Wat betekent por in Spaans?

Wat is de betekenis van het woord por in Spaans? Het artikel legt de volledige betekenis uit, de uitspraak samen met tweetalige voorbeelden en instructies voor het gebruik van por in Spaans.

Het woord por in Spaans betekent door, per, door, langs, bij, voor, langs, voor, met, gedurende, voor, vanwege, bij, bij, bij, door, keer, maal, per, tot, had ik maar, uit, vanwege, naar, voor, ver, voor, op, voor zover, vanwege, wegens, via, tijdens, gedurende, door, doorheen, bij, naast, om, vóór, door, per, voor, om, vanwege, door, voor, door iets, voor, aan, langs, voorbij, langs, naar, naar, op, in, om, omdat, op, uit, met, via, door, doorheen, onderliggend, achterliggend, geschreven, verdwaasd, beneveld, halfwekelijks, in briefvorm, gepocheerd, zonovergoten, op uitnodiging, niet in loondienst, uitverkocht, zelfstandig, dus, helaas, jammer genoeg, uiteraard, natuurlijk, automatisch, kort, vlug, gelukkigerwijs, gelukkig, volledig, helemaal, kennelijk, blijkbaar, afzonderlijk, tenslotte, tot slot, in de laatste plaats, normaal gesproken, gelukkig, zonder hulp, voor onbepaalde tijd, om de beurt, beurtelings, vrijwillig, afzonderlijk, apart, dubbel, tweemaal, royaal, aanzienlijk, zeer, even, vluchtig, kortstondig, afzonderlijk, hoofdelijk, instinctief, intuïtief, ergo, bijgevolg, derhalve, noodgedwongen, noodzakelijkerwijs, daarbovenop, jee, jeetje, Jeetje!, Jemig!, ga ervoor!, ga d'r voor!, ´tuurlijk!, winkelier, detailhandelaar, kleinhandelaar, serie, verdubbelen, toevalligheid, telewinkelen, teleshoppen, mph, persoonsbelasting, onthouder, stoter, klepstoter, tps. Raadpleeg de onderstaande details voor meer informatie.

Luister naar uitspraak

Betekenis van het woord por

door

preposición (voz pasiva)

El árbol fue talado por el vecino.

per

El estacionamiento cuesta 60 pesos por hora.

door, langs

Pasamos por St. Louis de camino a Nueva Orleans.

bij

Hay un bebedero por la cancha de tenis.

voor

preposición (ten gunste van)

¿Harías algo por mí?

langs

Siempre pasamos por el correo de camino al trabajo.

voor

preposición (om te betalen)

Solo pagó diez dólares por esa camisa.

met

preposición

La pelota libró la ventana por un metro.

gedurende

Estuvo fuera por cuatro horas.

voor

(in iem. plaats)

No quiero hacer el trabajo por él.

vanwege

preposición

Le pusieron deberes extra por maldecir en clase.

bij

preposición

Lo conozco por su nombre de pila.

bij

preposición

Por la autoridad que se me confiere, os declaro marido y mujer.

bij, door

preposición

Se conocieron por casualidad.

keer, maal

(multiplicación)

Dos por ocho es dieciséis.

per

preposición

Ella compra los huevos por docena.

tot

preposición

Dirigirse al norte por el noreste.

had ik maar

preposición

¡Lo que daría por un plato de sopa ahora mismo!

uit, vanwege

preposición

Se marchó por temor a que se rieran de él.

naar

preposición

La iglesia organizó un funeral por las víctimas del terremoto.

voor

preposición (omwille van)

¡Luchamos por nuestra libertad!

ver

La cola delante de la taquilla continuaba por kilómetros.

voor

(uitverkoop)

Hay una oferta de tres por uno en ropa de verano.
Er is een drie halen, één betalen actie op de zomerkleding.

op

preposición (toast)

¡Por la feliz pareja! ¡Brindemos!

voor zover

preposición

Puedo hacer casi 40 millas por galón en ese coche.

vanwege, wegens

Suspendió los exámenes porque no había estudiado lo suficiente.

via

Siempre viajo a Europa vía Nueva York.

tijdens, gedurende

(día, noche)

La calle es muy ruidosa de día, pero de noche está tranquila.

door, doorheen

La bala pasó a través de su cuerpo.

bij, naast

Las llaves están ahí junto a la puerta.

om

(ES) (reden)

Fue a por leche. Volverá enseguida.

vóór

(ten gunste van)

Él estaba a favor del plan, pero su mujer estaba en contra.

door

Un ladrillo penetró a través de la ventana de la cocina.

per

Las clases de música cuestan cien dólares por hora.
€5 het stuk

voor, om

preposición

El ladrón asaltó al anciano por unos pocos pesos.

vanwege, door

Me he retrasado por el tráfico.

voor

preposición

Me otorgaron seis mil libras por las perdidas sufridas.

door iets

preposición

Laura subió el volumen por rencor. // Los padres hicieron lo que hicieron por amor a sus hijos.

voor

preposición

Él está aquí por negocios.

aan

Murió por un virus tropical.

langs

Pasó por mi casa.

voorbij, langs

Él pasó por delante de la farmacia.

naar

preposición

Estaba preguntando por tu madre ¿Qué debo decirle?

naar

preposición

A Judith la llamaron así por su abuela.

op, in

(aanwezig zijn)

¿Está James por la oficina?

om, omdat

preposición

Él sonrió por la idea de que vería a su novia que vivía lejos en sólo unos días.

op

preposición

Lo puedes asegurar por muy poco dinero.

uit

preposición (einde van de zin, bv. de deur uit)

Ella salió por la puerta.

met, via

preposición (hulpmiddel of medium)

Podemos hablar por teléfono si lo prefieres.

door, doorheen

locución adverbial

Iba pasando por aquí cuando lo vimos.

onderliggend, achterliggend

(figurado) (figuurlijk)

Abigail sospechaba que era la culpa subyacente de Trevor lo que lo llevó a abrir una organización benéfica.

geschreven

Si desea cancelar su póliza, por favor, envíenos una notificación escrita al menos treinta días antes de la fecha de renovación. Los estudiantes que quieran abandonar el recinto escolar en horas lectivas debe tener permiso escrito de sus padres.

verdwaasd, beneveld

halfwekelijks

in briefvorm

(formal)

Cuidadosamente, Luke leyó la orden epistolar en voz alta.

gepocheerd

zonovergoten

op uitnodiging

(PR)

niet in loondienst

(por pieza)

uitverkocht

No pudimos ir al concierto porque las entradas estaban agotadas.

zelfstandig

Estaba encantada de ser autónoma porque era su propia jefa y podía trabajar desde casa.

dus

Así, todos decidieron continuar.

helaas, jammer genoeg

Lamentablemente no ganamos el juego.

uiteraard, natuurlijk

Obviamente, nos fuimos cuando se acabó la cerveza.

automatisch

kort, vlug

Liza paró brevemente en la tienda de camino al concierto.

gelukkigerwijs, gelukkig

Karen llegó tarde a la parada del autobús, pero, afortunadamente, el autobús también llegaba tarde.

volledig, helemaal

El paciente estaba completamente consciente, pero también totalmente paralizado.

kennelijk, blijkbaar

Aparentemente Jonah no fue a la conferencia: nadie lo vio allí.

afzonderlijk

Trataremos el problema individualmente más tarde.

tenslotte, tot slot, in de laatste plaats

Finalmente, asegúrense de no haber olvidado sus cosas.

normaal gesproken

La primavera aquí normalmente es fresca con lluvias frecuentes.

gelukkig

Afortunadamente no hubo heridos en el accidente.

zonder hulp

voor onbepaalde tijd

El uso del gimnasio los fines de semana queda suspendido indefinidamente.

om de beurt, beurtelings

vrijwillig

afzonderlijk, apart

Cada uno es individualmente responsable de sus actos.

dubbel, tweemaal

Debido al mal clima y al poco tiempo, estamos doblemente en desventaja.

royaal, aanzienlijk, zeer

Cuando devolví el perro perdido a su familia, me recompensaron generosamente.

even, vluchtig, kortstondig

Me detuve momentáneamente cuando Teresa me dijo que estaba embarazada.

afzonderlijk, hoofdelijk

Las propiedades se vendieron separadamente.

instinctief, intuïtief

Los bebés lloran instintivamente.

ergo, bijgevolg, derhalve

(voz latina)

No tengo más, ergo, no puedo darte nada.

noodgedwongen, noodzakelijkerwijs

daarbovenop

Tengo los conocimientos que solicitan y, además, varios años de experiencia.
Ik heb de kwalificaties die je nodig hebt en, daarbovenop, meerdere jaren ervaring.

jee, jeetje

(anticuado)

¡Caramba! ¡Nunca había visto algo así!

Jeetje!, Jemig!

¡Caray, cuántos pájaros hay afuera!

ga ervoor!, ga d'r voor!

(informeel)

¿Quieres comprar un auto nuevo? ¡Pues vamos!
Je wil een nieuwe auto kopen? Ik zou zeggen: ga ervoor!

´tuurlijk!

(informeel)

"¿Puedes prestarme un bolígrafo?" "¡Claro!".

winkelier, detailhandelaar, kleinhandelaar

Muchos minoristas operan en centros de compra fuera de la ciudad.

serie

(radio)

Los sábados a la noche transmiten viejos seriales de radio.

verdubbelen

La duplicación de las ganancias de la pastelería se deben a sus nuevos sabores de pastel.

toevalligheid

No quedamos en vernos en el café; simplemente nos encontramos de pura casualidad.

telewinkelen, teleshoppen

mph

(abreviatura) (mijlen per uur)

La velocidad máxima es de 65 mph.

persoonsbelasting

onthouder

Los abstinentes miraban con calma mientras los otros comían pastel.

stoter, klepstoter

(mecánica)

tps

(sigla) (computer; tekens per seconde)

Laten we Spaans leren

Dus nu je meer weet over de betekenis van por in Spaans, kun je leren hoe je ze kunt gebruiken aan de hand van geselecteerde voorbeelden en hoe je lees ze. En vergeet niet om de verwante woorden die we voorstellen te leren. Onze website wordt voortdurend bijgewerkt met nieuwe woorden en nieuwe voorbeelden, zodat u de betekenissen van andere woorden die u niet kent, kunt opzoeken in Spaans.

Verwante woorden van por

Ken je iets van Spaans

Spaans (español), ook bekend als Castilla, is een taal van de Iberisch-Romaanse groep van de Romaanse talen, en de 4e meest voorkomende taal ter wereld volgens sommige bronnen, terwijl andere het als een 2e of 3e vermelden meest voorkomende taal. Het is de moedertaal van ongeveer 352 miljoen mensen en wordt gesproken door 417 miljoen mensen wanneer de sprekers als taal worden toegevoegd. sub (geschat in 1999). Spaans en Portugees hebben zeer vergelijkbare grammatica en woordenschat; Het aantal vergelijkbare woordenschat van deze twee talen is tot 89%. Spaans is de primaire taal van 20 landen over de hele wereld. Geschat wordt dat het totale aantal sprekers van het Spaans tussen de 470 en 500 miljoen ligt, waarmee het de op één na meest gesproken taal ter wereld is, gemeten naar het aantal moedertaalsprekers.