Wat betekent não in Portugees?

Wat is de betekenis van het woord não in Portugees? Het artikel legt de volledige betekenis uit, de uitspraak samen met tweetalige voorbeelden en instructies voor het gebruik van não in Portugees.

Het woord não in Portugees betekent non-, niet-, nee, niet, nee, niet doen, doet niet, deed niet, nee, nee, nee, nee, niet, niet, nee, niet, heb niet, weigering, geen, nee, nee meneer, afvallig, onorthodox, los, losstaand, opzichzelfstaand, onbeschadigd, ongedesemd, ongezuurd, ongetraind, saai, niet gerealiseerd, non-conformistisch, niet-gouvernementeel, rookvrij, niet-verbaal, non-verbaal, onverklaarbaar, goedaardig, niet-levend, zonder klemtoon, onduidelijk, ongevraagd, niet samengesteld, ongewijzigd, onveranderd, ongevormd, zonder gids, ongezond, ongerijpt, niet overtuigd, stemloos, nauwelijks, nauwelijks, bijna niet, edoch, alhoewel, oké, huid, verstoting, verwerping, weigering, ongehoorzaamheid, stapel papieren, geweldloosheid, verstoten, verwerpen, afwijzen, een oogje dichtknijpen, terzijde schuiven, niet-joods, nep, vals, onecht, werelds, onbevredigend, onschuldig, onreglementair, niet-rokend, niet verlost, leek, relax, vergeten, verzuimen, omitteren, niet vertrouwd met, slap, zwak, eigen, ongevoelig, emotieloos, gevoelloos, toch?, hopeloos, wanhopig, onbetrouwbaar, onbemand, onopgelost, niet geïdentificeerd, ongebruikelijk, zuiver, niet gewaardeerd, onofficieel, ongeboren, niet vleiend, niet flatteus, onprofessioneel, niet herkend, niet gespecificeerd, onuitgesproken, niet traditioneel, niet verslavend, niet-alcoholhoudend, niet confessioneel, niet bevestigd, niet overtuigend, niet meewerkend, niet ontwikkeld, niet gedocumenteerd. Raadpleeg de onderstaande details voor meer informatie.

Luister naar uitspraak

Betekenis van het woord não

non-, niet-

prefixo

nee

advérbio

Não, eu não quero mais café, muito obrigado.

niet

advérbio

Esta maçã não é verde; é vermelha.

nee

advérbio (informal)

"Quer vir com a gente?" "Não, tenho dever de casa."

niet doen

advérbio (ontkenning)

Não me interrompa enquanto eu estiver falando, por favor.

doet niet

advérbio (ontkenning)

Ele não mora nesse endereço durante o inverno.

deed niet

advérbio (com verbo no passado)

nee

interjeição

nee

interjeição

nee

interjeição

nee

advérbio

Não, não concordo nada com isso.

niet

advérbio

Eu não sou culpado.

niet

advérbio

nee

advérbio

Não, não deixei lama no chão.

niet

advérbio

Eu não quero açúcar nenhum, obrigado.

heb niet

advérbio

Eu não tenho dinheiro.

weigering

substantivo masculino

geen

advérbio

Não há como negar a verdade.

nee

advérbio

A resposta deles foi um "não" definitivo.

nee meneer

expressão

afvallig

adjetivo (pessoa: não mais praticante) (religie)

onorthodox

los, losstaand, opzichzelfstaand

onbeschadigd

ongedesemd, ongezuurd

(brood)

ongetraind

saai

niet gerealiseerd

non-conformistisch

adjetivo (rejeitando comum acordo)

niet-gouvernementeel

adjetivo

rookvrij

locução adjetiva (espaço)

niet-verbaal, non-verbaal

adjetivo (não dito)

onverklaarbaar

goedaardig

(ziekte)

niet-levend

adjetivo

zonder klemtoon

onduidelijk

ongevraagd

niet samengesteld

ongewijzigd, onveranderd

ongevormd

zonder gids

ongezond

ongerijpt

(BRA: figurado)

niet overtuigd

stemloos

(dito sem cordas vocais)

nauwelijks

Mal tem comida suficiente para todo mundo na festa.

nauwelijks, bijna niet

Tim era um empreendedor brilhante; ele mal tinha vinte anos quando ganhou seu primeiro milhão.

edoch

(formeel, verouderd)

alhoewel

As flores são belas, embora não apropriadas para este evento.

oké

(anglicismo, afirmação, aprovação)

O.k., eu levo o lixo.

huid

(pele de animal)

verstoting, verwerping

weigering, ongehoorzaamheid

(desobediência)

stapel papieren

geweldloosheid

substantivo feminino (pacifismo)

verstoten, verwerpen, afwijzen

een oogje dichtknijpen

(fig., informeel)

terzijde schuiven

(figuurlijk)

niet-joods

adjetivo

nep, vals, onecht

werelds

onbevredigend

(eten)

onschuldig

(comentário) (figuurlijk: opmerking)

onreglementair

adjetivo (não obediente às leis)

niet-rokend

adjetivo (pessoa)

niet verlost

(religião) (religieus)

leek

(figurado) (figuurlijk)

relax

(relaxar, estar descansado)

vergeten, verzuimen, omitteren

A empresa subestimou a importância de um logo marcante.

niet vertrouwd met

Os métodos estatísticos que você descreve são desconhecidos por mim.

slap, zwak

(figurativo) (figuurlijk)

eigen

Um soldado morreu de fogo não hostil depois que outros soldados o confundiram com o inimigo.

ongevoelig, emotieloos, gevoelloos

(figurado)

toch?

interjeição

Dit is jouw boek, toch?

hopeloos, wanhopig

(pessoas incompetente)

Gary não tem jeito, ele deveria ser demitido.

onbetrouwbaar

adjetivo

Às vezes Henry trabalha bem, mas às vezes ele é preguiçoso e outras vezes ele nem aparece no trabalho; ele perdeu vários serviços por não ser confiável.

onbemand

locução adjetiva (aeronave)

onopgelost

locução adjetiva (mistério, crime)

niet geïdentificeerd

ongebruikelijk

(fora do comum)

zuiver

(puro)

niet gewaardeerd

onofficieel

ongeboren

(ainda em gestação)

niet vleiend, niet flatteus

locução adjetiva

onprofessioneel

locução adjetiva

niet herkend

locução adjetiva

niet gespecificeerd

onuitgesproken

niet traditioneel

(não convencional)

niet verslavend

(que não vicia)

niet-alcoholhoudend

locução adjetiva (não contém álcool)

niet confessioneel

(igreja: que não faz parte de seita)

niet bevestigd

locução adjetiva (sem confirmação)

niet overtuigend

niet meewerkend

locução adjetiva

niet ontwikkeld

locução adjetiva (fot., filme) (foto, film)

niet gedocumenteerd

locução adjetiva

Laten we Portugees leren

Dus nu je meer weet over de betekenis van não in Portugees, kun je leren hoe je ze kunt gebruiken aan de hand van geselecteerde voorbeelden en hoe je lees ze. En vergeet niet om de verwante woorden die we voorstellen te leren. Onze website wordt voortdurend bijgewerkt met nieuwe woorden en nieuwe voorbeelden, zodat u de betekenissen van andere woorden die u niet kent, kunt opzoeken in Portugees.

Ken je iets van Portugees

Portugees (português) is een Romeinse taal afkomstig uit het Iberisch schiereiland van Europa. Het is de enige officiële taal van Portugal, Brazilië, Angola, Mozambique, Guinee-Bissau, Kaapverdië. Portugees heeft tussen de 215 en 220 miljoen moedertaalsprekers en 50 miljoen tweedetaalsprekers, voor een totaal van ongeveer 270 miljoen. Portugees wordt vaak vermeld als de zesde meest gesproken taal ter wereld, de derde in Europa. In 1997 rangschikte een uitgebreide academische studie het Portugees als een van de 10 meest invloedrijke talen ter wereld. Volgens UNESCO-statistieken zijn Portugees en Spaans na Engels de snelst groeiende Europese talen.