Wat betekent price in Engels?

Wat is de betekenis van het woord price in Engels? Het artikel legt de volledige betekenis uit, de uitspraak samen met tweetalige voorbeelden en instructies voor het gebruik van price in Engels.

Het woord price in Engels betekent prijs, beloning, premie, prijs, tol, prijzen, de prijs navragen van, price, cost, share price, best price, share price, gold price, half price, rent, rental price, rent, discount, cost price, quotation, oil price, price of petroleum, price tag, rate, tariff, selling price, vraagprijs, tegen elke prijs, koste wat kost, tegen elke prijs, koste wat kost, basisprijs, bruidsprijs, zakken, dalen, consumptieprijsindex, vaste prijs, menu met vaste prijs, goede prijs, goede prijs, geweldige prijs, halve prijs, voor de halve prijs, voor de halve prijs, aan halve prijs, prijsvermindering, prijsverlaging, prijsafspraak, prijzenstop, prijsblokkering, prijskaartje, prijskaartje, opruimingsprijs. Raadpleeg de onderstaande details voor meer informatie.

Luister naar uitspraak

Betekenis van het woord price

prijs

noun (cost to purchase [sth])

What is the price of gold at the moment?

beloning, premie

noun (bounty)

The US government put a price on his head.

prijs, tol

noun (figurative (toll) (figuurlijk)

Some people say that wars are the price of freedom.

prijzen

transitive verb (establish a price)

The art dealer priced the vase at six hundred dollars.

de prijs navragen van

transitive verb (learn the price)

Let me price this book, then we can go home.

price, cost

(te betalen geldbedrag)

(noun: Refers to person, place, thing, quality, etc.)

share price

(waarde van de aandelen) (finance)

(noun: Refers to person, place, thing, quality, etc.)

best price

(voordeligste aanbieding)

share price

(beursnotering) (stock market)

(noun: Refers to person, place, thing, quality, etc.)

gold price

(goudwaarde)

(noun: Refers to person, place, thing, quality, etc.)

half price

(50% korting)

(noun: Refers to person, place, thing, quality, etc.)

rent

(bedrag)

(noun: Refers to person, place, thing, quality, etc.)

rental price, rent

(door huurder te betalen som)

(noun: Refers to person, place, thing, quality, etc.)

discount

(prijsvermindering)

(noun: Refers to person, place, thing, quality, etc.)

cost price

(prijs)

(noun: Refers to person, place, thing, quality, etc.)

quotation

(beurs: waardebeoordeling)

(noun: Refers to person, place, thing, quality, etc.)

oil price, price of petroleum

(petroleumprijs)

(noun: Refers to person, place, thing, quality, etc.)

price tag

(kaartje met prijs)

(noun: Refers to person, place, thing, quality, etc.)

rate, tariff

(prijslijst)

(noun: Refers to person, place, thing, quality, etc.)

selling price

(prijs naar klant)

(noun: Refers to person, place, thing, quality, etc.)

vraagprijs

noun (cost of [sth] being sold)

The asking price for the vase is £25.

tegen elke prijs, koste wat kost

adverb (literal (whatever the cost)

tegen elke prijs, koste wat kost

adverb (figurative (whatever sacrifice is required) (figuurlijk)

Yvonne wanted to win the game at any price.

basisprijs

noun (cost before extras)

The base price is $20,000; if you want a stereo or air conditioning, that will be extra.

bruidsprijs

noun (payment for wife)

zakken, dalen

verbal expression (informal (become less expensive) (prijs)

That computer will come down in price when a faster model becomes available.

consumptieprijsindex

noun (US (retail price index)

vaste prijs

noun (cost set in advance)

In general, department stores sell goods at fixed prices.

menu met vaste prijs

noun as adjective (menu: set cost)

The workers always choose the fixed-price menu.

goede prijs

noun (reasonable cost)

The hotel offers good prices for rooms.

goede prijs, geweldige prijs

noun (value for money, cheap cost)

That's a great price for a machine with those features.
Dat is een geweldige prijs voor een machine met deze functies.

halve prijs

noun (cost: 50% reduction)

The shop is selling lots of clothes at half price in the sale.

voor de halve prijs

noun as adjective (50% reduction)

Alice always looks out for half-price items in the supermarket.

voor de halve prijs, aan halve prijs

adverb (at a 50% reduction)

I bought this dress half-price in the sale.
Ik heb dit kleedje aan halve prijs gekocht tijdens de koopjes.

prijsvermindering, prijsverlaging

noun (discount, lowering of costs)

You can find bargains after Christmas when there are price cuts on holiday merchandise.

prijsafspraak

noun (agreed control of prices)

The Department of Justice has accused the publisher of price fixing.

prijzenstop, prijsblokkering

noun (temporary fixing of prices)

The Department of Trade and Industry imposed a price freeze on basic commodities.

prijskaartje

noun (label showing an item's cost)

I cut the price tag off before I gift-wrapped the sweater.

prijskaartje

noun (figurative (cost, value) (figuurlijk)

Health care reform will come with a hefty price tag.

opruimingsprijs

noun (discounted cost)

Even the sale price is more than I'm willing to pay.

Laten we Engels leren

Dus nu je meer weet over de betekenis van price in Engels, kun je leren hoe je ze kunt gebruiken aan de hand van geselecteerde voorbeelden en hoe je lees ze. En vergeet niet om de verwante woorden die we voorstellen te leren. Onze website wordt voortdurend bijgewerkt met nieuwe woorden en nieuwe voorbeelden, zodat u de betekenissen van andere woorden die u niet kent, kunt opzoeken in Engels.

Verwante woorden van price

Ken je iets van Engels

Het Engels is afkomstig van Germaanse stammen die naar Engeland zijn geëmigreerd en is over een periode van meer dan 1400 jaar geëvolueerd. Engels is de derde meest gesproken taal ter wereld, na Chinees en Spaans. Het is de meest geleerde tweede taal en de officiële taal van bijna 60 soevereine landen. Deze taal heeft een groter aantal sprekers als tweede en vreemde taal dan moedertaalsprekers. Engels is ook de co-officiële taal van de Verenigde Naties, van de Europese Unie en van vele andere internationale en regionale organisaties. Tegenwoordig kunnen Engelstaligen over de hele wereld relatief gemakkelijk communiceren.