Wat betekent contar in Portugees?

Wat is de betekenis van het woord contar in Portugees? Het artikel legt de volledige betekenis uit, de uitspraak samen met tweetalige voorbeelden en instructies voor het gebruik van contar in Portugees.

Het woord contar in Portugees betekent tellen, vertellen, zeggen, tellen, optellen, tellen, meetellen, meetellen, meerekenen, iets meedelen, mededelen, iets onthullen, verklappen, iets tegen iemand vertellen, betekenen, delen, mededelen, tappen, vertellen, berekenen, optellen, onthullen, ontsluieren, bekendmaken, meedelen, tellen, vertellen, verzinnen, vertrouwen hebben in, zich verlaten op, onthullen, ontsluieren, bekendmaken, meedelen, tellen, informeren, aantal schatten, vertellen, spreken, zeggen, grappen maken, moppen tappen, opscheppen, grootspreken, opscheppen, pochen, jokken, rekenen op, uitgaan van, onthullen, verklappen, een grote mond hebben, een verhaal vertellen, een verhaaltje vertellen, pleiten tegen, de stand bijhouden, de score bijhouden, spelletjes spelen, rekenen op, rekenen op, vertel-, een verhaal vertellen, de stand bijhouden, een beroep doen op, het nieuws brengen, moppen vertellen, terugvallen op, vertrouwen op. Raadpleeg de onderstaande details voor meer informatie.

Luister naar uitspraak

Betekenis van het woord contar

tellen

As crianças estão aprendendo a contar.

vertellen, zeggen

verbo transitivo

Conte-me o que ele disse.

tellen

verbo transitivo (numerar)

Ela contou os doces.

optellen

verbo transitivo

A professora contou o número de manuscritos que tinha recolhido no final do exame.

tellen, meetellen

(ter importância)

Minha experiência de trabalho conta?

meetellen, meerekenen

verbo transitivo (incluir)

É uma viagem de oito horas, sem contar as paradas.

iets meedelen, mededelen

verbo transitivo

Ele disse à escola inteira que estava partindo para se tornar um músico de rock.

iets onthullen, verklappen

verbo transitivo

Contamos a eles nosso segredo.

iets tegen iemand vertellen

verbo transitivo (história)

Ele contou a história para a filha dele.

betekenen

(ser de valor)

Sua honestidade vale muito para mim.

delen, mededelen

Você tem novidades dela? Ah, então conta!

tappen, vertellen

verbo transitivo (piadas) (van een mop)

Johanna queria ter uma discussão séria, mas Jim continuou contando piadas.

berekenen, optellen

Ian contou dez barcos no porto.

onthullen, ontsluieren, bekendmaken, meedelen

verbo transitivo (segredo)

tellen

verbo transitivo

A banda incluía alguns poucos estudantes entre sua base de fãs.

vertellen, verzinnen

verbo transitivo (histórias)

Ele inventa algumas histórias estranhas para as crianças.

vertrouwen hebben in

Você pode confiar nela?

zich verlaten op

Minha mãe depende de mim para ir às compras para ela.

onthullen, ontsluieren, bekendmaken, meedelen

(segredo)

tellen

informeren

verbo transitivo (informar a alguém)

aantal schatten

verbo transitivo (fazer cálculo aproximado)

Eu contei quinhentos docinhos. Está certo?

vertellen, spreken, zeggen

verbo transitivo

O culpado decidiu falar a verdade.

grappen maken, moppen tappen

opscheppen, grootspreken

Não gosto de falar com o Terrence porque ele está sempre se gabando.

opscheppen, pochen

Eu não quero ser amigo de alguém que sempre se gaba.

jokken

(informeel)

rekenen op, uitgaan van

Eu esperava ir com minha irmã, mas ela está doente, então terei que ir sozinha.

onthullen, verklappen

een grote mond hebben

(fig., informeel)

een verhaal vertellen, een verhaaltje vertellen

expressão (recitar narrativa)

pleiten tegen

de stand bijhouden, de score bijhouden

expressão verbal

spelletjes spelen

(figurado: ser inconsistente) (figuurlijk, inf.)

rekenen op

expressão verbal (informal)

rekenen op

Eu incluí Sheila no time porque sei que posso contar com ela.

vertel-

(BRA) (in samenstelling)

een verhaal vertellen

expressão (figurado: narrar eventos) (figuurlijk)

de stand bijhouden

(figuurlijk)

een beroep doen op

Quando você precisa de ajuda, com quem contar se não com seus amigos?

het nieuws brengen

moppen vertellen

expressão verbal

Nós contamos piadas a noite toda.

terugvallen op

Sempre que estou com problemas, sei que posso confiar em meus amigos e família.

vertrouwen op

Os torcedores estavam contando com a vitória hoje, depois dos recentes sucessos do Manchester United.

Laten we Portugees leren

Dus nu je meer weet over de betekenis van contar in Portugees, kun je leren hoe je ze kunt gebruiken aan de hand van geselecteerde voorbeelden en hoe je lees ze. En vergeet niet om de verwante woorden die we voorstellen te leren. Onze website wordt voortdurend bijgewerkt met nieuwe woorden en nieuwe voorbeelden, zodat u de betekenissen van andere woorden die u niet kent, kunt opzoeken in Portugees.

Ken je iets van Portugees

Portugees (português) is een Romeinse taal afkomstig uit het Iberisch schiereiland van Europa. Het is de enige officiële taal van Portugal, Brazilië, Angola, Mozambique, Guinee-Bissau, Kaapverdië. Portugees heeft tussen de 215 en 220 miljoen moedertaalsprekers en 50 miljoen tweedetaalsprekers, voor een totaal van ongeveer 270 miljoen. Portugees wordt vaak vermeld als de zesde meest gesproken taal ter wereld, de derde in Europa. In 1997 rangschikte een uitgebreide academische studie het Portugees als een van de 10 meest invloedrijke talen ter wereld. Volgens UNESCO-statistieken zijn Portugees en Spaans na Engels de snelst groeiende Europese talen.