Wat betekent tenue in Frans?
Wat is de betekenis van het woord tenue in Frans? Het artikel legt de volledige betekenis uit, de uitspraak samen met tweetalige voorbeelden en instructies voor het gebruik van tenue in Frans.
Het woord tenue in Frans betekent vasthouden, zich houden aan, het houden, volhouden, standhouden, aanhouden, vasthouden, houden, nakomen, vastkleven, vastplakken, volhouden, volhouden, het uithouden, bemannen, bedienen, vasthouden, uithouden, weerstand geven, tevredenstellen, bevredigen, houden, volhouden, kunnen hebben, verdragen, dulden, lijden, nakomen, pakken, grijpen, bemand, dun, outfit, uitrusting, outfit, kostuum, kleding, houding, lichaamshouding, hoe kleding valt of staat, staatsiegewaad, kleren, houden, staan, zich gedragen, van kracht blijven, de kriebels hebben, verbergen, acht slaan op, aandacht schenken aan, opwachten, Wacht even!, negeren, greep, razen, tieren, tekeergaan, zijn, lopen, draaien, duren, verbinden, aansluiten, wonderbaarlijk, wonderlijk, miraculeus, paraatheid, de boeken afsluiten, een gesprek voeren, roer, breken, doorbijten, aan een draadje hangen, vastpakken, grijpen, een persconferentie houden, op een afstand houden, op afstand houden, van zich afhouden, zijn woord houden, zijn belofte nakomen, op de hoogte houden, hoogachten, respecteren, voet bij stuk houden, rekening houden met, rekening houden met, een vergadering houden, als vanzelfsprekend beschouwen, geen aandacht besteden aan, kunnen schelen, iets doen, zijn woord breken, zich vastbijten, stil zitten, aan iets vasthouden, gereed staan, klaar staan, volhouden, volhouden, verantwoordelijk houden, verantwoordelijk achten, beperken, begrenzen, iets koesteren, het huishouden doen, gezelschap houden, handen vasthouden. Raadpleeg de onderstaande details voor meer informatie.
Betekenis van het woord tenue
vasthoudenverbe transitif Elle tient la main de son enfant en traversant la rue. |
zich houden aan(une promesse) Contrairement à certaines personnes, je tiens mes promesses. |
het houden
Ce nœud va-t-il tenir (or: résister) ? |
volhouden, standhoudenverbe intransitif Le barrage a tenu pendant toutes les tempêtes. |
aanhoudenverbe transitif (une cadence) Maintiens cette cadence pour les cent prochains kilomètres. |
vasthouden
L'enfant tenait la main de sa mère pour traverser la route. |
houden, nakomenverbe transitif (une promesse) (van belofte) Il a fini par tenir sa promesse et a remboursé l'argent. |
vastkleven, vastplakkenverbe transitif Les fabricants de voitures utilisent de plus en plus de colle pour (faire) tenir les pièces ensemble. |
volhouden
Comment tiens-tu, avec tout ce travail ? Hoe houd je het vol met al het werk? |
volhouden, het uithouden
Je ne suis pas sûr de pouvoir tenir jusqu'à la fin de la journée de travail. Je risque de m'endormir avant. |
bemannen, bedienen(la caisse) Je tenais la caisse pendant que Stéphane servait la bière. |
vasthoudenverbe transitif Tu pourrais me tenir mon manteau une seconde pendant que je téléphone ? |
uithoudenverbe intransitif Je ne pense pas que la nourriture pour bétail tienne jusqu'à Noël, nous devons en commander plus. Ik denk niet dat het veevoer het uithoudt tot kerst, we moeten meer bestellen. |
weerstand geven
Blijf haar om een date vragen, ze kan niet veel langer weerstand bieden. |
tevredenstellen, bevredigen(une attente) Les résultats de l'employé n'ont pas satisfait les attentes de son patron. |
houden, volhouden, kunnen hebben, verdragen, dulden, lijden(endurer) Je ne peux plus supporter ça ! Laissez-moi sortir d'ici ! Ik trek het niet meer. Laat me eruit. |
nakomen(une promesse) (van belofte) Joe a honoré sa promesse d'offrir le repas. |
pakken, grijpen
Anna serra fort sa raquette en entrant sur le court de tennis. |
bemand(commerce) Le bar-tabac en bas de chez moi est tenu par un jeune couple libanais. |
dunadjectif (draad) Gretchen essayait de raccommoder ses chaussettes mais les fibres étaient fines et se cassaient facilement. |
outfit
Elle a toujours eu un goût prononcé pour les tenues extravagantes. |
uitrusting, outfitnom féminin Rachel s'achète une nouvelle tenue pour les vacances. |
kostuumnom féminin Quelle est cet étrange tenue que porte Ellie ? |
kleding(vêtements portés) Sa tenue ne convenait pas à une soirée à l'opéra. |
houding, lichaamshouding
|
hoe kleding valt of staatnom féminin Que penses-tu de la tenue de ce complet ? |
staatsiegewaad
|
kleren(familier) Elle était particulièrement moche avec ces fringues. |
houden(une réunion, un événement) Nous organiserons notre réunion en salle de conférence. // Julie organise une fête samedi. |
staan
Le garde se tient debout toute la journée. |
zich gedragenverbe pronominal Notre mère nous a demandé de bien nous conduire (or: bien nous tenir). |
van kracht blijven
Le juge a établi que la loi restait valable (or: restait d'actualité). |
de kriebels hebben
Poppy a gigoté sur son siège pendant le long film. |
verbergen
Isabelle dissimulait ce qu'elle savait sur ce qui s'était passé. |
acht slaan op, aandacht schenken aan
Pam a écouté l'avis de tempête et s'est réfugiée dans l'abri. |
opwachten
|
Wacht even!(informeel) Wacht even, tot ik er ben! |
negeren
Il a ignoré les demandes d'aide. |
greep
|
razen, tieren, tekeergaan
Le fou délirait (or: divaguait). |
zijn(wanneer) La pièce est à huit heures. |
lopen, draaien, duren
Le programme dure deux ans. |
verbinden, aansluiten
|
wonderbaarlijk, wonderlijk, miraculeus
C'est miraculeux (or: C'est un miracle) que tu sois sorti indemne de l'accident de voiture. |
paraatheid
|
de boeken afsluiten(Finance) (handel) Le travail du comptable est de dresser le bilan d'une société. |
een gesprek voeren
Les deux femmes ont continué leur conversation dans le taxi qui les ramenait chez elles. |
roer(figuré) (figuurlijk) |
breken(belofte) |
doorbijten(familier) (informeel, fig.) |
aan een draadje hangen
|
vastpakken, grijpen
Sally tenait fermement les rênes du cheval. |
een persconferentie houdenlocution verbale Le sénateur a tenu une conférence de presse pour expliquer sa nouvelle proposition. De senator hield een persconferentie om zijn nieuw voorstel uit te leggen. |
op een afstand houden, op afstand houden, van zich afhouden
|
zijn woord houden, zijn belofte nakomenlocution verbale Il ne tient jamais parole. Il raconte toujours mes secrets. // Un bon ami, c'est celui qui sait tenir parole. |
op de hoogte houdenlocution verbale Nous vous tiendrons au courant des dernières informations économiques. |
hoogachten, respecteren
Ce vieux professeur est porté en haute estime par ses pairs. |
voet bij stuk houden(figuurlijk) |
rekening houden met
|
rekening houden met
Tu aurais dû tenir compte de son âge. Vous devez tenir compte à la fois du taux de change et des frais bancaires. |
een vergadering houdenlocution verbale Le conseil municipal tiendra une réunion pour discuter des réfections des routes. |
als vanzelfsprekend beschouwen
|
geen aandacht besteden aan(d'un avis, conseil,...) |
kunnen schelen, iets doen
Si vous vous sentez concerné, vous ferez un don à la cause. |
zijn woord breken(figuurlijk) Tu avais promis de m'aider mais tu n'as pas honoré ta parole. |
zich vastbijtenverbe intransitif Elle a tenu bon pendant des années, mais elle a dû se résoudre à vendre son commerce. Na zich jarenlang vast te bijten in haar zaak, gaf ze eindelijk op en verkocht ze haar falende zaak. |
stil zitten
La mère dit à son enfant de se tenir tranquille tandis qu'elle essayait de lui couper les cheveux. |
aan iets vasthoudenverbe pronominal On a beau essayer, c'est dur de se tenir à un régime et de perdre du poids. |
gereed staan, klaar staanverbe pronominal Je me tiens prêt à te rattraper si tu tombes. |
volhouden
Même en sachant qu'il avait perdu la course, il a tenu bon et a fini la tête haute. Zelfs toen hij wist dat hij de race zou verliezen, hield hij vol en eindigde hij sterk. |
volhouden
Je sais que la situation est difficile mais il faut que tu tiennes bon pour le bien de tes enfants. Ik weet dat je boos bent, maar je moet volhouden voor het belang van je kinderen. |
verantwoordelijk houden, verantwoordelijk achten
Ne m'accuse pas (or: ne me blâme pas) ! Ce n'était pas ma faute ! |
beperken, begrenzen
Essayez de limiter vos remarques aux critiques constructives. |
iets koesterenlocution verbale (changement de sujet) La liberté d'expression est un concept qui me tient à cœur. |
het huishouden doenlocution verbale Quand elle était malade, sa sœur a tenu la maison. |
gezelschap houdenlocution verbale Brian a un chien pour lui tenir compagnie. |
handen vasthoudenverbe pronominal Ma sœur et son copain se tiennent toujours par la main quand ils regardent un film. |
Laten we Frans leren
Dus nu je meer weet over de betekenis van tenue in Frans, kun je leren hoe je ze kunt gebruiken aan de hand van geselecteerde voorbeelden en hoe je lees ze. En vergeet niet om de verwante woorden die we voorstellen te leren. Onze website wordt voortdurend bijgewerkt met nieuwe woorden en nieuwe voorbeelden, zodat u de betekenissen van andere woorden die u niet kent, kunt opzoeken in Frans.
Verwante woorden van tenue
Geüpdatete woorden van Frans
Ken je iets van Frans
Frans (le français) is een Romaanse taal. Net als Italiaans, Portugees en Spaans, komt het uit het populaire Latijn, dat ooit in het Romeinse rijk werd gebruikt. Een Franstalig persoon of land kan een "Franstalig" worden genoemd. Frans is de officiële taal in 29 landen. Frans is de vierde meest gesproken moedertaal in de Europese Unie. Frans staat op de derde plaats in de EU, na Engels en Duits, en is na Engels de meest onderwezen taal. De meerderheid van de Franstalige wereldbevolking woont in Afrika, met ongeveer 141 miljoen Afrikanen uit 34 landen en gebieden die Frans als eerste of tweede taal spreken. Frans is de tweede meest gesproken taal in Canada, na Engels, en beide zijn officiële talen op federaal niveau. Het is de eerste taal van 9,5 miljoen mensen of 29% en de tweede taal van 2,07 miljoen mensen of 6% van de gehele bevolking van Canada. In tegenstelling tot andere continenten is het Frans in Azië niet populair. Momenteel erkent geen enkel land in Azië Frans als officiële taal.