Wat betekent dus in Frans?

Wat is de betekenis van het woord dus in Frans? Het artikel legt de volledige betekenis uit, de uitspraak samen met tweetalige voorbeelden en instructies voor het gebruik van dus in Frans.

Het woord dus in Frans betekent plicht, moeten, moeten, moeten, moeten, moeten, moeten, moeten, verantwoordelijkheid, zou moeten, moeten, taak, moeten, zou moeten, paper, recht, zullen, zou moeten, zullen, zullen, moeten, moeten, ongetwijfeld, beslist, zeker, werkstuk, opstel, essay, oefening, verplichting, rol, functie, plicht, verplichting, verschuldigd zijn aan, verschuldigd zijn aan, te danken hebben aan, met iets geconfronteerd worden, toe aan, aan de beurt, verschuldigd, moet niet, moeten niet, zou moeten, zouden moeten, heb, heeft, hebben, moet, moeten, je plicht doen, moeten, moeten, horen bij, gepland, avondklok, zou moeten, zullen, moeten, moeten, verplicht, behoren, betamen, zou moeten, zouden moeten, verwacht, uitgerekend. Raadpleeg de onderstaande details voor meer informatie.

Luister naar uitspraak

Betekenis van het woord dus

plicht

(moral)

Il est de ton devoir de voter.

moeten

(obligation)

Tu dois te procurer un nouveau permis de conduire.

moeten

Je dois finir ma dissertation ce soir.
Ik moet mijn essay vanavond afmaken. Ik moet binnen 20 minuten de trein halen.

moeten

(obligation) (verplichting)

Je dois aller au tribunal lundi, sous peine d'être arrêté.

moeten

verbe transitif (attente)

Tu dois toujours finir ton travail à temps pour ce professeur.

moeten

(obligation morale)

Tu dois dire ces choses à la police.

moeten

(obligation morale) (morele verplichting)

Je dois appeler Julie ce soir. Je le lui ai promis.

moeten

verbe transitif (estimation) (ten minste)

Je ne suis pas sûre de la quantité exacte, mais je dois boire plus de trois verres d'eau par jour.

verantwoordelijkheid

(obligation)

Il est de ton devoir de t'occuper du chien.

zou moeten

verbe transitif (obligation : au conditionnel)

Il devrait partir, mais il restera probablement à la maison.

moeten

verbe transitif (suggestion : au conditionnel)

Tu devrais peut-être aller à la réunion ce soir. Qu'en penses-tu ?

taak

Quand ton père est absent, c'est ton devoir de t'occuper de ton petit frère.

moeten

Je dois aider mes parents à déménager.

zou moeten

verbe transitif (devoir : au conditionnel)

Je devrais sortir la poubelle, mais je ne vais pas le faire. Que devrais-je faire ?

paper

nom masculin (éducation)

J'ai un devoir sur la Révolution française à rendre vendredi.

recht

nom masculin

Il accomplira son devoir envers toi.

zullen, zou moeten

verbe transitif (probabilité : au conditionnel)

Notre équipe devrait gagner le match car elle est vraiment meilleure que l'autre équipe.

zullen

(obligation)

Vous devez vous présenter au commandant immédiatement.

zullen

(supposition)

Ça doit être là, si j'ai bien compris l'itinéraire.
Dit zal het wel zijn.

moeten

Je dois partir maintenant.

moeten

(nécessité)

Tu devras être là avant le début du film.

ongetwijfeld, beslist, zeker

Ce garçon est si bagarreur qu'il finira forcément en prison.

werkstuk, opstel, essay

(Scolaire)

Son exposé pour le cours d'histoire faisait huit pages.

oefening

(Scolaire)

L'écolier fit des exercices de géométrie après l'école.

verplichting

Mary se sent dans l'obligation d'aider Peter avec ses problèmes.

rol, functie

nom masculin

Mon rôle (or: devoir) est de superviser le projet.

plicht, verplichting

verschuldigd zijn aan

(de l'argent) (financieel)

Ayant pris un crédit immobilier, je dois beaucoup d'argent à ma banque.

verschuldigd zijn aan, te danken hebben aan

(dette morale)

Il doit sa vie à l'habileté du chirurgien qui l'a opéré.

met iets geconfronteerd worden

toe aan, aan de beurt

Jim devrait bientôt recevoir une augmentation (or: devrait bientôt être augmenté).

verschuldigd

(soutenu)

moet niet, moeten niet

zou moeten, zouden moeten

Deanna n'étudie pas autant qu'elle le devrait.

heb, heeft, hebben, moet, moeten

Il faut qu'on se barre !

je plicht doen

locution verbale

moeten

Zoé doit finir ses devoirs avant d'aller jouer avec vous.
ⓘCette phrase n'est pas une traduction de la phrase originale. Ik moet hier weg.

moeten

locution verbale

Vous devez arriver à 8 h pour la photo de classe.

horen bij

verbe intransitif (être dans le lieu approprié)

Cette chaise doit rester à côté de la table.

gepland

Il faut faire le contrôle de sécurité du gaz lundi prochain.

avondklok

(pour adolescents)

Mes parents m'ont donné la permission de 21 heures.

zou moeten

verbe transitif

Tu devrais vraiment être plus prudente au volant.

zullen, moeten

Tu m'obéiras !

moeten

(obligation morale)

Je dois finir mes devoirs.

verplicht

Vous êtes tenu de remplir ce formulaire.

behoren, betamen

verbe transitif (obligation morale)

Chacun devrait s'efforcer de construire une société plus juste.

zou moeten, zouden moeten

verbe transitif

Si on part à 8 h du matin, cela devrait nous laisser plein de temps.

verwacht, uitgerekend

locution verbale (femme enceinte)

Elle devrait accoucher fin juillet.

Laten we Frans leren

Dus nu je meer weet over de betekenis van dus in Frans, kun je leren hoe je ze kunt gebruiken aan de hand van geselecteerde voorbeelden en hoe je lees ze. En vergeet niet om de verwante woorden die we voorstellen te leren. Onze website wordt voortdurend bijgewerkt met nieuwe woorden en nieuwe voorbeelden, zodat u de betekenissen van andere woorden die u niet kent, kunt opzoeken in Frans.

Ken je iets van Frans

Frans (le français) is een Romaanse taal. Net als Italiaans, Portugees en Spaans, komt het uit het populaire Latijn, dat ooit in het Romeinse rijk werd gebruikt. Een Franstalig persoon of land kan een "Franstalig" worden genoemd. Frans is de officiële taal in 29 landen. Frans is de vierde meest gesproken moedertaal in de Europese Unie. Frans staat op de derde plaats in de EU, na Engels en Duits, en is na Engels de meest onderwezen taal. De meerderheid van de Franstalige wereldbevolking woont in Afrika, met ongeveer 141 miljoen Afrikanen uit 34 landen en gebieden die Frans als eerste of tweede taal spreken. Frans is de tweede meest gesproken taal in Canada, na Engels, en beide zijn officiële talen op federaal niveau. Het is de eerste taal van 9,5 miljoen mensen of 29% en de tweede taal van 2,07 miljoen mensen of 6% van de gehele bevolking van Canada. In tegenstelling tot andere continenten is het Frans in Azië niet populair. Momenteel erkent geen enkel land in Azië Frans als officiële taal.