Wat betekent sentirse in Spaans?
Wat is de betekenis van het woord sentirse in Spaans? Het artikel legt de volledige betekenis uit, de uitspraak samen met tweetalige voorbeelden en instructies voor het gebruik van sentirse in Spaans.
Het woord sentirse in Spaans betekent voelen, voelen, zich voelen, gevoelens hebben, voelen, verwerken, te verwerken krijgen, voelen, aanvoelen, voelen, aanvoelen, ruiken, spijten, opvangen, spijt, ervaren, zich bewust worden van, bespeuren, proeven, consensus, een flauw vermoeden hebben, betreuren, door iets worden gegrepen, ruiken, vinden dat, het gevoel hebben dat, zich interesseren, zich invoelen, zich inleven, spijt hebben, berouw hebben, iemand beschouwen als, vertrekken, feelgood, nijdigheid, woede, op zijn gemak stellen, gehecht raken aan, veel zin hebben om, iem. zich thuis doen voelen, iem. zich thuis laten voelen, niets moeten hebben van, tintelen, medelijden hebben, medeleven betuigen, zich ziek voelen, diep vernederen, diep kwetsen, zich misselijk voelen, zich zorgen maken om, meeleven met, sympathie voelen voor iemand, doen acclimatiseren, doen gewennen, voelen alsof, voelen als, in paniek handelen, zich slecht voelen over iets, zich slecht voelen voor iemand, kokhalzen, geven om, steken, pijn doen, houden van, ontzag hebben voor, drijven, aanzetten. Raadpleeg de onderstaande details voor meer informatie.
Betekenis van het woord sentirse
voelenverbo transitivo Sintió su mano sobre su hombro. |
voelenverbo transitivo Podía sentir que ella lo miraba. |
zich voelen
Ya pasé lo peor de la gripe pero todavía me siento un poco débil. |
gevoelens hebben
Es un hombre que siente intensamente. |
voelen, verwerken, te verwerken krijgen
Él sintió el choque en toda su intensidad. |
voelen, aanvoelen
Sintió su enfado al otro lado de la línea. |
voelen, aanvoelenverbo transitivo Percibí hostilidad en su tono de voz. |
ruiken
¿Sentiste el nuevo perfume que está usando? |
spijtenverbo transitivo Siento no poder ayudarla más. |
opvangen(figuurlijk) ¿Sentiste la hostilidad en esa reunión? Heb je een vleugje van vijandigheid in die vergadering te opgevangen? |
spijt
Siento no habértelo contado antes. |
ervarenverbo transitivo Estoy sintiendo mucho dolor en la rodilla. |
zich bewust worden vanverbo transitivo De repente, él sintió a otra persona en la habitación. |
bespeuren, proeven
Sentí un poco de sabor a canela en la pasta. |
consensus
El sentir de la gente es que esta ley está bien. |
een flauw vermoeden hebben
Sospechábamos que la película iba a ser un éxito, pero no estábamos seguros. |
betreuren
El director lamentó tu ausencia durante la reunión. |
door iets worden gegrepen(coloquial) Le entró (or: dio) un antojo de alcachofas. |
ruiken
Me di cuenta de que ella estaba diciendo la verdad. |
vinden dat, het gevoel hebben dat
Consideró que sus acciones eran injustas. |
zich interesseren
Me resulta muy difícil interesarme por el fútbol. |
zich invoelen, zich inleven
¿Estás teniendo problemas con tu deducción de impuestos? ¡Puedo empatizar! |
spijt hebben, berouw hebben
Me compadezco del día en que lo conocí. |
iemand beschouwen als
Siempre lo consideré mi hermano. |
vertrekken(van gelaatstrekken) Se avergonzó y dijo "¡Perdón, lo olvidé completamente!" |
feelgood(anglicisme) Rita disfruta con las películas que la animan. |
nijdigheid, woede
Me da mucha cólera la crueldad hacia los animales. |
op zijn gemak stellenlocución verbal Gillian nos hizo sentir cómodos antes del examen haciendo un chiste. |
gehecht raken aan(coloquial) (figuurlijk) Al principio no me gustaba, pero después me enganché con ese perro. |
veel zin hebben omlocución verbal Siento el impulso de decirle a tus padres lo que has hecho. Ik heb veel zin om jouw ouders te vertellen met wat je bezig bent. |
iem. zich thuis doen voelen, iem. zich thuis laten voelenlocución verbal La familia de acogida realmente hizo sentir como en casa al estudiante. |
niets moeten hebben vanlocución verbal Siento rechazo por la gente que me llama "mi amor" sin conocerme. |
tintelen
Siento un hormigueo en las piernas y casi no las puedo mover. |
medelijden hebben, medeleven betuigen
|
zich ziek voelenlocución verbal Empecé a tener náuseas así que tomé un montón de jugo de naranja para tener vitamina C. |
diep vernederen, diep kwetsen
La exposición del escándalo sexual avergonzó mucho al político. |
zich misselijk voelenlocución verbal Sentí náuseas después de comerme una bolsa entera de dulces. |
zich zorgen maken om
Chistine se angustió por la nota tan baja que le pusieron en su examen de matemáticas. |
meeleven met(alguien) Es una gran docente que sabe cómo empatizar con sus alumnos. |
sympathie voelen voor iemand
Siento lástima por él desde que ha perdido el trabajo. |
doen acclimatiseren, doen gewennenlocución verbal Los otros alumnos fueron muy amables e hicieron sentir a Julia como en casa. |
voelen alsof, voelen als
Siento como si me corrieran hormigas por la piel. |
in paniek handelen
Jeremy sintió pánico y huyó cuando vio a la policía. |
zich slecht voelen over ietslocución verbal |
zich slecht voelen voor iemandlocución verbal Siento lástima por mis vecinos porque han tenido muchos problemas últimamente. |
kokhalzen
Kate tuvo arcadas cuando vio la rata muerta. |
geven om
Juliana todavía quiere a Simon después de todos estos años. |
steken, pijn doenlocución verbal Sentía pinchazos en los brazos después de levantar pesas por una hora. |
houden van
Aunque ya no siguen juntos, Sarah todavía quiere a su exmarido como amigo. |
ontzag hebben voor
Todos sentimos temor de Dios en esta comunidad. |
drijven, aanzetten
Karen se sentía obligada a recoger a los perros callejeros. |
Laten we Spaans leren
Dus nu je meer weet over de betekenis van sentirse in Spaans, kun je leren hoe je ze kunt gebruiken aan de hand van geselecteerde voorbeelden en hoe je lees ze. En vergeet niet om de verwante woorden die we voorstellen te leren. Onze website wordt voortdurend bijgewerkt met nieuwe woorden en nieuwe voorbeelden, zodat u de betekenissen van andere woorden die u niet kent, kunt opzoeken in Spaans.
Verwante woorden van sentirse
Geüpdatete woorden van Spaans
Ken je iets van Spaans
Spaans (español), ook bekend als Castilla, is een taal van de Iberisch-Romaanse groep van de Romaanse talen, en de 4e meest voorkomende taal ter wereld volgens sommige bronnen, terwijl andere het als een 2e of 3e vermelden meest voorkomende taal. Het is de moedertaal van ongeveer 352 miljoen mensen en wordt gesproken door 417 miljoen mensen wanneer de sprekers als taal worden toegevoegd. sub (geschat in 1999). Spaans en Portugees hebben zeer vergelijkbare grammatica en woordenschat; Het aantal vergelijkbare woordenschat van deze twee talen is tot 89%. Spaans is de primaire taal van 20 landen over de hele wereld. Geschat wordt dat het totale aantal sprekers van het Spaans tussen de 470 en 500 miljoen ligt, waarmee het de op één na meest gesproken taal ter wereld is, gemeten naar het aantal moedertaalsprekers.