Wat betekent gana in Spaans?
Wat is de betekenis van het woord gana in Spaans? Het artikel legt de volledige betekenis uit, de uitspraak samen met tweetalige voorbeelden en instructies voor het gebruik van gana in Spaans.
Het woord gana in Spaans betekent winnen, verdienen, winnen, winnen, verdienen, overwinnen, werven, binnenhalen, vóór, aangenomen worden, een meerderheid hebben, stijgen, groeien, overwinnen, zegevieren, stijgen in, winnen aan iets, winnen, incasseren, verdienen, verslaan, verkrijgen, verdienen, verkrijgen, veroveren, overwinnen, verdienen, succesvol zijn, winnen, slagen, hebben, opstrijken, krijgen, verdienen, netto opleveren/opbrengen, janken, in snelheid toenemen, aankomen, het is nutteloos, het is zinloos, op zijn sloffen winnen, met twee vingers in de neus winnen, tijd winnen, een fortuin maken, op één been winnen, op zijn sloffen winnen, in ongenade vallen, tijd rekken, achter zich laten, beter spelen dan, meer punten scoren dan, meer stemmen krijgen, invloed krijgen, erkenning krijgen, vaart krijgen, vrienden maken, te winnen, baat hebben bij, , winst maken, profijt trekken uit, verslaan, profijt hebben van, verslaan, overwinnen, , netto verdienen, iemand voor zijn. Raadpleeg de onderstaande details voor meer informatie.
Betekenis van het woord gana
winnenverbo transitivo (a alguien o algo) Nuestro equipo ganó el partido 3-2 |
verdienenverbo transitivo ¿Cuánto ganarás semanalmente en tu nuevo trabajo? |
winnen(competición) Nuestro equipo ganó. |
winnenverbo transitivo (un premio) Ganamos una cámara en la rifa. |
verdienen
Ganó un puesto en el equipo olímpico. |
overwinnen(alcanzar) El escalador ganó la cima de la montaña el lunes por la mañana. |
werven, binnenhalen
El mes pasado, él ganó cinco clientes nuevos. |
vóór(sport) El equipo gana uno a cero sobre su oponente. |
aangenomen worden, een meerderheid hebbenverbo transitivo La moción va a ganar en el Congreso. |
stijgen, groeienverbo transitivo La bolsa de valores ganó un 3% la semana pasada. |
overwinnen, zegevieren(sport) Fue un partido difícil, pero al final el equipo local ganó. |
stijgen in, winnen aan iets
El político ganaba popularidad cada semana. |
winnen, incasserenverbo transitivo Él ganó miles de dólares en el casino. |
verdienenverbo transitivo Gana un gran sueldo. |
verslaan(winnen: spel) Vencieron a sus oponentes por 3 a 2. |
verkrijgen
Ese disco es raro y difícil de adquirir. |
verdienen, verkrijgen
Conseguía elogios de todos sus colegas por trabajar tan duro. |
veroveren, overwinnen
Los primeros colonos intentaron conquistar a los pueblos indígenas. |
verdienen
Rachel se mereció una promoción. |
succesvol zijn
Tuvieron un comienzo lento esta temporada pero al final triunfaron. |
winnen, slagen
Fue un partido difícil, pero vencimos al final. |
hebben(calificación) Saqué un 10 en español. |
opstrijken, krijgen, verdienen
Percibe un buen salario por su duro trabajo. |
netto opleveren/opbrengen
El negocio de Ben lucró como veinte mil dólares al final del primer año. |
janken
El perro aulló cuando le pisé la pata. |
in snelheid toenemen
El cohete empieza a acelerarse cuando está por encima de la atmósfera. |
aankomen(in gewicht) John era flaco cuando era chico, pero empezó a engordar a los 16. |
het is nutteloos, het is zinloos
No sirve de nada que lo llames por su nombre, ya no te escucha. |
op zijn sloffen winnen, met twee vingers in de neus winnen(figuurlijk, informeel) |
tijd winnenlocución verbal (figuurlijk) El uso principal del medicamento es ganar tiempo ralentizando la propagación de la enfermedad. |
een fortuin maken
La mujer de negocios ganó una fortuna con la venta al por menor. |
op één been winnen, op zijn sloffen winnen(coloquial, figurado) (figuurlijk) Sabíamos que nuestro equipo ganaría sin despeinarse. |
in ongenade vallenlocución verbal |
tijd rekken
|
achter zich laten(rival) (ook figuurlijk) El navegante dejó atrás a los otros barcos cuando navegó por el Atlántico. |
beter spelen dan(sport, spel) |
meer punten scoren dan
|
meer stemmen krijgen
|
invloed krijgenlocución verbal El Partido Chanchullista está ganando mucha influencia entre los votantes. ⓘEsta oración no es una traducción de la original. Grote bedrijven hebben meer invloed gekregen in de regering in de afgelopen decennia. |
erkenning krijgen
Varios artículos publicados ayudaron a mi médico a obtener reconocimiento en su especialidad. Veel gepubliceerde artikelen hebben mijn dokter geholpen erkenning te krijgen in zijn vakgebied van de medische praktijk. |
vaart krijgen
La bicicleta empezó a tomar velocidad mientras rodaba colina abajo. Zijn fiets kreeg vaart toen hij de heuvel afreed. |
vrienden makenverbo transitivo Criticar a la gente no es una buena forma de ganar amigos. |
te winnenlocución verbal ¿Y qué piensas ganar con tus mentiras? Wat heb je te winnen door erover te liegen? |
baat hebben bij
Todos nos podemos beneficiar de ser pacientes. |
(coloquial) Pensé que podía vencerlo pero me dio una paliza. |
winst makenlocución verbal Si invertimos con cabeza ganaremos dinero. |
profijt trekken uit(con nombre) Naylor obtuvo ganancias de la venta de los valores a un precio más alto del que había pagado. |
verslaan(competencia) El equipo del campeonato confía en que podrá vencer a los retadores. |
profijt hebben van(con nombre) La compañía obtuvo ganancias de la venta de licencias de su sistema operativo a fabricantes de dispositivos móviles. |
verslaan, overwinnen(coloquial) La carrera estaba casi terminada cuando el corredor que venía segundo le ganó por un pelo al campeón del título y llegó primero. |
Fue premiado en baloncesto en la escuela secundaria. |
netto verdienen(suma) Ana ganó un millón neto este año. |
iemand voor zijn
¡Te apuesto a que te ganaremos! Nosotros manejamos más rápido. |
Laten we Spaans leren
Dus nu je meer weet over de betekenis van gana in Spaans, kun je leren hoe je ze kunt gebruiken aan de hand van geselecteerde voorbeelden en hoe je lees ze. En vergeet niet om de verwante woorden die we voorstellen te leren. Onze website wordt voortdurend bijgewerkt met nieuwe woorden en nieuwe voorbeelden, zodat u de betekenissen van andere woorden die u niet kent, kunt opzoeken in Spaans.
Verwante woorden van gana
Geüpdatete woorden van Spaans
Ken je iets van Spaans
Spaans (español), ook bekend als Castilla, is een taal van de Iberisch-Romaanse groep van de Romaanse talen, en de 4e meest voorkomende taal ter wereld volgens sommige bronnen, terwijl andere het als een 2e of 3e vermelden meest voorkomende taal. Het is de moedertaal van ongeveer 352 miljoen mensen en wordt gesproken door 417 miljoen mensen wanneer de sprekers als taal worden toegevoegd. sub (geschat in 1999). Spaans en Portugees hebben zeer vergelijkbare grammatica en woordenschat; Het aantal vergelijkbare woordenschat van deze twee talen is tot 89%. Spaans is de primaire taal van 20 landen over de hele wereld. Geschat wordt dat het totale aantal sprekers van het Spaans tussen de 470 en 500 miljoen ligt, waarmee het de op één na meest gesproken taal ter wereld is, gemeten naar het aantal moedertaalsprekers.