Wat betekent pequeno in Portugees?

Wat is de betekenis van het woord pequeno in Portugees? Het artikel legt de volledige betekenis uit, de uitspraak samen met tweetalige voorbeelden en instructies voor het gebruik van pequeno in Portugees.

Het woord pequeno in Portugees betekent klein, klein, gering, klein, verfijnd, delicaat, onbelangrijk, onbeduidend, belemmerde groei, kleinschalig, kleine maat, klein, gering, kleine maten dameskleding, afdeling voor kleine maten dameskleding, klein, bescheiden, fijntjes, verfijnd, popperig, klein, verwaarloosbaar, miniem, een beetje klein, wat klein, klein, kleiner, pietepeuterig, krap, nauw, ondermaats, miniatuur, klein, gering, klein, bekrompen, kleine boer, stukje grond, kuil, appartement, nachtpauwoog, miniatuur, ontbijt, apparaatje, wagentje, autootje, wallaby, beekje, stroompje, boer, hoogbegaafd kind, klein theater, klein honkbalveld, kleine schets, kleine auto, kleine ijsberg, eenheid, kleine maten. Raadpleeg de onderstaande details voor meer informatie.

Luister naar uitspraak

Betekenis van het woord pequeno

klein

adjetivo (pequeno em tamanho)

Essa TV é grande, mas a do nosso quarto é pequena.

klein

adjetivo

Ele usa uma colher pequena para mexer o café.

gering, klein

Havia uma pequena brisa soprando.

verfijnd, delicaat

onbelangrijk, onbeduidend

belemmerde groei

(desenvolvimento físico restrito)

kleinschalig

substantivo masculino (pequena escala)

Estamos pensando em um lançamento pequeno, não em uma campanha nacional.

kleine maat

substantivo masculino (roupa femina: tamanho)

klein, gering

adjetivo (insignificante)

Aquele investimento só dá um retorno pequeno. Deveríamos investir em outro lugar.

kleine maten dameskleding

substantivo masculino (roupas para mulheres pequenas)

afdeling voor kleine maten dameskleding

substantivo masculino (seção para roupas)

klein, bescheiden

adjetivo (humilde)

Ele era só um padeiro de cidade pequena, mas era muito respeitado.

fijntjes, verfijnd, popperig

adjetivo

klein

adjetivo (altura)

O menino é muito o pequeno para alcançar.

verwaarloosbaar, miniem

adjetivo

een beetje klein, wat klein

adjetivo

klein

kleiner

O doutor teve que ignorar os ferimentos menores porque muitas pessoas se machucaram.

pietepeuterig

(gíria, figurado) (informeel)

krap, nauw

(kleren)

ondermaats, miniatuur

adjetivo

klein, gering

adjetivo (chance)

Há uma possibilidade remota de Robert perder o emprego.

klein

bekrompen

adjetivo (mente)

Como Emerson disse: "Uma consistência tola é o duende das pequenas mentes."

kleine boer

(dono de terreno pequeno)

stukje grond

kuil

(em estradas)

appartement

nachtpauwoog

(BRA, espécie de mariposa) (dierkunde, mot)

Quase todas as mariposas-imperador têm asas coloridas.

miniatuur

ontbijt

(BRA)

Um café da manhã saudável é importante para começar o dia.

apparaatje

substantivo masculino

wagentje, autootje

wallaby

(kleine kangoeroe)

beekje, stroompje

boer

hoogbegaafd kind

Mozart era um pequeno notável e já compunha com cinco anos.
Mozart was een hoogbegaafd kind, composerend sinds zijn vijfde.

klein theater

klein honkbalveld

kleine schets

Ele fez um pequeno esboço no guardanapo e me entregou.

kleine auto

kleine ijsberg

eenheid

substantivo masculino (militar) (leger)

Seu pequeno destacamento era responsável pela limpeza dos banheiros.

kleine maten

substantivo masculino (tipo de roupa)

Laten we Portugees leren

Dus nu je meer weet over de betekenis van pequeno in Portugees, kun je leren hoe je ze kunt gebruiken aan de hand van geselecteerde voorbeelden en hoe je lees ze. En vergeet niet om de verwante woorden die we voorstellen te leren. Onze website wordt voortdurend bijgewerkt met nieuwe woorden en nieuwe voorbeelden, zodat u de betekenissen van andere woorden die u niet kent, kunt opzoeken in Portugees.

Ken je iets van Portugees

Portugees (português) is een Romeinse taal afkomstig uit het Iberisch schiereiland van Europa. Het is de enige officiële taal van Portugal, Brazilië, Angola, Mozambique, Guinee-Bissau, Kaapverdië. Portugees heeft tussen de 215 en 220 miljoen moedertaalsprekers en 50 miljoen tweedetaalsprekers, voor een totaal van ongeveer 270 miljoen. Portugees wordt vaak vermeld als de zesde meest gesproken taal ter wereld, de derde in Europa. In 1997 rangschikte een uitgebreide academische studie het Portugees als een van de 10 meest invloedrijke talen ter wereld. Volgens UNESCO-statistieken zijn Portugees en Spaans na Engels de snelst groeiende Europese talen.