moda; ele sempre usa as modas mais recentes.

hip, vlot

golflengte

expressão (modo de pensar igual) (figuurlijk)

tegemoetkomend

locução adjetiva

overheerlijk, verrukkelijk

locução adjetiva

hip

locução adjetiva (gíria)

televisie-, film-

locução adjetiva (fictício) (in samenstelling)

ingesneeuwd

locução adjetiva

door de hele winkel verspreid, in de hele winkel aanwezig

in de roos

(figurado, informal) (fig., informeel)

precies

(figurado, informal)

naar buiten

expressão (conhecido publicamente) (figuurlijk)

à la mode

op bestelling

(prato preparado na hora) (eten)

Shaker

(estrangeirismo, religião) (geschiedenis, sekte)

zonder gekheid, even serieus

(BRA, coloquial)

Falando sério, queremos sua ajuda.

op zijn tenen

locução adverbial

Ela andou na ponta dos pés pela cozinha para não acordar ninguém.

modieus

stroomopwaarts

locução adverbial

in wording

(EUA)

ten noordwesten

locução adverbial

in het ergste geval

locução adverbial

thuis

Doris sentia saudades da vida no seu país, a Austrália.

achter de tralies, achter slot en grendel

(figurado, informal)

met de hoed in de hand

(mendigar) (figuurlijk)

Door de begrotingstekorten moeten we met de hoed in de hand miljoenen gaan lenen bij landen zoals China.

eigenlijk

locução adverbial

Ele alega ser altamente culto. Na verdade, ele deixou a escola quando tinha dezesseis.
Hij zegt dat hij gestudeerd heeft maar eigenlijk stopte hij met school op zijn zestiende.

met gevoel voor humor

(informal: sem ofensa)

in natura, met gelijke munt

(figurado, informal)

in ziekte en gezondheid

(votos matrimoniais)

op het spel

(em estado de incerteza)

Zijn toekomst staat op het spel.

aan de leiding, op kop

locução adverbial (competição: vencer)

Met 13 punten voorsprong op de Bears, zijn de Wolven momenteel aan de leiding.

volgens jou

expressão (informeel)

Volgens jou zijn de mensen hier open-minded?

als ik jou was, in jouw plaats

advérbio (informeel)

In jou plaats zou ik even verward zijn.

aan de lijn

locução adverbial

op tafel, ter tafel

(figurado, em discussão) (figuurlijk)

wat mij betreft

locução adverbial

Na minha opinião, aquele foi o melhor filme do ano.
Wat mij betreft was dat de beste film van het jaar.

grotendeels, hoofdzakelijk

locução adverbial (principalmente, essencialmente)

Eu concordo com você na maioria das vezes, mas ainda tenho um problema com o cronograma do plano.

in bed

locução adverbial (informal, figurado, sexualmente)

naar mijn mening

locução adverbial

Na minha opinião, ela é jovem demais para se casar e ter filhos.

in werkelijkheid

locução adverbial

Algumas pessoas acreditam que Mercúrio é o planeta mais quente quando, na realidade, Vênus é o mais quente.

in het beste geval

Não ficará pronto até amanhã, no mínimo.
In het beste geval is het morgen klaar.

tegen de tijd

É melhor você ter feito suas tarefas na hora que chegarmos em casa ou você vai ter problemas. O trâfego estava tão ruim que na hora que chegamos ao escritório eu estava 20 minutos atrasado.

meestal

Eu mal consigo entender o que ele diz na maior parte do tempo.

hiernaast

locução adverbial (huis)

volgende week

eenmalig, uniek

locução adverbial

Uma chance como essa só aparece uma vez na vida.

om de waarheid te zeggen

locução adverbial

Não estou ignorando seu irmão. Na verdade, eu o convidei para o jantar hoje à noite.

iemand op de hielen zitten

(seguindo alguém de perto) (figuurlijk)

De politie zat de bestuurder op de hielen.

in de praktijk

expressão

in de put

(gíria, figurado: miserável) (figuurlijk)

het maakt me niet uit, het maakt me allemaal niet uit, dat is voor mij gelijk

(informal) (informeel)

Je kan blijven of gaan, dat is voor mij gelijk.

het is hoog tijd dat je, het wordt hoog tijd dat je

expressão (urgência) (informeel)

ⓘEsta frase não é uma tradução da frase em inglês Het wordt hoog tijd dat ik naar de dokter ga, ik heb het al vier keer uitgesteld.

net op tijd

expressão (quase atrasado)

kracht van zijn leven, bloei van zijn leven

met het oog op

expressão

in de vorm van

A resposta dela veio na forma de um sorriso.

in de buurt van

locução prepositiva

op het rechte pad

(figurado) (figuurlijk)

op het puntje van je tong

expressão (não conseguir se lembrar de algo) (figuurlijk)

meeliften op

(figurado, ter sucesso graças a outrem) (figuurlijk)

bemoei je met je eigen zaken, bemoei je lekker met je eigen zaken

(informeel)

Não tem nada a ver com você; cuide da sua vida!

iets dat handig is of goed uitkomt

Com as suas várias alergias, morar perto duma farmácia tem sido uma vantagem (or: conveniência).

bliep

(radar)

maanwandeling

(literal)

ballenmeisje

(tennis)

remmer

substantivo masculino (spoorwegen)

buitenwijken

expressão

pannenkoek

knoestgat

houtpulp

(gebruikt voor papier)

waterlanding

uitstrooien

expressão (van mest)

tempowisseling

A guerra de água foi uma maravilhosa mudança de ritmo depois de trabalhar no jardim.
Het watergevecht was een welkome afwisseling na het werken in de tuin.

vriend in nood

Toen ik dakloos werd, was ze een ware vriend in nood. Ze liet me een jaar lang bij haat wonen.

bijna raak

(figurado)

volgende

expressão (in een rij)

niets ter wereld

klopje, aaitje

substantivo feminino (op hoofd)

Meu cachorro adora um carinho na cabeça.

huis in de stad

substantivo feminino (estilo de casa na cidade)

stoel bij het raam, plaats bij het raam

substantivo masculino

Laten we Portugees leren

Dus nu je meer weet over de betekenis van na in Portugees, kun je leren hoe je ze kunt gebruiken aan de hand van geselecteerde voorbeelden en hoe je lees ze. En vergeet niet om de verwante woorden die we voorstellen te leren. Onze website wordt voortdurend bijgewerkt met nieuwe woorden en nieuwe voorbeelden, zodat u de betekenissen van andere woorden die u niet kent, kunt opzoeken in Portugees.

Ken je iets van Portugees

Portugees (português) is een Romeinse taal afkomstig uit het Iberisch schiereiland van Europa. Het is de enige officiële taal van Portugal, Brazilië, Angola, Mozambique, Guinee-Bissau, Kaapverdië. Portugees heeft tussen de 215 en 220 miljoen moedertaalsprekers en 50 miljoen tweedetaalsprekers, voor een totaal van ongeveer 270 miljoen. Portugees wordt vaak vermeld als de zesde meest gesproken taal ter wereld, de derde in Europa. In 1997 rangschikte een uitgebreide academische studie het Portugees als een van de 10 meest invloedrijke talen ter wereld. Volgens UNESCO-statistieken zijn Portugees en Spaans na Engels de snelst groeiende Europese talen.