Wat betekent plano in Portugees?

Wat is de betekenis van het woord plano in Portugees? Het artikel legt de volledige betekenis uit, de uitspraak samen met tweetalige voorbeelden en instructies voor het gebruik van plano in Portugees.

Het woord plano in Portugees betekent plan, project, plan, plan, idee, plan, plan, programma, vlak, snode plannen, vlak, vlak, egaal, plan, vliegroute, aanvliegroute, tafelblad, blad, niveau, vlak, egaal, intentie, bedoeling, bedoeling, intentie, idee, voornemen, inrichting, glad, vlak, plannen, bailout, eventualiteit, voorgrond, noodplan, strategie, tactiek, langetermijnplan, tweede viool, ziektekostenverzekering, in de schaduw staan van, voorgrond, opname van grote afstand, herstelplan, syllabus. Raadpleeg de onderstaande details voor meer informatie.

Luister naar uitspraak

Betekenis van het woord plano

plan, project

substantivo masculino

Um plano de cinco anos foi formulado para revitalizar a economia.

plan

substantivo masculino (intenção)

Eu não tenho planos para trocar de emprego.

plan, idee

substantivo masculino (método)

Você tem algum plano para tirar-nos dessa enrascada?

plan

substantivo masculino (intentie)

Você tem algum plano para o fim de semana?

plan, programma

substantivo masculino

Ela contribui para um plano de aposentadoria.

vlak

adjetivo (liso)

O chão era plano o bastante para colocar uma cadeira.

snode plannen

substantivo masculino

vlak

substantivo masculino (superfície)

Uma rampa é um plano inclinado.

vlak, egaal

adjetivo (nível)

O terreno é plano atrás.

plan

Tudo está de acordo com o plano.

vliegroute, aanvliegroute

substantivo masculino

O aeroporto mudou os planos de voo para diminuir o nível de ruído na cidade.

tafelblad, blad

substantivo masculino (superfície)

Eu preciso de um plano para espalhar pasta neste papel de parede.

niveau

substantivo masculino (nível)

Ele vive num plano moral mais elevado que o resto de nós.

vlak, egaal

adjetivo

Este chão não está nivelado.

intentie, bedoeling

substantivo masculino

Não temos planos (or: projetos) de expandir para a Ásia a esta altura.

bedoeling, intentie

Era a intenção de Cameron que ele mudasse de casa depois da faculdade, mas ele ficou e arrumou um emprego em vez disso.

idee, voornemen

Minha ideia de nadar logo após o jantar estava condenada ao fracasso.

inrichting

Quando chegaram, eles começaram a analisar a configuração do lugar.

glad, vlak

adjetivo

Ele lixou a mesa para nivelar a superfície.

plannen

Comecei a planejar as férias do próximo ano.

bailout

(injeção de liquidez, estrangeirismo)

eventualiteit

expressão

Nós precisamos fazer um plano B, caso nosso plano não dê certo.

voorgrond

substantivo masculino

Há uma cerca de madeira no primeiro plano da pintura.

noodplan

strategie, tactiek

O plano estratégico era evitar um gol precoce e frustar o adversário no meio de campo.

langetermijnplan

tweede viool

expressão (figuurlijk)

ziektekostenverzekering

substantivo masculino

in de schaduw staan van

expressão (figurado) (figuurlijk)

voorgrond

locução adverbial

Ela filmou a cena de forma que os objetos em primeiro plano ficassem fora de foco.

opname van grote afstand

(film)

O filme começa com um plano aberto no qual você consegue ver a cidade toda.

herstelplan

(EUA: plano de administração econômica) (economie)

Roosevelt introduziu o plano New Deal.

syllabus

(educação)

Laten we Portugees leren

Dus nu je meer weet over de betekenis van plano in Portugees, kun je leren hoe je ze kunt gebruiken aan de hand van geselecteerde voorbeelden en hoe je lees ze. En vergeet niet om de verwante woorden die we voorstellen te leren. Onze website wordt voortdurend bijgewerkt met nieuwe woorden en nieuwe voorbeelden, zodat u de betekenissen van andere woorden die u niet kent, kunt opzoeken in Portugees.

Ken je iets van Portugees

Portugees (português) is een Romeinse taal afkomstig uit het Iberisch schiereiland van Europa. Het is de enige officiële taal van Portugal, Brazilië, Angola, Mozambique, Guinee-Bissau, Kaapverdië. Portugees heeft tussen de 215 en 220 miljoen moedertaalsprekers en 50 miljoen tweedetaalsprekers, voor een totaal van ongeveer 270 miljoen. Portugees wordt vaak vermeld als de zesde meest gesproken taal ter wereld, de derde in Europa. In 1997 rangschikte een uitgebreide academische studie het Portugees als een van de 10 meest invloedrijke talen ter wereld. Volgens UNESCO-statistieken zijn Portugees en Spaans na Engels de snelst groeiende Europese talen.